CIO staat voor ‘chief information officer’. Soms ook voor ‘career is over’. Of voor ‘change inside out’. Een slippendrager of een Marco Polo? Terwijl in Nederland nog nauwelijks een ‘cio’ is te vinden, dreigt deze functionaris in Amerika alweer van zijn voetstuk te vallen. "Eigen schuld, dikke bult", vindt Thorton A. May. Hij zegt het niet hardop, maar je ziet het hem wel denken.
Thornton A. May legt ruim 250 bedrijfsbezoeken per jaar af. Hij doet dat als ‘vice-president’ Research & Education van Cambridge Technology Partners. De gesprekken die hij voert hebben dus een adviserend karakter. Al een kleine zestien jaar reist May nu de wereld rond om organisaties te vertellen waarmee ze op IT-gebied rekening hebben te houden. Daarvoor kijkt hij, net als iedereen, in een mooie glazen bol.
Ook hij kan natuurlijk de toekomst niet voorspellen. Desondanks is het opvallend hoe het bedrijfsleven hecht aan de woorden van consultants en adviseurs. Dikwijls vormen de uitspraken van May en consorten de rechtvaardiging voor belangrijke IT-investeringen.
Gevaarlijk specimen
Toch staat ook May na zoveel jaar nog steeds verbaasd over wat hij bij bedrijven overal ter wereld aantreft. "Toen halverwege de jaren tachtig de PC definitief doorbrak en de client/server-architecturen opkwamen, was het duidelijk dat er erg veel geld werd verspild. Ik had gedacht dat er snel een reactie zou komen op die geldverspilling. Tot mijn grote verbazing is die reactie uitgebleven. Dat verbaast mij des te meer, omdat automatisering in de meeste ondernemingen onder de financiële man viel", aldus May, die de chief financial officer (cfo) tot een bedreigde soort rekent. Het financieel management is kennelijk nooit in staat geweest een goed systeem te bedenken om de kosten en baten van IT-projecten uit te rekenen.
"We zien dat de financiële mensen blind zijn voor de nieuwe dynamiek in het bedrijfsleven. Die dynamiek is gebaseerd op tijd, kennis en customer relation management. Accountants rekenen echter nog in mensen, machines en kapitaal. Daarom zie je dat in innovatieve ondernemingen de accountants geen centrale rol meer spelen. Zij staan naast de macht die nu wordt uitgeoefend door andere functionarissen, zoals marketingmanagers of logistiek managers. In deze innovatieve bedrijven speelt de chief information officer eveneens een cruciale rol", meent May, die in zijn database de namen van een kleine zeshonderd managers heeft staan die verantwoordelijk zijn voor de automatisering binnen hun bedrijf. Dat zijn ze als cio, IT-director of hoofd automatisering. Zestig procent van de organisaties die May in zijn database heeft opgeslagen, is Amerikaans.
Foute DNA
"Vijf procent van deze bedrijven is daadwerkelijk bezig met nieuwe en innovatieve zaken. Zij realiseren zich dat internet als distributiekanaal van eminent belang is en dat kennis één van de belangrijkste bezittingen van een organisatie is. Driekwart van de organisaties weet dat ze van strategie moeten veranderen, maar weten niet precies hoe en zijn daardoor wat gefrustreerd. De resterende 20 procent laat alles bij het oude en zegt zich nergens zorgen over te maken", aldus May, die zijn brood met name verdient bij de gefrustreerde organisaties. "Vooral bij deze categorie ondernemingen zie je dat er op bestuursniveau weinig kennis van en inzicht in IT bestaat.
