Met de overname van Tandem en Digital heeft Compaq voor een benijdenswaardige uitbreiding van het assortiment gezorgd. Toch is het bedrijf er nog niet in geslaagd de noodzakelijke bedrijfsinfrastructuur te creëren.
Het verkoopteam van Compaq is uitsluitend geïnteresseerd in grote PC-orders maar hoeft niet te weten waar die voor gebruikt worden. Er is geen synergie met de business. Zelfs als het al mogelijk zou zijn om de verkooporganisatie uit te breiden van PC’s tot fouttolerante systemen – en dat zijn doorgaans grote orders – dan zou de bedrijfsstructuur van Compaq drastisch moeten worden herzien. Dit zal nog een lange tijd in beslag nemen. Compaq doet in elk geval hard zijn best. Merk op dat IBM juist in de PC-markt grote problemen heeft gehad, terwijl Microsoft worstelt in de markt voor grote omgevingen.
Hewlett-Packard lijkt het goed te doen, in elk geval een stuk beter dan de concurrentie. Net als IBM is HP zelfstandig en zonder overnames uitgegroeid tot een grote organisatie. De groei was geleidelijk en beheerst; HP is gezegend met een hele reeks managers van wereldklasse – iets waar IBM voor de komst van Gerstner grote problemen mee had, en dat ze veel heeft gekost. Managers van een dergelijk kaliber zijn zeldzaam, en de meest succesvolle managers vinden we bij marketing-intensieve organisaties, zoals Microsoft en AOL. Het zal interessant zijn te zien of iemand voor Compaq kan doen wat Gerstner voor IBM gedaan heeft!
Het lijdt geen twijfel dat IBM en HP veel te danken hebben aan hun achtergrond als leverancier van bedrijfskritische systemen; IBM voor transactieverwerking en HP voor technische toepassingen. HP begon als een uitmuntende instrumentenbouwer. HP’s klanten treffen we daarom meer aan in de technische dan in de administratieve sector. Ingenieurs zijn nu eenmaal van nature conservatiever en kwaliteitsbewuster dan de doorsnee zakenman. Cad-ingenieurs zouden de onbetrouwbaarheid van de huidige kantoorproducten nooit getolereerd hebben. Maar betrouwbaarheid heeft zijn prijs, en het is juist in deze duurdere sector waar HP met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding excelleert.
HP kwam voor het eerst in aanraking met computers toen ze zeer betrouwbare en kostbare minicomputers gingen bouwen voor de besturing van instrumentatiesystemen. Daarnaast was HP net als Digital betrokken bij de ontwikkeling van procesbesturingssystemen. Naarmate de 16-bits technologie in de jaren tachtig volwassener werd, ontwikkelde Digital net als Data General en Honeywell software waarmee de minicomputer kon worden gebruikt als procescontroller (met RMX), maar ook als multi-user systeem voor gegevensverwerking (met RSTS). Andere leveranciers volgden dit voorbeeld maar verloren de strijd van Digital, vooral toen Digital met de 32-bits VAX kwam – een schot in de roos. HP was een uitzondering. Het bedrijf bleef minicomputers gebruiken voor instrumentatie en procesbesturing, maar introduceerde daarnaast een totaal nieuwe architectuur voor gegevensverwerking, de HP 3000. Ook deze zet bleek gunstig uit te pakken, al werd deze machine zorgvuldig verkocht aan bedrijven die gegevensverwerking aan hun procesbesturing wilden koppelen. HP was niet zo dol op de problemen die ontstonden als je een minicomputer aan een IBM-mainframe wilde koppelen. De moraal is dat HP steeds heel geleidelijk en voorzichtig is gegroeid, zijn klanten nooit heeft teleurgesteld en hierdoor een grote schare trouwe gebruikers aan zich heeft weten te binden.
Die trouw bleek van grote waarde toen Unix op de markt kwam. In de begindagen was Unix een ramp. (Dezelfde problemen hebben we vandaag de dag met NT.) HP koos er destijds voor geen conflict met de HP 3000 aan te gaan, maar een nieuw systeem te ontwikkelen; dit bleek uiteindelijk weer de juiste keuze. Het nieuwe systeem was een nieuwe Unix-versie, HP-UX, die draaide op een systeem op basis van de HP Precision Architecture processor, een processor die een grote invloed op Intels toekomstige IA-64 heeft gehad. Er ontstonden ernstige performance-problemen, en HP bleek uiteindelijk toch een belofte gedaan te hebben die niet kon worden waargemaakt. HP was zo’n twee jaar te laat met het robuuste Unix-systeem dat ze nu leveren. Toch bleven de klanten trouw wachten.
HP is niet immuun voor problemen. De opkomst van NT en de concurrentie van IBM, Sun en uiteindelijk Compaq zullen het bedrijf scherp houden. Maar het is een uiterst aantrekkelijke onderneming, die voortdurend blijft vernieuwen zonder zich op elke hype te storten. Kijk hoe HP zich opwerpt als grote sponsor van Linux; een logische zet, gegeven de reputatie onder ingenieurs. Elke zet van HP verdient het scherp in de gaten te worden gehouden. Laten we hopen dat HP de IT-industrie blijft verrijken met wat we maar al te vaak moeten missen: kwaliteit.