Elk op zijn tijd domineert een handvol platforms de IT-markt. Het is er altijd meer dan één, maar het zijn er zeker geen tientallen. In de jaren tachtig stoomde IBM’s MVS rustig door, ten koste van de eigen VSE- en VM-systemen. Tegelijkertijd voltrok de minicomputer-revolutie zich, die al was ontstaan aan het begin van de jaren zeventig.
Er waren veel besturingssystemen voor mini’s. Digitals RSTS/E en RMX werden opgevolgd door het eerste belangrijke 32-bits systeem, VMS. In de jaren tachtig was VMS zo succesvol dat de marketeers van Digital voorspelden dat hun omzet die van IBM in het begin van de volgende eeuw zou overtreffen. Dat gebeurde niet; Digital is inmiddels opgegaan in Compaq en zal op korte termijn voorgoed verdwijnen. Digital heeft tenminste twee fouten gemaakt: (a) het bedrijf is er niet in geslaagd de succesvolle transitie van 16 naar 32 bits te herhalen bij de overgang van 32 naar 64 bits, en (b) ze waren te laat met Unix en TCP/IP. Unix is tegenwoordig het op één na grootste besturingssysteem. Alle andere leveranciers van minicomputers en hun producten zijn verdwenen, met uitzondering van Hewlett-Packard.
Toen kwam de PC, en daarmee ook Microsoft met Windows. Microsoft gebruikte een briljante marketingstrategie om de superieure Macintosh van de troon te stoten. En, wat nog belangrijker was, Microsoft gebruikte zijn vermogen om de nazaat van Digitals VMS op te kopen. VMS werd opnieuw geboren onder de naam Windows NT. NT was echter primair gericht op het grafische user interface en kende geen multi-user functionaliteit. Multi-user systemen maken goedkope oplossingen mogelijk, maar PC’s in een netwerk leveren meer op.
Nu is er een nieuwe optie, Linux. Net zoals NT een bedreiging voor Unix vormt, is Linux een bedreiging voor NT. Paradoxaal genoeg steunt Linux Unix – Linux voor de eenvoudiger systemen, HP-UX, AIX, Solaris en Unixware voor de grotere applicaties. De astronomische groei van internet en e-commerce is minstens zo belangrijk. Deze ontwikkeling drijft de industrie terug van gedistribueerde naar gecentraliseerde architecturen. Het is de oorzaak van ingrijpende veranderingen in onze communicatiesystemen en heeft geleid tot de stormachtige ontwikkeling van nieuwe programmeerstandaarden, met name Java en XML. Dat Java in slechts vier jaar zo’n grote impact heeft gehad is bijna ongelooflijk voor oude rotten als ik – en voor marketing-georiënteerde bedrijven als Microsoft. Onder degenen die volop van dit nieuwe netwerkparadigma profiteren zijn de leveranciers van grote systemen; Unix, maar vooral IBM met MVS (OS/390). In plaats van te verdwijnen onder de golven van Digitals VMS maakt MVS juist een sterke groei door – als server!
Het patroon herhaalt zich: niet één product, maar drie of vier opties, waarbij sommige producten langzaam verdwijnen en andere hun plaats innemen. Vanwege het grote aantal geïnstalleerde systemen zijn ‘de overigen’ nog altijd goed voor een groot aantal gebruikers; denk aan OS/2, VMS, VM en MPE. Voor producten met toegevoegde waarde ligt hier ook in de toekomst nog een aanzienlijke marktkans.
Met alle komen en gaan is er ook een uitstekend tegenvoorbeeld. De afgelopen 25 jaar is de AS/400 (en zijn vorige gedaante, de S/38) steeds vooruit gegaan. De huidige machines hebben geen onderdeel gemeen met eerdere systemen, maar oudere applicaties blijven gewoon doordraaien. In elk onderzoek naar gebruikerstevredenheid komt de AS/400 steevast als beste uit de bus. Een voorbeeld van de voortdurende progressie is het feit dat de AS/400 de enige echte 64-bits machine is, waarbij de 64-bits architectuur wordt ondersteund door hardware, besturingssysteem, drivers, tools én applicaties. Dat is ook nogal makkelijk, omdat de virtuele machine de extra adresruimte met gemak absorbeert, zonder de revolutie die Digital zoveel problemen gaf.
Omdat de AS/400 een IBM-specifiek systeem is, zij het met open standaard API’s en communicatie, denken veel mensen dat de AS/400 ten prooi valt aan Unix en NT. Er zouden wel trouwe klanten, maar geen gebruikers zijn. Niets is minder waar. De AS/400, met al zijn geïntegreerde middleware en databases, is een ideale e-commerce server. Net als de andere services is de JVM gewoon ingebed in de microcode. De AS/400 heeft weer laten zien wat de waarde van een goed ontwerp is. De nieuwe generatie applicaties legt inmiddels nieuwe markten bloot. Als gevolg hiervan was 1998 voor de AS/400 een topjaar; nog nooit werden zoveel AS/400’s verkocht! Wat is het toch moeilijk om de toekomst te voorspellen. Bent u, Unix- of NT-gebruiker, niet een beetje jaloers op de eenvoud en de lage kosten van de AS/400?