IT-bedrijven in Nederland zijn altijd rommelig georganiseerd geweest. Kort gesteld waren er de Vifka en Cosso. Binnen de eerste traden kantoormeubelboeren, computerleveranciers – rijp en rauw – en paperclipleveranciers onder een vlag naar buiten; binnen de tweede hadden de software-bedrijven zich gegroepeerd. Na lang kibbelen en moeizaam onderhandelen werd Fenit geboren.
Doel van deze Federatie was de Nederlandse IT-sector eindelijk een gezicht te geven en – misschien nog belangrijker – de IT-sector een rol van betekenis te laten spelen in Den Haag. Fenit hecht dan ook veel belang aan het lobbyen in ambtelijke en regeringskringen. Immers daar moet men ervan doordrongen zijn dat IT de toekomst heeft en dat Nederland zonder high tech zal verworden tot een derderangs economie.
Minister Jorritsma van Economische Zaken liet bij de presentatie van haar nota Digitale Delta weten niet onder de indruk te zijn van de slagkracht van de Nederlandse IT-branche. In een van de vakbladen zegt zij droogjes dat de IT-bedrijven in Nederlands slecht zijn georganiseerd.
Deze mededeling moet bij Fenit toch flink zijn aangekomen. Immers: het is treurig te constateren dat al haar lobbywerk – volgens sommigen een van de hoofdtaken – de beeldvorming over de IT-sector in Den Haag eerder verslechtert dan verbetert. Waarom zou de minister anders zo’n felle tik aan de IT-branche uitdelen? Het geeft tevens mooi aan dat de IT-sector bij de minister niet hoeft te rekenen op een voorkeursbehandeling. Het is gewoon een bedrijfstak, net als alle andere.