Ericsson is voornamelijk bekend van zijn mobiele telefoons. Aan dat imago gaat directeur Sven-Christer Nilsson sleutelen, teneinde zijn bedrijf klaar te stomen voor de nieuwe telecomwereld. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor datacommunicatie, draadloze toepassingen en op IP gebaseerde technologieën, zo vertelt de topman in een interview. De reorganisatie resulteert in een verandering in functies bij Ericsson Nederland, aldus diens directeur Ton aan de Stegge.
Na het passeren van de douane op het vliegveld van Stockholm is het meteen duidelijk: dit is de thuishaven van telecombedrijf Ericsson. Op de borden staat niet alleen de tekst ‘Welcome to Sweden’, maar ook het logo van Ericsson. Het straatbeeld van de Zweedse hoofdstad verraadt eveneens de aanwezigheid van de telecomgigant. Billboards bij kruispunten, pleinen en in winkelstraten tonen de nieuwe mobiele telefoon T18 van Ericsson. Taxi’s rijden rond met de naam van het bedrijf op de ruiten en de lichtreclames op de gebouwen zijn eveneens overduidelijk. En natuurlijk maakt de mobiele telefoon net zo intens deel uit van het dagelijks leven in Stockholm als het Vasa-museum, de ontelbare MacDonalds of de wolkenpartij aan de hemel. Waar Nederlanders zich nog wel eens generen om te bellen in restaurants of cafés, voeren de telefoongesprekken de boventoon in de Stockholmse eet- en drinkgelegenheden.
Hoe kan het ook anders in de stad waar Ericsson zetelt. Het bedrijf behoort immers tot de top-3 van de wereld op het gebied van telecomoplossingen. Het telecombedrijf is het belangrijkste bedrijf in Zweden. Als Ericsson slechte resultaten boekt, daalt zelfs het bruto nationaal product van Zweden.
Verrassing
Sven-Christer Nilsson staat dertien maanden aan het roer van Ericsson. De 54-jarige Zweed moet zijn bedrijf transformeren en aanpassen aan de veranderingen op de markt, waar de data- en telecommunicatie samenkomen. Hij ziet datacommunicatie, draadloze toepassingen en op Internet Protocol (IP) gebaseerde technologieën als de hoekstenen van wat hij de ‘nieuwe telecomwereld’ noemt. En dus moet het bedrijf dat voornamelijk bekend is van de mobiele telefoons ook op deze terreinen een voorname rol spelen. "Deze nieuwe markt zal sneller ontstaan dan de meesten denken. Eigenlijk is ze er al, maar nog niet in die mate waaraan we moeten denken, met het grote geld dat erbij hoort. Wij bereiden ons nu voor", zegt Nilsson in het hoofdkantoor in Stockholm.
Sven-Christer Nilsson voldoet aan alle clichés die wij kennen voor Zweedse mensen; rustig, vriendelijk, goed in vreemde talen en vooral bescheiden. Een groot aantal mensen in Zweden zal hem op straat niet herkennen. Zijn privé-leven zal evenmin in de roddelbladen verschijnen, zoals dat bijvoorbeeld Cor Boonstra, directeur van Philips, overkomt. En dat wil hij ook zo houden. "Ik stel privacy erg op prijs, hoewel dit moeilijk is, zelfs in Zweden. Ik wil mijn familie buiten de aandacht houden en zal, behalve in de hoedanigheid van Ericsson-directeur, niet op televisie verschijnen. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar; ik wil de aandacht vestigen op Ericsson, niet op mijzelf."
Nilsson voert nu dertien maanden het bewind over Ericsson. Zijn benoeming als directeur kwam als een verrassing. Hij was voordien binnen Ericsson verantwoordelijk voor de cellulaire systemen en had zich nimmer geprofileerd als de nieuwe leider. Na zijn benoeming op 30 maart 1998 ging Nilsson voortvarend van start. Hij werkt vanaf 1982 bij de onderneming en had zodoende een aardig idee van wat hij wil. "Hoewel ik al vele jaren voor dit bedrijf werk, realiseerde ik me niet hoe groot het was. Na mijn benoeming ontdekte ik ontwikkelingen, waarvan ik niet eens wist dat wij ermee bezig waren. Aan de andere kant zat ik al enige tijd in een leidende positie bij Ericsson; dat vind ik een groot voordeel."
