De specificatie van de Corba 3-standaard (Common Object Request Broker Architecture) is uitgesteld tot juni. De OMG (Object Management Group) stemt de ontwikkelingen en beschikbaarheid van de objectstandaard daarmee af op de volgende versie van Suns EJB (Enterprise Java Beans), die nu onder de codenaam Moscone door het leven gaat.
Omdat Sun in de praktijk als enige partij in de softwaremarkt invloed heeft op de specificaties van Java, lijkt het onwaarschijnlijk dat de toenadering van EJB en Corba zal uitmonden in een volledig samengaan van de twee standaarden. Nu heb je beide standaarden, zowel EJB als Corba, nodig voor het opzetten van applicatieservers", aldus OMG-directeur Richard Soley, die de Corba-standaard beheerd. Ondanks de toenadering zullen de twee standaarden dus naast elkaar blijven bestaan.
De enige
OMG wil de markt graag doen geloven dat Corba in combinatie met Java en EJB de enige ware platformonafhankelijke technologie is. "Alle belangrijke leveranciers van applicatieservers ondersteunen EJB en Corba om portabiliteit en interoperabiliteit te realiseren, behalve Microsoft Transaction Server", zegt Soley. "Microsoft ondersteunt met MTS geen Corba en is niet platformonafhankelijk", valt analiste Beth Goldbernstein van de Hurwitz Group hem bij.
Microsoft biedt met COM+ (Component Object Model: de opvolger van MTS in Windows 2000) echter wel degelijk openingen naar systemen van derden. Met COM-TI (Transaction Integration) heeft een Microsoft-applicatie bijvoorbeeld toegang tot Cics/IMS-systemen. Daarnaast werkt het bedrijf aan het leveren van COM-diensten op Unix-systemen, ofwel ‘COM on Unix’.
Integratie
Microsoft heeft volgens J.P. Morgenthal, president van technologiebedrijf NC.Focus, een voordeel wat betreft de integratie van MTS in het besturingssysteem Windows: "Het voordeel is dat Microsoft alle software-diensten aanbiedt als onderdeel van het besturingssysteem. COM+ gaat stevig concurreren op de markt voor applicatieservers."
Als OMG in juni Corba 3 presenteert, gebeurt dat op het zelfde moment als de presentatie van de nieuwste EJB-versie door Sun, op de Java One-conferentie in San Francisco. De totale vertraging van Corba 3 heeft dan zes maanden geduurd. Sun benadrukt dat de combinatie van EJB, Corba en het aankomende Java 2 Enterprise Edition (J2EE) voor systeemontwikkelaars voldoende is voor het bouwen van volwassen bedrijfsapplicaties.
Java 2, Corba en EJB
De verschillen tussen Java, Corba en EJB zijn niet altijd even duidelijk. De Object Management Group (OMG) en de Java-alliantie rond Sun (Netscape, Oracle en IBM) hebben alle standaarden altijd vooral afgezet tegen Microsofttechnologie en minder inhoudelijk verdedigd.
Lange tijd werd Java door sceptici omschreven als de programmeertaal waar meer over dan in geschreven werd. Nu realiteitszin Java een bescheidener plaats heeft gegeven, zijn die geluiden echter niet meer te horen. Na tal van ontwikkeltools, virtuele machines en serverspecificaties moet met de introductie van Java 2 Enterprise Edition (J2EE) de verwarring over waar de contouren van de programmeertaal Java precies liggen, ophouden te bestaan. De specificatie bevat naast de technische gegevens referentie-implementaties van de specificaties, een nieuw applicatie programmeermodel en een handboek met uitleg over de bouw van bedrijfsapplicaties met Java en Corba.
Corba is de architectuurnorm van OMG voor gedistribueerd objectbeheer in heterogene IT-omgevingen. Objecten werken met elkaar samen door middel van berichtenverkeer. Versie 2 bracht verbeterde interoperabiliteit en versie 3 realiseert de integratie met Microsoft-componenten.
Java beleefde zijn eerste revolutie aan de client-kant van de IT-architectuur. Succesvoorwaarde voor de programmeertaal is altijd geweest dat er server-applicaties mee gebouwd kunnen worden. De interfaces voor client-applets (stukjes Java-code) zijn volgens Informaticus en Computable-columnist Martin Healey niet goed genoeg voor Java op de server. "De applets zijn sterk gericht op gebruikersinterfaces, die op een applicatieserver natuurlijk niets te zoeken hebben. De server-code moet juist toegang hebben tot transactie-interfaces, en daar zit de client nu juist weer niet op te wachten", schreef Healey in zijn column ‘Applicatieservers’ op 11 december 1998. De eerste Java-code voor servers werden ontwikkeld op basis van klassebibliotheken voor bijvoorbeeld TP-monitors en werden Enterprise Java Beans genoemd.