In het dispuut over patenten tussen Intel en Intergraph heeft de eerste een cruciale nederlaag geleden. De federale rechter Edwin Nelson heeft Intel in het ongelijk gesteld wat betreft diens claim dat het de rechten bezit op Intergraphs Clipper-techniek. Deze uitspraak ontneemt de belangrijkste grond aan Intels verweer in de rechtszaak.
Intergraph heeft Intel voor de rechter gedaagd wegens het schenden van het patentrecht, het schenden van antitrust-bepalingen en andere onwettige gedragingen. De zaak wordt volgend jaar definitief uitgevochten voor een rechtbank in Alabama. Rechter Nelson gaf zijn standpunt over de bewijsvoering van Intel in een hoorzitting.
Intergraph verwierf naar eigen zeggen het patent over de zogenaamde Clipper-chips – die niet meer geproduceerd worden – in 1987, toen het de activa van de Advanced Microprocessor Division van Fairchild Semiconductor kocht. Beide bedrijven zouden hierover net overeenstemming hebben bereikt, toen National Semiconductor (Natsemi) de controle over Fairchild verwierf. Op de dag van deze overname zouden de activa, inclusief de rechten op de Clipper-techniek, naar Intergraph zijn gegaan.
Intel stelde daar tegenover dat het in 1976 al een licentie-overeenkomst aanging met Natsemi, waarmee het de rechten verwierf op alle technieken onder controle van de laatste. Daaronder vielen volgens Intel ook die van de Fairchild-divisie.
Nelson oordeelde dat deze licentie-overeenkomst geen betrekking had op de Advanced Microprocessor Division. "Onweerlegbare feiten tonen aan dat Natsemi niet de wettelijke autoriteit had om een licentie toe te staan, aangezien de patenten terzake niet aan dat bedrijf toebehoorden, maar aan een juridisch onderscheiden organisatie." Intel zegt in beroep te gaan tegen deze uitspraak.