SGI houdt de boot af wat betreft het vertalen van zijn eigen Unix-variant Irix voor het aanstaande 64-bit processorplatform van Intel (IA-64). In plaats daarvan geeft de computerfabrikant de voorkeur aan het ‘open source’ besturingssysteem Linux. Daarnaast krimpt SGI enkele projecten in.
Strategisch technoloog Hank Shiffman: "Gezien de bronnen die wij beschikbaar hebben, moeten we ons concentreren op slechts één besturingssysteem. We kiezen voor Linux." Toekomstige SGI-systemen met de Merced, Intels eerste processor op basis van IA-64, zullen dus twee besturingssysteem-opties hebben: Linux en Windows NT.
Irix blijft daarmee vooralsnog gebonden aan SGI’s eigen hardware op basis van de Mips-processoren. "We hebben de deur echter nog niet helemaal dichtgegooid", nuanceert Shiffman. "Maar op dit moment menen we dat Linux het juiste antwoord is, bezien vanuit een applicatie-standpunt."
De SGI-topman benadrukt dat de beslissing Irix niet te vertalen naar IA-64 is gebaseerd op het relatief grote aantal beschikbare applicaties voor de twee alternatieven. "De software-ontwikkelaars waar ik mee praat, denken aan twee platformen voor hun producten: NT en Linux." Overigens werkt SGI hard aan de interoperabiliteit van zijn Irix met het populaire ‘open source’-besturingssysteem.
Verder heeft het bedrijf enkele van zijn projecten voor zware beeldverwerking op een lager pitje gezet. Enkele tientallen medewerkers aan die projecten hebben al hun ontslag gekregen. Bovendien trekt SGI zich wat terug uit het door Microsoft aangevoerde Fahrenheit-samenwerkingsverband (zie ook: Computable Online,HP schrapt zware grafische toepassingen). Die alliantie moet SGI’s Open GL api (application program interface) combineren met Microsofts Direct X. Naar verwachting draagt Fahrenheit vrucht in Direct X versie 8.