Tijdens het transformatieproces schuwt de vriendelijke Zweed geen harde maatregelen. Na zijn aantreden lichtte hij de onderneming door en kondigde hij snel een reorganisatie aan. Sinds 1 januari 1999 bestaat Ericsson uit drie afdelingen, elk onder leiding van een vice-president: netwerkoperators, consumentenproducten en zakelijke oplossingen. Daarnaast zijn vier markten vastgesteld: Europa, Midden-Oosten en Afrika, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en Azië-Pacific. Op deze manier wil Ericsson zich meer richten op de gebruikers, waardoor het bedrijf beter in staat is in te spelen op de veranderende markt. Door deze operatie zullen wereldwijd meer dan tienduizend werknemers hun baan verliezen.
Datacommunicatie zwak punt
Zoals iedere directeur moest ook Nilsson zich snel bewijzen voor de aandeelhouders. Zijn voorganger Lars Ramqvist boekte jaren achtereen uitstekende financiële resultaten. Dat schept natuurlijk verwachtingen. Nilsson kreeg vlak na zijn aantreden echter te maken met berichten over crises in Azië, Rusland en Brazilië. De cijfers over het eerste kwartaal van 1999 vielen ook tegen. Hij geeft aan de hete adem van de financiële wereld in de nek te voelen. "Soms moet je een windscherm gebruiken of de kraag opzetten", zegt hij lachend. "De financiële markt reageerde in eerste instantie gereserveerd na mijn aantreden, zoals ze bij elke nieuwe directeur doet. Ik denk dat onze aanzet om Ericsson op de landkaart voor datanetwerken te plaatsen gunstig werd ontvangen. De reorganisatie is een operatie voor de langere termijn. Ik wil het bedrijf een goede basis geven voor de nieuwe telecomwereld die nadert."
Zijn voorganger Ramqvist meldde bij zijn afscheid dat datacommunicatie het zwakste punt is van Ericsson. Nilsson ontkent dit gegeven niet. "Hij had destijds gelijk. Dit is in eerste instantie een markt voor lokale netwerken (lan) bij grote bedrijven en voor de service-providers. We hadden ons nooit gericht op de lan-markt. Als je kijkt naar de toekomstige ontwikkeling, waarbij de tele- en datacommunicatie convergeren en daarbij de mobiliteit toeneemt, dan is dit in ons voordeel. Onze kracht ligt in de samenkomst van datacommunicatie en mobiliteit. Wij kunnen deze complexe netwerken aanleggen."
Technologie inkopen
Analisten van IDC hebben onlangs de positie van Ericsson op de markt van de datanetwerken onder de loep genomen. De consultants concluderen dat het productportfolio van het Zweedse bedrijf op dit terrein tekort schiet. Uitbreiding is vereist. Nilsson steekt zijn minachting voor deze analyses niet onder stoelen of banken. "Het gaat om de toenemende mobiliteit. Dat zien veel analisten over het hoofd." Hij noemt het portfolio van de onderneming vrijwel compleet.
"We zijn op IP-gebied zo volledig als maar mogelijk is. Misschien zijn er nog wat witte vlekken in onze ATM-portfolio, maar dat vullen we wel in. Hetzij door een overname, hetzij door interne ontwikkeling." Ericsson heeft de laatste maanden hard gewerkt aan het data-portfolio. Vorig jaar nam het bedrijf Advanced Computer Communications en de routers en technologie voor toegang op afstand van de onderneming over. Ericsson investeerde in Mariposa voor de ATM-producten en nam een belang in Juniper, producent van IP-routers met hoge snelheid. In maart kochten de Zweden twee Amerikaanse bedrijven. Torrent maakt IP-routers en Touchwave is sterk in IP-technologie.