Eind vorig jaar zijn we in Amerika samen met Heidrick & Struggles Executive Search en The Roosevelt Group het Director’s Institute gestart. Van de 250 bestuursleden die we hebben benaderd zijn er 75 op de eerste bijeenkomst geweest, waar we hebben gesproken over allerlei onderwerpen die in relatie staan met IT. Daar werden door de deelnemers drie interessante conclusies getrokken. Ze vonden in het algemeen de DNA, zeg maar de chemische samenstelling, van de Board of Directors niet goed. Hoewel er in Amerika op bestuursniveau momenteel een grote schoonmaak wordt gehouden, zitten er toch nog relatief veel mensen van de oude stempel in de hoogste bestuurslaag van het bedrijfsleven. De tweede conclusie was dat veel bedrijven toch met de organisatiestructuur worstelen. Ze weten niet precies hoe ze het bedrijf moeten inrichten om in die nieuwe economische orde te overleven. Ze weten alleen dat de bestaande structuur niet juist is en dat ze moeten veranderen in een soort projectorganisatie. De derde conclusie was dat er ruimte is voor een nieuwe functie, die van chief knowledge officer (cko). Deze functionaris zou een bedreiging kunnen zijn voor de cio."
Slippendrager
De functie van cio is in Nederland nog niet echt wijdverbreid. Slechts enkele organisaties hebben een dergelijke functionaris aangesteld. Het is iemand die op het allerhoogste niveau van een organisatie over IT en bedrijfsstrategie meepraat en -beslist. Wanneer May een profielschets geeft van een cio, zegt hij: "Iemand van zo’n 35 jaar, een MBA-opleiding; niet noodzakelijkerwijs in de computer science. Een uitstekend projectmanager, een motivator, iemand die mensen op zo’n manier weet te beïnvloeden dat ze dingen doen die ze vanwege hun functie of plaats in het bedrijf niet hoeven te doen, iemand die teams kan samenstellen met mensen van zeer verschillende pluimage en de bunkermentaliteit die er op IT- en commerciële afdelingen heerst weet te doorbreken. Kortom, een paar jaar op de plek van een cio vormt een hele goede leerschool voor een toekomstig ‘chief executive officer‘ (ceo)", aldus May die er onmiddellijk aan toevoegt dat er in Amerika noch in Europa veel goede cio’s rondlopen.
"Terwijl ze eigenlijk een agent for change zouden moeten zijn, fungeren ze te vaak als een anchor to the past. Terwijl ze eigenlijk in een partnership zouden moeten opereren met de ceo, zijn ze maar al te vaak een slippendrager, die slaafs overal ‘ja en amen’ op zegt. Terwijl ze een strategische visie op IT-toepassingen in relatie tot de kerncompetenties van hun organisatie zouden moeten ontwikkelen en uitdragen, worden ze nog al te veel in beslag genomen door de operationele kant van de automatisering."
IT in de bedrijfsstrategie
"We hebben eens ceo’s en cio’s van een groot aantal organisaties gevraagd naar de vijf belangrijkste zaken die hen bezig hielden. In tachtig procent van de gevallen was er minder dan tien procent overlap in de antwoorden. Dat zegt heel wat over de manier waarop in die bedrijven de IT-component in de bedrijfsstrategie is ingevuld", zo luidt het keiharde oordeel van May over de gemiddelde cio. Niet voor niets staat de afkorting ook wel voor ‘career is over’. Of voor ‘change inside out’.
De huidige cio’s zullen goed moeten nadenken over de vraag op welke manier zij zich het beste staande kunnen houden. Anders worden de poten onder hun bureaustoelen weggezaagd door een functionaris als de ‘chief knowledge officer’. Of door de cfo die probeert weer verloren terrein terug te winnen. Eigenlijk interesseert het May niet zoveel met welke titel de man of vrouw zich siert die verantwoordelijk is voor de automatisering.
"Het gaat er om dat er op het allerhoogste niveau van de organisatie over IT wordt nagedacht. Het beste is wanneer er een IT-verantwoordelijke op Raad van Bestuur-niveau zit. Wanneer dat niet kan, dan moet de cio, IT-director of hoe hij ook mag heten, toch rechtstreeks verantwoording afleggen aan de hoogste baas. In die positie opereert hij als een Marco Polo, die enerzijds grenzen verlegt en er anderzijds zorg voor draagt dat de organisatie die extra ruimte ook daadwerkelijk gaat benutten."