Ik moet toegeven dat de overname van Platinum door Computer Associates (CA) me volledig heeft verrast. De continue absorptie van kleine bedrijfjes door grotere bedrijven is een natuurlijk proces, omdat nieuwe ideeën vaak worden gegenereerd door academici en visionairs, waarvan de besten (of liever gezegd, de gelukkigen) durfkapitaal achter zich krijgen.
Ze hebben geen bestaande marketingkanalen, zodat ze niet hoeven na te denken over continuïteit of over manieren om tevreden klanten ontevreden te maken, zodat ze de nieuwe versies bestellen. Het is voor een groot bedrijf gemakkelijker om de nieuwkomers te zien opgroeien en op het goede moment toe te slaan door de winnaars eruit te pikken.
Maar niet elk startend bedrijf is een winnaar. Op een paar uitzonderingen na zijn de meeste nieuwe producten gebaseerd op bestaande ideeën en technieken. Lotus Notes is het enige voorbeeld dat ik kan bedenken waarbij er geen echte concurrentie is geweest. (Overigens is Notes door Lotus gekocht met het geld dat ze hadden verdiend met 1-2-3; Lotus heeft Notes niet zelf bedacht.) Rad-tools, databases, applicatieservers en tekstverwerkers hebben allemaal geleid tot een groot aantal startende bedrijven. Slechts een klein aantal van die bedrijfjes overleeft en wordt verkocht; de andere gaan ten onder, failliet en met een product van beperkte waarde. Helaas is het soms zo dat juist de beste producten er niet in slagen een partner te vinden.
De laatste tien jaar is de IT-markt zo snel gegroeid dat veel startende bedrijfjes met gemak konden overleven en steeds groter werden. Hierdoor ontstond een nieuw overnamemodel. In plaats van kleine bedrijfjes die fungeerden als bron voor nieuwe ideeën werden er grote, succesvolle bedrijven overgenomen, onder een gemeenschappelijke paraplu. Deze fusies en overnames waren meestal gericht op synergie; producten en markten overlapten elkaar nauwelijks, zodat het resulterende assortiment completer en daardoor aantrekkelijker voor klanten was. Platinum en Sterling horen bij de meest actieve van deze bedrijven in de software-markt. Andere overnames zijn meer gefocust. Sybase kocht Powersoft omdat ze zagen dat tools van de concurrenten Oracle, Ingres en Informix marktaandeel wonnen voor de database-producten. Tot de overname van Lotus was IBM berucht om zijn overnames van kleinere bedrijven, die vervolgens opgingen in de IBM-massa en daardoor juist de toegevoegde waarde van hun onafhankelijkheid kwijtraakten. Novell kocht en verkocht Wordperfect, Unix en Tuxedo en had geen flauw idee wat het met deze producten moest doen. Het had in elk geval weinig tot niets te maken met de simpele ‘file’- en ‘printsharing’ technologie van Novell zelf.
Computer Associates is een ander verhaal. Vroeger hadden ze hun eigen producten in de mainframe- en Unix-markt, maar kochten honderden zieltogende producten op. Dat kostte weinig en leverde veel op; uit onderhoud en licenties om precies te zijn. Het ging goed totdat het gebrek aan ondersteuning het product definitief om zeep hielp. CA floreerde bij dit model, omdat er een constante stroom overnamekandidaten was; bedrijven die er niet in waren geslaagd de technologische ontwikkeling bij te benen.
CA heeft nu echter een probleem, omdat de stroom middelgrote en grote bedrijven met lucratieve onderhoudscontracten aan het opdrogen is. De meeste goedkope bedrijven komen nu uit de PC-hoek. Deze producten kennen geen onderhoudsinkomsten en hebben ook geen restwaarde. Ze zijn niet de moeite waard, en als gevolg hiervan is CA nauwelijks aanwezig in de PC-sector. Gelukkig is CA doorgegaan met de ontwikkeling van grootschalige beheertools, CA Unicenter. CA heeft met succes producten verkocht in de groeiende Unix-wereld. Tegenwoordig concurreert CA met Tivoli en HP voor grootschalige beheeromgevingen. Hierbij gebruiken ze een framework-benadering, een verzameling tools op hoog niveau, waarbij beheer-agents kunnen worden ingeplugd.
Platinum is ook gegroeid door het overnemen van leveranciers van beheer- en ontwikkeltools. Ze hebben de producten aangepast, zodat al hun tools een gemeenschappelijke verzameling primitieve software-procedures gebruiken. Deze tools worden vervolgens verkocht als afzonderlijke entiteiten; de klant koopt slechts wat hij nodig heeft. Dit is een componentbenadering, waarbij de klant de beste keus krijgt.
CA en Platinum zijn allebei succesvol en in feite concurrenten van elkaar, waarbij de één een framework-model gebruikt en de ander een selectiestrategie. De overname – of is het een fusie? – betekent een dramatische uitbreiding van CA’s portefeuille, net als na de overname van Legent, maar heeft ook andere gevolgen: de producten overlappen, maar de culturen botsen. Na de mislukte overname van CSC beweert CA dat Platinum toegang tot de dienstenmarkt biedt, maar ik zie niet in hoe. Ik verwacht grote problemen. Vergelijk dit eens met de synergetische overname van Digital en Tandem door Compaq. Ik vrees dat op het huwelijk tussen Platinum en CA geen zegen rust.