Vorige week is het laatste getuigenverhoor afgerond in de rechtszaak tegen Microsoft. Aanklager David Boies maakte gehakt van diverse getuigen. Toch is een nederlaag van softwarereus lang niet zeker. Zo lijkt de vermeende monopoliepositie van het bedrijf moeilijk hard te maken.
Als we de slepende antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie tegen Microsoft vergelijken met een bokswedstrijd, dan hebben Bill Gates en consorten in de eerste ronden van deze tweestrijd behoorlijke klappen opgelopen. De scherpe verhoren van aanklager David Boies vormden flinke stoten in de maagstreek van de softwaregigant en met het geklungel van de eigen advocaten liep Microsoft zelf tegen de vuisten van de tegenstander aan. De verklaringen van IBM-topman Garry Norris in de tweede ronde, vormden een regen van linkse en rechtse hoeken. Microsoft staat met knikkende knieën in de ring, hangt tegen de touwen en kijkt vertwijfeld naar de hoek. Maar, de onderneming gooit de handdoek nog niet in de ring en weigert toe te geven in de onderhandelingen over een schikking. Misschien krijgt Microsoft gelijk en oordeelt de scheidsrechter na afloop dat Justitie weliswaar een aantal rake klappen heeft uitgedeeld, maar dat over het geheel genomen Microsoft toch een heel regelmatige partij heeft gebokst.
De rechtszaak loopt uit tot een slepende kwestie, een bokspartij die de volle vijftien ronden beslaat. De aanklagers in deze strijd hadden hun huzarenstuk voor het laatst bewaard. Net toen het leek alsof alle argumenten, beschuldigingen en verdedigingstactieken de revue waren gepasseerd, kwamen de juristen van het ministerie met IBM-topman Garry Norris op de proppen. Een gouden zet, want Justitie kon met deze getuige aantonen dat Microsoft de PC-fabrikanten in een keurslijf dwingt. De beschuldiging van de klagende partij luidt als volgt: partners die Microsoft welgezind zijn, kunnen op een bevoorrechte positie rekenen. Dit betekent dat de PC-makers het besturingssysteem Windows op de computers moeten installeren, compleet met Internet Explorer. Partners die echter de concurrerende browser Netscape Navigator op het bureaublad plaatsen of stiekem zelf werken aan een concurrerend systeem, krijgen een mindere behandeling. Op deze manier zou Microsoft zijn dominante positie op de markt de besturingssystemen misbruiken om bedrijven te dwingen af te zien van de ontwikkeling van concurrerende producten of het promoten van de browser van tegenstander Netscape. De fabrikanten hebben weinig keuze en moeten wel bezwijken onder de druk van Microsoft. Immers, zonder Windows op hun computers, stort de verkoop van PC’s in.
Tijdens de eerste rits aan getuigenverhoren, kon Justitie deze beschuldigingen maar niet hard maken. Uiteraard waren tal van Microsofts concurrenten bereid te verklaren dat de softwarefabrikant zijn dominante positie misbruikt om andere partijen op de markt onder druk te zetten. Toch viel dit niet te horen uit de mond van een PC-fabrikant zelf. Alle pogingen van de aanklagers om een leverancier als getuige op te roepen liepen spaak. Waarschijnlijk zagen de meeste fabrikanten van een getuigenis af, uit angst voor de wraak van Microsoft. De enige getuige van een PC-maker die voor de rechtbank verscheen was John Rose van Compaq. Maar hij was nu juist door Microsoft opgeroepen om het door Justitie geopperde machtsmisbruik tegen te spreken. En dat deed hij keurig.
Harde aantijgingen
Vlak voor het scheiden van de markt diende Garry Norris van IBM zich echter aan. Deze topman leidde de delegatie van Big Blue die in 1994 en 1995 onderhandelingen voerde met Microsoft. Norris stelde de juristen van het ministerie niet teleur; smeuïg verhaalde hij hoe IBM hogere tarieven moest betalen voor Windows, toen het bedrijf weigerde de ontwikkeling van besturingssysteem OS/2 te staken. Verder getuigde hij hoe Microsoft kortingen in het vooruitzicht stelde indien IBM geen plaats voor Netscape Navigator zou inruimen op de PC’s. Als IBM iets deed wat Microsoft niet zinde, dan ontving het bedrijf Windows later dan de concurrenten. Kortom, een PC-fabrikant moet van goeden huize komen om de druk van Microsoft te weerstaan. ‘Zonder Windows op onze computers, kunnen wij de PC-afdeling net zo goed sluiten.’
