IBM rust al zijn serverlijnen uit met de Numa-technologie (non-uniform memory architecture) van fabrikant Sequent, die het gisteren overnam. Die technologie maakt het mogelijk meerdere processoren te laten samenwerken als één systeem.
Allereerst rust IBM zijn RS/6000 Unix-servers uit met Numa-capaciteiten. De RS/6000-divisie heeft al een Numa-laboratorium in Austin (Texas) in het kader van de samenwerking met Sequent voor het Project Monterey. Dat project omvat de schepping van een Unix-variant voor Intels aanstaande 64-bit platform. Monterey moet midden volgend jaar gereed zijn.
Op termijn krijgen ook de S/390-mainframes en AS/400-midrange computers elementen van Numa-technologie in zich. Overigens werkte IBM al enige jaren aan een eigen ccNuma-architectuur. Dat onderzoekswerk zal het nu zoveel mogelijk combineren met Sequents kennis en producten.
Bob Stevenson, vice-president servers bij IBM, roemde ook de interoperabiliteit tussen Unix en Windows NT die de systemen van Sequent bieden. "De meeste bedrijven hebben heden ten dage twee hardwareplatformen en twee beheeromgevingen voor Unix en NT. Ons Project Monterey brengt Unix naar het Intel-platform, en Sequent heeft nu al beheersoftware voor zijn eigen Dynix én NT", zegt hij.