Digital Equipment was waarschijnlijk de eerste leverancier die op het idee kwam om een aantal gerelateerde producten te bundelen en als één pakket te verkopen. Digitals kantoorsuite, All-in-one, was een groot succes voor de leverancier van minicomputers.
Het was eigenlijk geen geïntegreerde suite, maar een verzameling onafhankelijke applicaties (tekstverwerker, query-tools en dergelijke) die als bundel werd verkocht; de integratie had betrekking op de prijs en de verpakking, niet op de functionaliteit. Het was een marketing-benadering van integratie, geen gebruikersbenadering.
Microsoft paste dezelfde techniek met nog groter succes toe, en bundelde incompatibele producten als Word, Excel en dergelijke tot één geheel, Microsoft Office. Dit was niet echt een goed idee, maar het was wel praktisch. De ideale oplossing is precies het tegenovergestelde: een individuele gebruiker moet uit de beste producten kunnen kiezen. In de praktijk werkt dit niet omdat we geen standaarden hebben, en zo komen we in de idiote situatie dat organisaties massaal voor Word kiezen – ondanks zijn enorme omvang en complexiteit – simpelweg omdat het de meest gebruikte tekstverwerker is.
Besturingssystemen hebben vandaag de dag functies die kunnen worden gebruikt om de integratie van verschillende applicaties te bevorderen. Het belangrijkste voorbeeld in OLE zijn de desktop-suites. De integratie tussen verschillende applicaties van verschillende leveranciers (bijvoorbeeld Corel, Wordperfect en Excel) bleek hiermee echter niet mogelijk. Om echt vooruitgang te boeken was een open standaard nodig, en dat betekende dat de huidige technologie (OLE) moest worden verlaten. OpenDoc faalde om dezelfde reden. Java virtual machines bieden nu een logisch vervolg op Opendoc. Java zal een enorme impact hebben, en wel vanwege het simpele feit dat ontwikkelaars nu applicaties kunnen bouwen om marktaandeel van Microsoft af te snoepen. Het zal nog jaren duren voor deze techniek volwassen is, net zoals andere nieuwe technologieën als de netwerkcomputer.
Een ander belangrijk onderdeel van toekomstige applicaties is de componentenrevolutie. Componenten staan op een lager functioneel niveau, zodat een applicatie uit een groot aantal verschillende componenten bestaat. Op dit moment worden applicaties ook gezien als component; dit hebben we te danken aan de bestaande producten, die hun oorsprong vinden in de donkere dagen van Windows 3.1. Hetzelfde geldt voor grootschalige transactie-applicaties, die bijvoorbeeld Cics-transacties inpakken. Door de omvang van deze transactiesystemen duurt het langer om ze te vervangen dan bij kantoorproducten. Merk hierbij op dat IBM steeds meer succes heeft met zijn San Francisco-project en veel aandacht besteedt aan Enterprise Java Beans.
Net als bij Java-ontwikkelingen biedt een component-product kansen voor investeerders. Maar er is een invloedsfactor die nog sneller in belang toeneemt, en dat is de ‘open source software’ (Oss). Oss is de georganiseerde opvolger van freeware en shareware en is relevant voor een groot aantal software-niveaus. De belangrijkste producten van tegenwoordig zijn een besturingssysteem (Linux) en servers (Apache, Fetchmail). De zakelijke wereld besteedt nog maar weinig aandacht aan oss, omdat men daar gelooft dat fouten alleen kunnen worden opgelost als er een slimme programmeur naar kijkt. Dat was vroeger zo, bij shareware, waarbij de broncode zelden beschikbaar werd gesteld. Door de broncode openbaar te maken, kan de huidige generatie programmeurs echter de krachten bundelen, waarbij Internet wordt gebruikt om traditionele grenzen te overbruggen. Het effect is schokkend. Linux bijvoorbeeld is veel robuuster dan Windows NT, iets waar niemand rekening mee had gehouden.
Oss heeft dus al bijgedragen aan de ontwikkeling van concrete producten. Het zal ook in de componentenwereld een enorme impact hebben. Java kent een standaard – Java Beans – om componenten aan elkaar te koppelen. Als er niets verandert, dan zal Oss uiteindelijk een grote hoeveelheid goedkope applicaties opleveren. Voor Linux zal onvermijdelijk een gui-standaard ontstaan, wellicht een Windows ‘look-and-feel’ op X, met een groot aantal desktop-applicaties.
Op dit moment worden alle leveranciers bedreigd, met inbegrip van Microsoft. Dit kan leiden tot een verschuiving van software-ontwikkeling naar ondersteuning. Nieuwe bedrijven als Red Hat en Caldera zullen groeien. De grote systeemhuizen staan voor nieuwe uitdagingen, en dat geldt ook voor de meer traditionele leveranciers als Unisys, Amdahl en Compaq. Oracle, IBM en de anderen implementeren al producten op Linux; ze proberen marktaandeel te krijgen voordat er concurrerende oss-equivalenten op de markt verschijnen.
De brede steun voor Java is goed voor Sun, maar Linux is een concurrent voor Solaris. En wat zal Microsoft doen? Ik ben niet verbaasd als ze Back Office op Linux zetten; hiermee offeren ze Windows-terrein op, maar het uitschakelen van een nieuwe generatie concurrerende applicaties is ook wat waard.