Deze verklaringen kwamen hard aan in het Microsoftkamp. Aanklager David Boies wreef zich vergenoegd in de handen; eindelijk hadden de slachtoffers van Microsofts monopolistische praktijken een gezicht gekregen. Garry Norris trad op namens al die PC-fabrikanten die de macht van Gates en consorten niet kunnen weigeren.
Het zijn mooie tijden voor aanklager David Boies. De jurist heeft deze zaak naar eigen zeggen voor een schijntje op zich genomen, omdat hij het zo leuk vindt. Dat klinkt natuurlijk heel charitatief, maar de werkelijkheid is anders. Voor het schijntje dat de aanklager uit New York met deze hele procedure verdient, moet de gemiddelde automatiseerder zijn hele leven werken en dan schiet hij nog tekort. Bovendien rijst de ster van Boies met de dag. De aanklager heeft over de meeste getuigen van Microsoft middels scherpe ondervragingen twijfel weten te zaaien. Zo liet hij in de eerste ronde weinig heel van de getuigenissen van econoom Richard Schmalensee, professor aan het Massachusetts Institute of Technology in Boston. Hij toonde verscheidene artikelen, waarin Schmalensee andere meningen ventileerde dan in de rechtbank. Microsoft moest de econoom in de tweede rond opnieuw oproepen, omdat hij als ‘neutrale wetenschapper’ een belangrijke rol speelt in de verdediging van de onderneming. Als een gerespecteerde professor betoogt dat Microsoft geen monopoliepositie inneemt, dan is dat zo, redeneerde de onderneming. Boies sloeg opnieuw toe. Hij schilderde Schmalensee af als Microsofts �huis-econoom’ en wees tussen neus en lippen nog even op de enorme vergoeding die de onderneming betaalt voor de diensten van de wetenschapper.
Gemanipuleerde video’s
En wat de denken van de neergang van Gordon Eubanks? Deze voormalig topman van Symantec verscheen op verzoek van Microsoft voor de rechtbank. Hij moest verklaren dat zijn toenmalige bedrijf nooit enige druk van de vermaarde monopolist heeft ondervonden. De zelfverzekerde Boies maakte echter gehakt van deze getuige; Eubanks moest stamelend toegeven dat Microsoft sommige partners beter behandelt dan andere en Symantec behoort tot de braafste leerlingen in de klas van Bill Gates.
In vergelijking met de snelle Boies, steken de advocaten van Microsoft schril af. Deze juristen deden eigenlijk alles fout, met als dieptepunt het gebruik van gemanipuleerde video’s als bewijs. De aanklagers merkten dit op, waarna Jackson deze bewijsstukken van de lijst afvoerde. Verder werkten de advocaten regelmatig op de zenuwen van rechter Jackson met hun eindeloze verhoren en vele herhalingen. Het geklungel is niet alleen te wijten aan de advocaten. Ook Microsoft zelf valt veel te verwijten. Bill Gates voelde er zelf namelijk weinig voor om de advocaten toegang te geven tot alle informatie. Hierdoor konden de juristen zich onvoldoende voorbereiden. Bovendien stippelde bedrijfsjurist Bill Neukom de strategie van Microsoft uit. Bij een negatieve uitspraak van de rechter kan hij dan ook naar alle waarschijnlijkheid zijn koffers pakker.
Argumenten tegen monopolie
Is deze zaak al verloren voor Microsoft? Veel analisten nemen alvast een voorschot op de sancties die de rechter gaat treffen tegen de onderneming. Ook binnen het ministerie van Justitie loopt een aantal optimisten vooruit op een eventuele splitsing van Microsoft of andere maatregelen die het bedrijf uit Redmond zullen treffen. Toch is een nederlaag van de vermeende monopolist nog lang niet zeker. Analisten die voorbijgaan aan de show van Boies en het geklungel van de verdediging merken terecht op dat de overheid een aantal beschuldigingen onvoldoende heeft weten te bewijzen.
De aanklacht bevat een drietal hoofdelementen: Microsoft heeft een monopolie; het bedrijf gebruikt deze positie om PC-fabrikanten in een keurslijf te dwingen; Microsoft koppelt Internet Explorer aan Windows, met het idee de dominante positie van het besturingssysteem uit te breiden naar de markt van de browsers.
Wat betreft het tweede punt, het dwingen van PC-fabrikanten, staat Justitie sterk. IBM-topman Garry Norris bevestigde de beschuldiging dat Microsoft misbruik zou maken van zijn dominante positie om PC-fabrikanten te dwingen af te zien van Netscape Navigator en andere concurrerende producten. Wie kiest voor Microsoft zit goed, wie tegenstribbelt verliest zijn Windows-licentie.
