Advocaten van Microsoft probeerden afgelopen week aan te tonen dat met de overname van Netscape door America Online een grote concurrent ontstaat voor de vermeende monopolist. Microsoft heeft succes in de rechtszaal hard nodig na de voor het bedrijf pijnlijke verhoor van IBM-topman Garry Norris.
Deze week stond de antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie tegen Microsoft voor een groot deel in het teken van het verhoor van David Colburn, vice-president van America Online (AOL). Hij was de eerste Microsoft-getuige.
De aangeklaagde softwarefabrikant wilde met de verhoren van Colburn aantonen dat de overname van Netscape door AOL in november vorig jaar, een bedreiging vormt voor Microsoft. Er is volgens de advocaten van het bedrijf een nieuwe grootmacht ontstaan, die de concurrentie met Microsoft kan aangaan. Van een dominante positie van Microsoft is dan ook geen sprake.
Navigator
De juristen van de verdedigende partij kwamen deze week met e-mails op de proppen, waaruit bleek dat AOL na de overname van Netscape heeft overwogen de Internet Explorer van Microsoft te laten vallen. In plaats hiervan zou AOL volledig overgaan op de Netscape Navigator. Colburn meldde dat AOL de overstap naar Netscape Navigator nooit serieus heeft overwogen. Microsoft zou dit immers nooit accepteren, waardoor AOL zijn prominente positie op het bureaublad van Windows op het spel zette. Daarom verlengde de onderneming zijn contract met Microsoft tot 2001.
Ondanks de ontkenning van Colburn, toonde Microsoft met de e-mails aan dat AOL de overstap wel degelijk heeft overwogen. AOL heeft altijd aangegeven dat de overname van Netscape nodig was vanwege de bedrijfssoftware van deze onderneming en niet vanwege de browser. Over dit laatste hebben de Microsoft-juristen nu twijfels weten te zaaien.
Klappen
De kleine onthullingen van Microsoft vallen voorlopig in het niet bij de klappen die het bedrijf een paar dagen eerder opliep door de getuigenis van IBM-er Garry Norris. Deze topman leidde van 1995 tot 1997 de delegatie van IBM tijdens de onderhandelingen met Microsoft. Norris is waarschijnlijk de belangrijkste getuige van de overheid in deze zaak, want hij is de eerste vertegenwoordiger van een PC-bedrijf die een boekje opendoet over de praktijken van Microsoft. Eerder verscheen John Rose weliswaar voor de rechtbank, maar hij verdedigde de softwarefabrikant.
Norris maakte onverbloemd duidelijk hoe Microsoft de prijs van Windows voor IBM opvoerde, toen laatstgenoemde niet af wilde zien van de ontwikkeling van OS/2. Microsoft zag dit besturingssysteem als een bedreiging voor het eigen Windows. Mede door de handelwijze van Microsoft speelt OS/2 nu een zeer kleine rol op de markt der besturingssystemen, in tegenstelling tot Windows. Het is de vraag of Microsoft de opgelopen achterstand op het ministerie van Justitie in deze rechtszaak nog kan goed maken.