De aankondiging dat Monterey begin volgende eeuw wordt vrijgegeven (klinkt dat niet verbazingwekkend?) roept een aantal vragen op. De belangrijkste vraag is: wie zit er te wachten op een 64-bits besturingssysteem? Monterey is de codenaam voor de 64-bits versie van Unix, die is ontwikkeld door IBM, Sequent en SCO. Het is in feite een combinatie van AIX en de 32-bits functies van Unixware. Monterey is gericht op de 64-bits Intel IA-64 (Merced) processor, die nog niet op de markt is. Recent nieuws is dat Monterey met succes is getest op een IA-64 simulator.
Het 64-bits Unix-project lijdt aan een oude Unix-kwaal, en dat is het gebrek aan standaarden. Unisys, ICL, Bull en de applicatieleveranciers staan vierkant achter Monterey, maar Compaq steunt het systeem met enige tegenzin, omdat het de voorkeur geeft aan de bestaande 64-bits Tru64-versie die sinds de overname van Digital eigendom van Compaq is. Er blijven nog genoeg zorgen over, omdat andere serieuze Unix-spelers (HP, NCR, Siemens, enzovoort) nog niet het ‘commitment’ hebben afgegeven dat nodig is voor de ontwikkeling van één gemeenschappelijk Unix-systeem.
Het is duidelijk dat de diversiteit in de Unix-wereld grote kansen voor andere systemen schept, met name Microsoft NT en Linux. Microsoft heeft al aangekondigd te werken aan een 64-bits versie van NT voor de IA-64, maar zoals gebruikelijk heeft Linux een voorsprong; er draait al een 64-bits Linux-versie op de Alpha-processor van Digital. Dit illustreert het interessante feit dat de IA-64 nog steeds in ontwikkeling is, terwijl IBM (Power-PC), HP (PA) en Compaq (Digital Alpha) al lang over 64-bits hardware beschikken. Dit zijn Risc-architecturen; het lijkt erop dat de behoefte aan achterwaartse compatibiliteit een belangrijke drijfveer is achter de brede steun voor de IA-64.
De behoefte aan een 64-bits machine is mij niet direct duidelijk. Met 32 bits kun je al 4 Terabytes adresseren (als we uitgaan van een byte als de kleinst adresseerbare eenheid). Dit is enorm veel! Sommige databases gaan over de 4TB heen, waardoor een grotere adresruimte in sommige database-omgevingen handig zou zijn, maar voor werkstations is dit van geen enkel belang. De beschikbaarheid van 64-bits woorden zou wel de ‘performance’ verbeteren, maar tegen hogere geheugenkosten. Een ander voordeel is dat met 64-bits woorden eindelijk een standaardformaat voor lange reële getallen (floating point) kan worden afgedwongen. Ook zou het gebruik van decimaal gecodeerd rekenen gestimuleerd worden; dit is zeer geschikt voor commerciële applicaties. Maar als het enorme aantal desktops en afdelingsservers wordt vergeleken met het handjevol echt grote database-systemen, lijkt het niet waarschijnlijk dat 64-bits systemen echt een bedreiging vormen voor de goedkopere 32-bits systemen.
IBM en HP hebben zich voor hun 64-bits ontwikkelingen geconcentreerd op Unix, Digital op VMS en NT en ook op Unix voor het Alpha-platform. Maar terwijl IBM en consorten ook het 32-bits Intel-platform ondersteunden, zette Digital al zijn kaarten op de Alpha. Bij het combineren van 32-bits en 64-bits systemen kwamen de nodige problemen boven water. Om NT naar de Alpha te poorten moesten de 32-bits NT-omgevingen en de Intel-instructieverzameling worden geëmuleerd. Hieruit blijkt dat men na de introductie van een 64-bits besturingssysteem nog jaren werk heeft voordat alle servers en applicaties naar behoren worden ondersteund. Als Microsoft bij de introductie van 64-bits NT tegelijkertijd een 64-bits versie van Back Office kan laten zien, zou dit ze een groot voordeel geven.
Terwijl we op NT en Monterey wachten en terwijl sommige gebruikers al de bestaande 64-bits versie van AIX kunnen toepassen, is de AS/400 nog steeds het beste 64-bits systeem op de markt. De AS/400 is van meet af aan gebaseerd op een virtuele machine, die was afgeleid van de System/38. Aanvankelijk werd het systeem geïmplementeerd met 48-bits adressen en eigen processoren. Een adresruimte van 48 bits is werkelijk enorm, maar de nieuwste AS/400�s maken gebruik van 64-bits technologie – ik vermoed eerder vanwege de grotere datalengte dan vanwege de adresruimte. Dit is echter een eenvoudige uitbreiding van de bestaande architectuur, en geen totaal nieuwe ontwikkeling zoals bij Unix en NT. De grootste verandering bij de AS/400 heeft betrekking op de processortechnologie. Deze is nu gebaseerd op een speciale versie van de Risc Power-PC-chip, met een aantal specifieke aanpassingen voor de AS/400. De AS/400 blijft een stralend voorbeeld van een machine die zo goed is ontworpen en zo goed is uitgedacht dat hij meegroeit met de technologische ontwikkelingen.