IBM lanceerde begin deze week de zesde generatie (G6) van zijn S/390-mainframe. Dat is een maand eerder dan verwacht. Deze nieuwe machines kunnen 1,6 miljard instructies per seconde (= 1600 mips) verwerken en zijn daarmee 50 procent sneller dan de huidige G5-serie, die nog geen negen maanden oud is. Deze serie wist de grens van duizend mips te doorbreken (1040 mips).
De G6 dankt de hoge verwerkingssnelheid aan de kopertechnologie voor halfgeleiders, die IBM twee jaar geleden onthulde. Hierdoor draaien processoren op hogere snelheden en zijn bovendien goedkoper te produceren dan chips met traditionele halfgeleiders. Dit is de eerste toepassing van kopertechnologie. Uitlevering van de G6 start op 28 mei.
Boven verwachting
Analisten reageren enthousiast, zij hadden zoveel prestatieverbetering ten opzichte van de voorganger niet verwacht. Met een dergelijke rekenkracht is de G6 zeer aantrekkelijk voor organisaties die geregeld grote gegevensstromen moeten verwerken. IBM positioneert de nieuwe mainframes dan ook voor onder andere Internet-aanbieders. Marktkenners verwachten dat de prijs van een G6-systeem niet veel zal afwijken van die van een G5-machine. De druk op de markt, met als grootste concurrent Hitachi Data Systems, is daarvoor te groot.
De goedkoopste G5-uitvoeringen kosten ruim één miljoen gulden, de grote machines het tienvoudige. Gerekend naar verwerkingscapaciteit betekent een ongewijzigde prijs dat een koper van de G6 2700 dollar kwijt is voor iedere mips, tegen 4000 dollar voor de G5. Hitachi, dat door de komst van de G5 aanzienlijk marktaandeel verloor, komt naar verwachting in september met een nieuw Trinium-mainframe. De markt rekent voor dat apparaat op een rekenvermogen van tenminste 2000, maar mogelijk zelfs 3000 mips. JB