Deze zomer krijgt Jerry Sanders van Advanced Micro Devices de kans van zijn leven. Voor het eerst in de geschiedenis kan AMD een snellere microprocessor voor PC’s uitbrengen dan aartsrivaal Intel. Het is mogelijk dat AMD zijn voorsprong een jaar vasthoudt.
Productieproblemen en slechte resultaten plagen chipproducent Advanced Micro Devices. Toch lijkt de technologische slagkracht van het bedrijf groter dan ooit. AMD’s bloedrivaal Intel vraagt momenteel – gedwongen door de markt – slechts 63 dollar voor zijn goedkoopste chip, de Celeron 300A. Het is voor het eerst sinds de 80486-processor dat ’s werelds grootste chipfabrikant zo’n lage prijs moet slikken. En deze zomer staat een nieuwe troef van AMD op stapel, de K7. Analist Michael Slater van Micro Design Resources bestempelde het ontwerp van deze chip al als superieur aan alles wat Intel momenteel voor PC’s op de markt brengt. "De processor heeft een meer geavanceerde microarchitectuur dan Intels Pentium III."
Sneller
Als AMD erin slaagt de chip zonder fouten te produceren, dan heeft AMD-topman en oprichter Jerry Sanders voor het eerst in de geschiedenis een snellere microprocessor in handen dan ’s werelds grootste chipfabrikant. Door de energie die Intel heeft moeten steken in diversificatie (Celeron, Pentium, Xeon en de 64-bit Merced) heeft deze grootmacht uit Santa Clara de ontwikkeling van een nieuwe generatie 32-bit microprocessoren op een lager pitje moeten zetten. Deze generatie, met codenaam Willamette, komt pas volgend jaar zomer uit.
Luis
AMD is Intels traditionele luis in de pels. Het maakte de 286 onder licentie en bracht klonen van de 386 en 486 op de markt door de microcircuits van Intels chips open te breken en te kopiëren. De K5, AMD’s eerste eigen x86-processor, werd een flop. Met de overname van NexGen kreeg AMD echter toegang tot het x86-ontwerp dat aan de basis stond voor de K6-chips die vorig jaar in 12 procent van de verkochte PC’s zaten.
Om leiding te geven aan de 150 man sterke ontwerpploeg van de K7 haalde AMD’s topman Jerry Sanders begin 1995 Dirk Meyer van Digital Equipment naar Sunnyvale. Meyer was een van de hoofdontwerpers van DEC’s Alpha 21264-processor. Om de K7 te ontwikkelen moest AMD drastische stappen nemen. AMD had essentiële x86-kennis nodig van Intel en om daarop de nodige licenties te kunnen nemen, deed AMD een belangrijke concessie: na Socket 7 zou het bedrijf niet langer processors bouwen met dezelfde aansluitingen (Slot 1 en Socket 370) als de chips van Intel. AMD vond een alternatief in de EV6 bus van de Alpha-processor. Volgens K7-hoofdontwerper Meyer heeft de EV6 minder aansluitingspinnen en is hij elektronisch eenvoudiger dan Intels Slot 1.
De EV6-bus loopt op 200 MHz, twee keer sneller dan de huidige PCI-bus. Na de zomer komt er een 133 MHz-versie van PCI, maar het zal nog tot eind 2000 duren voordat Intel met een eigen 200 MHz-bus op de markt komt. AMD demonstreerde de K7 intussen op een kloksnelheid van 600 MHz. De chipfabrikant heeft daarmee een flinke prestatie-voorsprong. De grote vraag is of het bedrijf dit kan omzetten in winst.
Uitdaging
Het is een behoorlijke uitdaging om naast de processor ook de chipset-technologie te ontwikkelen. Weliswaar zullen verschillende fabrikanten chipsets gaan maken, maar om deze ondersteunende elektronica veilig te stellen, is AMD verplicht om deze technologie ook zelf te ontwikkelen. Ook AMD’s gloednieuwe K6-III is in potentie een succesnummer. Door de integratie van de L2-cachegeheugens op de chip evenaart deze chip de Pentium III in prestaties. Maar het aantal transistoren nam toe van 9,1 naar 21,3 miljoen, en dat veroorzaakte problemen in de opbrengst bij de productie. ‘We hebben letterlijk maar één exemplaar van de K6-III op onze R&D-afdeling’, klaagde een Taiwanese moederbordfabrikant toen de K6-III vorige maand uitkwam. ‘Onze ingenieurs moeten de chip aan elkaar doorgeven.’ De analist Slater denkt dat AMD zich door de problemen heen kan slaan. ‘AMD is nu groot genoeg. Ze zullen dit jaar zo’n twintig miljoen microprocessoren verkopen.’