De Canadese ontwikkelaar van business intelligence software Cognos staat niet hoog op de favorietenlijst bij financiële analisten. Concurrent Business Objects wel. Cognos-topman Ron Zambonini vindt dit niet terecht, maar steekt de hand in eigen boezem. "Ons imago in de financiële wereld is gedaald. Ik moet de contacten met Wall Street dan ook aantrekken."
Business Objects meldde het afgelopen boekjaar een stijging van de verkoop van 46 procent, terwijl die van Cognos maar met 23 procent toenam. Als gevolg van de snelle groei is de Franse concurrent dan ook favoriet bij de financiële analisten. Dat is een doorn in het oog van Ron Zambonini, chief executive officer van Cognos. "Een paar jaar geleden was Business Objects groter dan wij, maar nu zijn wij groter. In het eerste kwartaal steeg onze omzet met 21 procent naar 81,6 miljoen dollar. Dat kun je toch moeilijk een slecht resultaat noemen."
De goedmoedige Schot Zambonini reageert geprikkeld op de vraag waarom hij bij een toelichting op de resultaten over het eerste kwartaal voorbij ging aan de tegenvallende nettowinst. Deze nam namelijk ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal een jaar geleden met ruim 400.000 dollar af tot 10,9 miljoen dollar. "We hebben diverse investeringen gedaan en er zijn tweehonderd mensen bijgekomen; zo veel mensen hebben we nog nooit in een jaar aangenomen. Bovendien hebben we vestigingen geopend in Noorwegen, Denemarken en Duitsland."
(On)zichtbaar
Blijft de vraag wat Zambonini gaat doen aan het zijns inziens verkeerde imago van Cognos. "Om ‘zichtbaar’ te worden op Wall Street is het van belang dat de juiste analisten je volgen. Business Objects wordt gevolgd door Goldman Sachs en daar zitten de belangrijkste financiële analisten. Ik moet toegeven dat ik te weinig tijd heb besteed aan de contacten met Wall Street, zodat ons imago onderbelicht is. Dit jaar ga ik daar meer werk van maken."
Nieuw voor Cognos is het accent op SAP. "Dankzij het testen van systemen en gegevens op millenniumbestendigheid zijn de data sinds jaren helemaal ‘schoon’. Sommige mensen noemen dit wel de rente van het probleem van het jaar 2000. Omdat alle data op de gevreesde bug zijn doorgevlooid, lenen zij zich meer dan ooit voor allerlei ingewikkelde analyses. Vooral in de ingewikkelde omgeving van SAP-software kunnen we onze analysesoftware nu inzetten."
Seagate gratis
De markt van hulpmiddelen voor BI staat nog maar aan het begin. Ongeveer één op de twintig bedrijven maakt gebruik van deze software die allerlei mogelijkheden bevat voor analyseren, rapporteren en navigeren door data. Diverse analisten voorspellen dat de BI-markt de komende jaren explosief zal groeien.
Begin juni baarde Seagate Software opzien door zijn business intelligence (BI) software gratis ter beschikking te stel len. Hiertoe verzond het bedrijf maar liefst 1,5 miljoen CD’s met het servergebaseerde product Info 7 voor gebruikersgroepen van vijftig mensen. Normaal kost een dergelijke licentie 20.000 dollar. Deze actie is niet zonder gevaar voor de gevestigde bedrijven als Cognos en Business Objects. Dit beaamt Goossen de Bruin, secretaris van de Nederlandse Cognos gebruikersgroep. Hij noemt het dan ook een ‘slimme marketingstunt’. "Seagate komt net kijken op de markt van Business intelligence, maar op deze manier kent iedereen je wel meteen." De Bruin is technisch directeur van detacheerder Solipsis en werkt al tien jaar met de producten van Cognos. "Wij gebruiken de software van Cognos vooral bij grote bedrijven uit de top-500, waar het vaak gaat om licenties van honderden of duizenden gebruikers. In die sector is Seagate voorlopig kansloos, maar je weet natuurlijk niet hoe gebruikers reageren op dit gratis aanbod. Het is waarschijnlijk dat ze de software gaan testen en dan weet je niet of zo’n klein contract kan uitgroeien tot een veel groter."
Niet Bang
Zambonini ziet niet veel gevaar in de actie van Seagate. "Een jaar geleden hebben ze de Olap-tool Crystal Reports gratis meegegeven met Visual Basic, maar daar hebben wij in de praktijk geen concurrentie van ondervonden. Wij doen vooral zaken met grote bedrijven die licenties kopen voor duizenden gebruikers. De prijs van de software is niet het belangrijkste, want die bedraagt minder dan een tiende van de totale kosten. De grote kostenposten zijn de implementatie en de ondersteuning. In onze markt gaat het vooral om het toevoegen van waarde, niet om de initiële kosten. In het verleden heeft Ingres geprobeerd met het gratis leveren van zijn gelijknamige relationele databasemanagement-systeem de markt te veroveren, maar dat is ook mislukt."