Microsoft heeft zijn dominante positie op de markt van de besturingssystemen misbruikt om IBM te dwingen de concurrentiestrijd te staken.
Dit verklaarde getuige Garry Norris, topman van IBM, tijdens de antitrustzaak van de overheid tegen Microsoft. Volgens Norris probeerde Microsoft in 1994 IBM te dwingen een niet-concurrentie-overeenkomst te tekenen. De aangeklaagde software-fabrikant wilde dat IBM af zou zien van verdere ontwikkeling van het besturingssysteem OS/2. Het voorleggen van dit soort contracten is volgens aanklager David Boies in strijd met alle regels van het mededingingsrecht.
Vertragingstactiek
Toen de poging van Microsoft faalde, vertraagde de software-fabrikant de levering van Windows 95 aan IBM. Big Blue wilde in 1995, net als alle andere PC-leveranciers, tijdig toegang krijgen tot het nieuwe besturingssysteem, om zijn producten hierop af te stemmen. Microsoft vertraagde echter de levering van Windows 95, in de hoop dat IBM alsnog af zou zien van OS/2. Door dit uitstel liep IBM volgens Norris enkele miljoenen guldens schade op. Het bedrijf was in grote mate afhankelijk van de levering van Windows door Microsoft. "Zonder Windows 95 konden we onze PC-afdeling net zo goed sluiten", zei Norris.
De verklaringen van Norris vormen de spil in het strijdplan van het ministerie van Justitie. De eerste verklaringen van Norris hebben de aanklagers niet teleurgesteld. De IBM-getuige deed een boekje open over de arrogantie waarmee Microsoft misbruik maakte van de afhankelijke positie van partners als IBM. Microsoft blijft ontkennen over een monopoliepositie te beschikken op de markt van de besturingssystemen voor PC’s. Norris vertelde echter dat een Microsoft-vertegenwoordiger hem tijdens de onderhandelingen toebeet: "Waar ga je anders naar toe. Windows is het enige systeem dat telt." MC