Toch zijn de analisten nog niet geheel tevreden. IDC plaatst vraagtekens bij de zogenaamde ‘string of pearls-strategie’ die Ericsson hanteert in zijn overnamebeleid. Het bedrijf heeft met overnames niet als eerste doel om marktaandeel te verwerven. Nilsson en zijn directieteam kopen in eerste instantie technologieën in, die ze ontwikkelen en waarmee ze vervolgens marktaandeel willen veroveren. Sommige analisten vrezen dat Ericsson met deze in hun ogen defensieve tactiek achter het net vist, aangezien de hoogtechnologische bedrijfjes in de markt steeds minder voor het oprapen liggen. Nilsson houdt echter vol overtuiging vast aan deze strategie. "Als je kijkt naar onze overnames, dan ging het voornamelijk om de producten. In enkele gevallen kochten we marktaandeel. De bedrijven in de datacommunicatiemarkt hebben een sterke positie bij bedrijven en aanbieders van Internet-diensten. Wij hebben ons nooit op deze markt gericht. Maar er zijn veel mogelijkheden om dit te bereiken. We kunnen overnemen, allianties aangaan, producten van anderen wederverkopen en zelf ontwikkelen. Ericsson heeft voor al deze mogelijkheden gekozen."
Derde generatie
In de ogen van Nilsson is de ontwikkeling van de derde generatie mobiele systemen, de opvolger van GSM, misschien wel de belangrijkste revolutie op de telecommarkt. De volgende generatie maakt het binnenkort mogelijk om met mobiele telefoons toegang te krijgen tot Internet of multimediadiensten.
Standaardisatie is hierbij enorm belangrijk, om te voorkomen dat opnieuw de situatie ontstaat dat GSM-gebruikers in Europa hun mobiele telefoon niet in Amerika kunnen gebruiken. Op dit terrein boekte Nilsson vorige maand een succes door een schikking te treffen in de patentenstrijd over de Wcdma-technologie met tegenstrever Qualcomm. De beide bedrijven kwamen overeen samen te werken aan een standaard voor de derde generatie. Bovendien nam Ericsson de infrastructuurdivisie voor de draadloze toepassingen van Qualcomm over. Binnen het bedrijf spreken sommigen over de beste deal in de historie; Ericsson beschikt door deze goedkope overname over het volledige portfolio voor de derde generatie. "Wij kunnen nu iedere aanbieder waar ook ter wereld te ondersteunen bij de migratie naar de derde generatie", zegt Nilsson.
De Europese instelling voor telecom-standaarden koos al voor de Wcdma-technologie als standaard. Ericsson heeft vele jaren besteed aan de ontwikkeling van deze technologie. De rol van aanjager moet Ericsson een leidende positie geven op deze toekomstige groeimarkt. Hoewel een enkele analist durft te twijfelen aan de doorbraak van deze derde generatie, is Nilsson hiervan overtuigd. "Weet je waarom ik zo zeker ben", vraagt hij uitdagend. "De aanbieders houden hiervan. Zij kunnen hiermee toegevoegde waarde leveren en zien in dat de eindgebruikers hierop zitten te wachten. Draadloze toegang tot e-mail is de belangrijkste toepassing van de derde generatie mobiele systemen. Zelfs als je met je schootcomputer een andere kamer betreedt heb je toegang tot e-mail of de database van het bedrijf. Als je in een hotelkamer bent, hoef je geen contactpunt te zoeken. Gebruikers kunnen op het vliegveld met hun handcomputer naar hun e-mail kijken. Ook de mogelijkheid om onderweg te vergaderen via video is belangrijk. Kijk, dat we onze favoriete soapopera op de mobiele telefoon kunnen bekijken als we in de trein zitten, is van minder belang." En als de aanbieders geld ruiken, dan staat niets een doorbraak van de derde generatie in de weg. De overtuiging van Nilsson doet denken aan die van zijn voorganger Ramqvist in het begin van dit decennium. De resultaten van Ericsson waren destijds niet best. Ramqvist besloot toch veel te investeren in de ontwikkeling van GSM, de Europese standaard voor mobiele telefonie. Met succes, want de mobiele telefonie maakte van Ericsson een internationale grootmacht. Nilsson zet nu zijn zinnen op de volgende generatie, waarvan het succes nog wel enige jaren op zich laat wachten. "We hebben toch al de eerste opdracht voor een Wcdma-systeem binnen van de Japanse aanbieder NTT."
