In het voorjaar staat traditiegetrouw het salaris op de agenda van de IT-industrie. Berenschot Informatica legt op dit moment de laatste hand aan zijn jaarlijkse salarisonderzoek onder automatiseerders. Ook bureau De Breed en Partners, dat in samenwerking met Computable elk jaar de vinger aan de financiële pols houdt, werkt thans aan de interpretatie van de eerste resultaten over 1999.
Het zou mij verbazen als de resultaten dit jaar spectaculaire ontwikkelingen laten zien. Werkgevers houden over het algemeen gesproken de beurzen gesloten. Zij zijn als de dood voor een loonexplosie, waarbij louter onder elkaars duiven wordt geschoten. En de automatiseerders leggen zich daarbij neer.
Vorige week meldde Computable op pagina 1 hoe een onderzoek van het Centraal Planbureau nog eens benadrukt dat rammelen met de geldbuidel niet de methode is om het tekort aan goed personeel aan te pakken. Een merkwaardige conclusie. Immers het verhaal op de IT-arbeidsmarkt is vrij simpel: er zijn te weinig hoog gekwalificeerde IT’ers. Wil je hen binnenhalen, dan moeten je deze mensen dus bij iemand anders vandaan halen. En aangezien voor veel automatiseerder een bit een bit is en een byte een byte, is de hoeveelheid geld die te verdienen valt, een interessante discriminerende factor tussen werken voor het ene of het andere bedrijf.
Geen bedrijf legt meer geld neer voor een medewerker om iets te willen doen aan problemen op de arbeidsmarkt. Nee, er bestaat een schreeuwende behoefte aan goede medewerkers en het salaris is daarbij een voor de hand liggend instrument, zolang het bedrijf dit economisch kan rechtvaardigen. Dat de lonen van automatiseerders in Nederland desondanks slechts op bescheiden wijze stijgen, heeft dan ook maar een oorzaak: het valt blijkbaar nogal mee met de krapte.