Geheugenchipfabrikant Rambus begint aan de volgende fase van zijn verovering van Intel-computers door zijn producten ook geschikt te maken voor servers. Tot op heden mikte het bedrijf met zijn veelgeroemde, maar weinig gebruikte geheugenchips op snelle desktop-PC’s.
Maandag onthult Rambus dat het de zogenoemde chipkill-technologie ondersteunt. Deze veelgevraagde technologie zorgt ervoor dat computers blijven functioneren wanneer hun geheugen fouten maakt of zelfs wanneer complete geheugenchips uitvallen.
"Dat is zeer belangrijke functionaliteit voor middelzware tot zware servers", zegt analist Nathan Brookwood van chip-onderzoeksbureau Insight 64. "Rambus is veel bekritiseerd vanwege het ontbreken van chipkill in zijn producten."
De opmars naar de servermarkt kan echter nogal voorbarig zijn. Veel fabrikanten en gebruikers nemen meerdere banken met goedkoper, algemeen geheugen om eventuele fouten makkelijk op te kunnen vangen. Analisten menen dus dat Rambus voorloopt op de vraag vanuit de markt.
Toch kan deze strategie-uitbreiding goed uitpakken voor de chipproducent. Die verhoogt hiermee zijn zichtbaarheid in de IT-markt, in een tijd dat het flinke imago-klappen heeft opgelopen. Rambus levert namelijk zeer snel geheugen dat al jaren wordt neergezet als ‘de volgende generatie’. Het feit dat fabrikanten van geheugenchips forse licenties moeten betalen voor het gebruik van Rambus’ technologie, zorgt ervoor dat het langzaam van de grond komt. Daarnaast spelen ook problemen bij de efficiëntie van productie een rol. Zelfs de – recentelijk bijgestelde – steun van processorreus Intel heeft nog niet voor de voorspelde doorbraak gezorgd.