Bluetooth
Verder werkt Ericsson met partners als Nokia, Intel, IBM en Toshiba aan de ontwikkeling van de Bluetooth-technologie. Dit is een radiotechnologie waarmee apparaten als computers, mobiele telefoons, video’s en andere elektronische apparatuur op korte afstand met elkaar kunnen communiceren. Ook Bluetooth maakt datatransmissie mogelijk tussen telefoon en computer, maar gebruikers kunnen bijvoorbeeld ook met hun mobiele telefoon de stoelen in de auto afstellen op lengte van de chauffeur. De technologie is afkomstig van Ericsson. Toch betrok het bedrijf enkele naaste concurrenten bij de ontwikkeling. "Als je wilt dat bedrijven software of toepassingen gaan ontwikkelen, dan hebben we een wereldstandaard nodig. Eerst formeerden we met Nokia, Psion en Motorola het Symbian-consortium. Deze alliantie ontwikkelt het besturingssysteem Epoc voor mobiele telefoons en handcomputers. Zo ontstaat er een standaard, waarmee we andere ontwikkelaars aantrekken. Met Bluetooth doen we hetzelfde. We weten dat computers, palmtops en mobiele telefoons met elkaar moeten communiceren. Als we willen dat de markt mobiel computeren accepteert, dan moeten we samenkomen met fabrikanten en dus een standaard presenteren. Samen kunnen we onze markt vergroten. En daarna gaan we met elkaar de concurrentie aan. Nu zijn er 500 bedrijven met een gratis licentie voor Bluetooth en tegelijkertijd ontwikkelen wij de chips. Dus we verdienen hier geld mee. Voor een Symbian-licentie vragen wij een kleine bijdrage, maar er bestaat grote interesse van kleine en grote bedrijven die toepassingen willen maken op Epoc."
Door al deze ontwikkelingen schudt Ericsson het consumentenimago van het mobiele telefoonbedrijf langzaam van zich af. "Toch zijn we erg dankbaar voor dit imago. De mobiele telefoons dragen ons merk uit. Mensen weten vaak niet dat bijvoorbeeld diensten van KPN Telecom draaien op schakelaars van Ericsson. Wij gebruiken de mobiele telefoons om onze naamsbekendheid te vergroten. Nu transformeren we Ericsson voor de nieuwe telecomwereld. Onze klanten moeten dit inzien. Ik denk dat we op de goede weg zijn en ons consumentenimago helpt ons hierbij."
Ericsson Nederland
Door de transformatie die Ericsson doormaakt, krijgt het bedrijf behoefte aan een nieuwe categorie mensen. Ook directeur Ton aan de Stegge van Ericsson Nederland merkt deze verandering. "Ericsson moet klanten tegenwoordig totaalpakketten leveren. We kunnen niet meer alleen met de technologie aankomen. Klanten willen weten hoe zij met de producten geld kunnen verdienen. Ons bedrijf gaat meer toegevoegde waarde leveren. En dat vraagt om een ander soort werknemer, waarover we nu nog onvoldoende beschikken."
Er vindt derhalve een omslag plaats in het personeelsbestand van de pure technici naar de consultants. En dat kan natuurlijk pijnlijke ingrepen met zich meebrengen. Aan de Stegge is echter optimistisch: "Als we dit veranderingstraject goed doorlopen, verwacht ik weinig problemen met onze mensen."
De reorganisatie die Sven-Christer Nilsson vorig jaar startte zal volgens Aan de Stegge in Nederland weinig moeilijkheden veroorzaken. "Wij werkten al min of meer op de manier die Nilsson nu voor ogen staat. We konden de nieuwe organisatie dan ook heel snel neerzetten, want we hadden al een aantal stappen gezet."
Toch kan Aan de Stegge niet garanderen dat hij het ontslag van een aantal mensen kan voorkomen. De veranderingen in de markt kunnen namelijk dit soort maatregelen vragen. Hij noemt het wel onwaarschijnlijk dat grote groepen mensen het bedrijf moeten verlaten. "Ik heb nog nooit tegen grote groepen mensen gezegd dat ze weg moeten en dat wil ik ook zo houden", zegt hij kordaat. De Nederlands directeur verwacht dat de organisatie de komende twee jaar groeit van 2500 naar 3000 werknemers, als de transformatie goed verloopt.
