Geld geven aan een goed doel is mooi. Maar bij deze generositeit past mijns inziens een zekere bescheidenheid. Zeker waar de verdenking op de loer ligt dat het leed van mensen gebruikt wordt om het eigen imago op te poetsen. PR bedrijven over de rug van mensen in grote nood geeft een bittere bijsmaak.
Zo’n smaak kreeg ik toen ik een persbericht onder ogen kreeg waarin de William H. Gates Foundation, van iedere bescheidenheid gespeend, bekend maakt maar liefst één miljoen dollar beschikbaar te stellen ten behoeve van de hulpverlening aan Kosovo-vluchtelingen.
Het Rode Kruis, waarnaar Gates 500.000 dollar overmaakte, kiest terecht een pragmatisch standpunt. Elke gulden is meegenomen. Ze voeren Gates zelfs op als voorbeeld: "Wij realiseren ons," zo schrijft het Amerikaanse Rode Kruis in reactie op de gift, "wat een unieke gift dit is (…). Wij zijn geraakt door de betrokkenheid van Bill en Melinda Gates en hun snelle reactie." Brr.
Nog eens een miljoen uit de ICT-hoek werd overgemaakt door Nokia. Ook deze instantie voelt de behoefte zijn medemenselijkheid in klinkende PR-munt om te zetten, zo maken de persberichten over de donatie duidelijk.
Bescheidenheid bij dergelijke giften past des te meer omdat ze vaak ook nog eens aftrekbaar zijn van de belasting. Uit het feit dat dit de enige twee mij bekende instellingen zijn die hun goedertierenheid breeduit etaleren, leidt ik af dat veel meer bedrijven hun steun in stilte geven. Dat siert hem. Zo hoort het ook.