Het Amerikaanse Hoger Gerechtshof heeft bepaald dat de exportrestricties die de regering aan encryptiesoftware oplegt, onrechtmatig zijn. Die uitvoerbeperkingen schenden het recht op vrije meningsuiting en daarmee de grondwet. Deze uitspraak is alleen van toepassing op de broncode van encryptiesoftware; niet op daadwerkelijke producten.
De zaak heeft zijn oorsprong in 1995 toen wiskundeprofessor Daniel Bernstein van de University of Illinois (in Chicago) de Amerikaanse overheid aanklaagde. De regering weigerde hem een licentie te verstrekken voor het exporteren van zijn encryptiesoftware omdat die te krachtig is volgens bepalingen in de wapenwet. Coderingssoftware valt in de VS namelijk sinds de Tweede Wereldoorlog onder de wapenwet, tenminste waar het export betreft. De achterliggende redenering is dat vijandelijke landen en terroristen hun communicatie middels encryptie kunnen afschermen van Amerikaanse overheidsinstanties als de CIA (Central Intelligence Agency) en de NSA (National Security Association).
Uitspraken
Districtsrechter Marylin Hall Patel bepaalde echter in 1997 al dat software in wezen een taal is en dus onder de vrije meningsuiting kan vallen. De Amerikaanse overheid ging in beroep, maar heeft dus nu nul op het rekest gekregen. Rechter Betty Fletcher oordeelde: "Wij concluderen dat de aangeklaagde regulering de overheid in staat stelt meningsuiting voor onbepaalde tijd te belemmeren zonder duidelijke criteria voor herziening. Hierdoor zijn Bernstein en andere geleerden ernstig gehinderd in hun wetenschappelijke uitingen." JB