Onderzoeksactiviteiten
Ton aan de Stegge erkent dat Ericsson ook in de Nederlandse consumentenmarkt voornamelijk bekendheid geniet vanwege de mobiele telefoons. "Wij leggen daarom steeds meer de nadruk op onze bredere rol", zegt hij. "Vroeger zaten we er niet mee dat de meeste mensen ons niet goed kenden. Als de beslissers van KPN ons maar kenden, dan was het goed. Nu ligt het anders. Onze activiteiten hebben steeds meer invloed op de maatschappij. Ericsson ontwikkelt zich van een leverancier van technologie tot een bedrijf dat midden in de maatschappij staat. En dat vraagt om meer uitleg."
Aan de Stegge geeft aan dat de consumentenartikelen ook maar een klein deel van de omzet voor de rekening nemen. De omzet van de Nederlandse tak bedroeg in 1998 1,6 miljard gulden. De consumentenproducten leveren 200 miljoen op, niet meer dan 12,5 procent. In Nederland richt Ericsson zich op onderzoek en ontwikkeling, advies, marketing en verkoop en natuurlijk installatie. Het portfolio bestaat naast de mobiele telefoons, voornamelijk uit netwerkoplossingen, zoals centrales, schakelaars en andere producten en het ontwikkelen van standaarden, zoals GSM en de volgende generatie voor mobiele communicatie Umts.
Ericsson Nederland gaat volgens Aan de Stegge een steeds belangrijkere rol spelen binnen de wereldwijde organisatie. Voor de vestiging van het Europees hoofdkantoor koos de directie weliswaar voor Londen en niet voor Amsterdam, maar de Nederlandse directeur verwacht wel dat zijn afdeling binnenkort een aantal belangrijke taken zal krijgen. "Nederland heeft binnen Ericsson altijd een belangrijke positie ingenomen. Dat komt onder meer door onze onderzoeksactiviteiten. Verder leveren wij het gehele Ericsson-portfolio en dat is redelijk uniek. Bovendien spelen we een grote rol op de lokale markt. Zo leveren wij alle switches voor het mobiele netwerk van KPN. We hebben de mobiele infrastructuur van Libertel verzorgd en voor Telfort zowel de mobiele als de vaste infrastructuur. Ik denk dat onze directeur Sven-Christer Nilsson wel tevreden over ons is en dit laat meespelen als hij gaat bepalen welke landen welke nieuwe taken krijgen."
Bovendien spelen de goede talenkennis van de Nederlanders en hun doorgaans flexibele instelling van de arbeidskrachten, Ericsson Nederland in de kaart.
Niet voor niets draaide het bestuur vorige maand de beslissing terug om de Amsterdamse vestiging te sluiten en de mensen over te brengen naar Enschede. De Randstad past wat uitstraling betreft beter bij de ambities van Ericsson Nederland. "Als wij de Amsterdamse vestiging hadden gesloten, zaten we alleen nog maar in Emmen, Rijen en Enschede. Dit past niet bij de rol die Ericsson speelt in Nederland." Bovendien is de nabijheid van Schiphol een groot voordeel.
Michiel Couzy, redacteur
Sven-Christer Nilsson
Geboren: 1944
Studeerde computer sciences aan de universiteit van Lund; studeerde af in 1969.
Startte in 1982 bij Ericsson.
Functies: president van Ericsson Radio Systems Sverige, general manager van de eenheid Mobile Switching Systems bij Ericsson Telecom, executive vice-president van Business Unit Cellular Systems, American Standards.
Sinds 30 maart 1998 president en chief executive officer van Telefonaktiebolaget LM Ericsson.
Telefonieaktiebolaget Ericsson
Aantal werknemers per 31 december 1998: 103.667
In Nederland: 2500
Ericsson is in meer dan 140 landen gevestigd.
Omzet 1998: 46 miljard gulden
Omzet 1997: 42 miljard gulden
Nettowinst 1998: 3,35 miljard
Nettowinst 1997: 3,05 miljard
Aantal orders 1998: 187.415
Aantal orders 1997: 179.770
In het eerste kwartaal van 1999 liep de winst voor belastingen van Ericsson met 51 procent terug tot ongeveer 430 miljoen gulden.