Op de andere punten staat het ministerie minder sterk. Allereerst de vermeende monopoliepositie van Microsoft. De onderneming heeft de laatste weken telkens de nadruk gelegd op ontwikkelingen in de markt die de positie van de softwarefabrikant bedreigen. De overname van Netscape door America Online (AOL) en de samenwerking van dit tweetal met Sun, kwamen de advocaten van Microsoft zeer gelegen. Er is een nieuwe en vooral sterke entiteit ontstaan, die de concurrentie met het bedrijf uit Redmond aankan. Verder wijst de verdediging op de ontwikkeling van het besturingssysteem Linux, die een bedreiging lijkt te zijn van Windows NT. Ook Apple heeft zich weer hersteld van mindere jaren en is met zijn iMac een geduchte tegenstander. In de laatste zittingsweek maakten AOL en 3Com een samenwerkingsverband bekend, waarbij de partijen de handcomputer e-mailfunctionaliteiten geven. Allemaal ontwikkelingen die het argument dat Microsoft een monopolie heeft, ernstig schade berokkenen. Bovendien toonde rechter Jackson veel interesse in de ontwikkeling van applicaties die op Internet draaien. Deze programma’s hebben geen Windows-besturingssysteem nodig. Microsoft toonde documenten waaruit blijkt dat ontwikkelaars zich zullen storten op deze applicaties, waardoor de positie van Windows in gevaar kan komen. Het is aan de rechter om te oordelen of Microsoft echt een monopoliepositie inneemt, of dat de recente ontwikkelingen, waarvan de meesten tijdens de rechtszaak de kop opstaken, voldoende concurrentie veroorzaken.
Steun in de rug
Wat betreft de koppeling van Internet Explorer en Windows, is de positie van Microsoft evenmin zwak. Justitie heeft diverse malen proberen aan te tonen dat de browser redelijk eenvoudig is te verwijderen uit het besturingssysteem. Hiermee proberen de aanklagers het argument van Microsoft te weerleggen dat de Explorer een geïntegreerd onderdeel uitmaakt van Windows. Volgens Justitie heeft Microsoft de browser aan het systeem toegevoegd om Explorer te laten meeliften op het succes van Windows. De software-onderneming kan zo zijn dominante positie op de markt der besturingssystemen uitbreiden naar die van de browsers. Beide partijen hebben lang gesteggeld over de vraag of Internet Explorer nu wel of geen geïntegreerd onderdeel is van Windows. Noch justitie, noch Microsoft heeft zonder meer zijn gelijk kunnen aantonen. Het is dan ook afwachten welk subjectief oordeel de rechter velt.
Microsoft kan evenwel een beroep doen op de uitspraak die de rechters vorig jaar deden na de eerste confrontatie tussen beide partijen. De rechtbank oordeelde in hoger beroep dat een eventuele koppeling niet verboden is, zolang de gebruikers hiervan voordeel genieten. En dit laatste is volgens de onderneming duidelijk het geval. Kortom, deze jurisprudentie is een zeer gewichtige steun in de rug van Microsoft. De zaken zijn dan ook minder ernstig voor de onderneming dan ze in eerste instantie lijken door de ontwikkelingen in de rechtszaal.
Sancties
Als Microsoft evenwel verliest, dan moet de rechter zich het hoofd breken over de vraag welke sanctie gepast is. Verschillende scenario’s zijn denkbaar. De meest vergaande is de opsplitsing van het bedrijf in een aantal ‘Baby-Bills’, naar analogie van de deling van telecombedrijf AT&T in een moederbedrijf en een aantal lokale aanbieders, de ‘Baby-Bells’. Analisten suggereren dat twee nieuwe ondernemingen voortkomen uit moeder Microsoft. Een tak mag zich alleen gaan richten op de besturingssystemen, de andere entiteit kan zich alleen maar bezighouden met de applicaties. Dit is wel een enorm verstrekkende remedie, waarbij de rechter bovendien zich te veel moet verdiepen in software om te bepalen welk product bij welke Baby Bill thuishoort. Bovendien is Microsoft met de recente reorganisatie hierop vooruitgelopen.
Lichtere sancties zijn beter denkbaar. Zo kan de rechter Microsoft verplichten delen van de broncode van Windows vrij te geven, waardoor concurrenten klonen van dit product op de markt kunnen brengen of hun programma’s beter op dit systeem laten aansluiten. Het is ook mogelijk Microsoft te verbieden exclusieve contracten met fabrikanten af te sluiten. Hierdoor kan de onderneming zijn partners niet meer dwingen af te zien van concurrerende producten. Ook een verbod op bundeling van producten behoort tot de mogelijke sancties.
Een discussie over mogelijke sancties tegen Microsoft is nog voorbarig. Niet voor niets wil de denktank van het ministerie, die al enkele maanden voorstellen ontwikkelen voor eventuele sancties, niets over hun werk vertellen. De software-onderneming staat weliswaar met knikkende knieën in de ring, maar heeft nog niet verloren. Op zeker twee van de drie punten in de aanklacht is de positie van het bedrijf allerminst uitzichtloos. De ontwikkelingen in de rechtszaal, met een stralende Boies en een klungelende verdediging, spelen in het voordeel van de aanklagers. Het gaat echter om beoordeling van feiten en niet om de snelle babbel van de juristen. Dat moet een geruststellende gedachte zijn voor de Microsoft-top. Bovendien werken de partijen achter de schermen aan een schikking. Wie weet lukt het ze nog, waardoor de rechter geen oordeel hoeft uit te spreken. Microsoft doet echter vooralsnog slechts hele kleine scheutjes water bij de wijn. Het bedrijf heeft kennelijk vertrouwen in een goede afloop. Hoe dan ook, de rechtszaak heeft Microsoft beschadigd. De handelwijze van de onderneming is onder de loep gelegd en de voorheen zwijgzame partners weten voortaan tot wie zij zich moeten wenden als Microsoft zich misdraagt. Bij het ministerie vinden de benadeelde of onder druk gezette PC-fabrikanten of concurrenten van Microsoft altijd een gewillig oor.
Michiel Couzy, redacteur
Aanklacht
De aanklacht bevat een drietal hoofdelementen: Microsoft heeft een monopolie; het gebruikt deze positie om PC-fabrikanten in een keurslijf te dwingen; Microsoft koppelt Internet Explorer aan Windows, met het idee de dominante positie van het besturingssysteem uit te breiden naar de markt van de browsers.
Chronologie van juridisch gevecht
De juridische strijd tussen Justitie en Microsoft heeft een lange geschiedenis. De belangrijkste gebeurtenissen op een rij:
Juni 1990: De Federale Handelscommissie start een onderzoek naar een vermeende samenwerking tussen IBM en Microsoft op de softwaremarkt voor PC’s.
In 1993 neemt het Amerikaanse ministerie van Justitie het onderzoek over, omdat er te weinig schot in zit,
Juli 1994: Microsoft treft een schikking met het ministerie. De onderneming zal voortaan zijn dominante positie op de markt van de besturingssystemen niet misbruiken om de concurrentie dwars te liggen. In 1995 keurt de rechter deze overeenkomst goed.
Augustus 1997: Het ministerie richt de aandacht opnieuw op Microsoft. Deze keer wil Justitie de investering van 300 miljoen gulden van Microsoft in concurrent Apple onderzoeken.
Oktober 1997: Het ministerie klaagt Microsoft aan wegens het schenden van de overeenkomst die de partijen in 1994 sloten. De klacht richt zich tegen de eis die Microsoft stelt aan PC-fabrikanten om de Internet Explorer te leveren, willen ze in aanmerking komen voor een Windows-licentie.
December 1997: Rechter Thomas Jackson bepaalt dat Microsoft niet van fabrikanten mag eisen dat ze Explorer op hun computers installeren. Microsoft gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep.
Mei 1998: In hoger beroep bepaalt de rechtbank dat Microsoft alles mag integreren in Windows, zolang dit gebruikers ten goede komt.
Mei 1998: Justitie start met twintig staten een grootschalige rechtszaak tegen Microsoft. De aanklagers menen dat de onderneming een dominante positie inneemt en deze misbruikt om concurrenten onder druk te zetten.
Oktober 1998: De rechtszaak gaat van start. Beide partijen roepen twaalf getuigen op.
Februari 1999: Rechter Jackson kondigt een reces aan en roept beide partijen op eens schikking te treffen.
Juni 1999: De litiganten hebben geen overeenstemming bereikt en de tweede ronde van de rechtszaak vangt aan. Beide partijen mogen drie extra getuigen oproepen.
24 juni 1999: Het laatste getuigenverhoor wordt afgerond.
Microsoft en Justitie zullen de komende weken gebruiken om hun visie op de zaak weer te geven. Rechter Jackson zal niet voor november een uitspraak doen. Het is vrijwel zeker dat de verliezende partij hoger beroep zal aantekenen. Al met al kan de procedure tot het jaar 2002 voortduren.