Bedrijven die in Europa via e-handel aan consumenten willen verkopen, kunnen dat vereenvoudigen. Ze dienen dan vrijwillig het recht te aanvaarden van het land waar de consument woont.
Zo wordt het voor de consument minder bezwaarlijk om ook uit andere Europese landen producten te bestellen, het stimuleert de ontwikkeling van de elektronische handel in Europa en kan bedrijven een concurrentievoordeel bieden. Dat is het voorstel van dr. Robert van Esch, die zojuist is benoemd als bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Leiden en daar IT-recht en e-commerce gaat doceren. Van Esch is naast jurist specialist in edi (electronic data interchange) en betalingsverkeer.
Zijn voorstel is een oplossing voor de plannen van de Europese Commissie voor een e-commerce-regeling. De Commissie wil namelijk het recht van het land van vestiging van het leverende bedrijf laten gelden – wie vanuit Nederland dus iets bestelt in Spanje zou dan vallen onder de Spaanse regels. Daartegen hebben consumentenorganisaties in Europa sterk bezwaar gemaakt.
Weinig problemen
De nieuwe hoogleraar waarschuwt voor een dergelijke juridische onzekerheid bij de ontwikkeling van e-commerce, vooral in het MKB. In de komende maanden verwacht Van Esch overigens weinig problemen gezien de hoeveelheid boeken en CD’s die nu al in het buitenland besteld wordt – bij problemen komt het geld immers makkelijk terug via de creditcard-maatschappij.
Van Esch hanteert ook een nieuwe definitie van electronisch zakendoen, namelijk ‘Het toepassen van IT in het handelsverkeer’, naast de veel bekritiseerde algemene van het Electronic Commerce Platform Nederland (ECP), namelijk: ‘Zakelijke handelingen die elektronisch worden uitgevoerd ter verbetering van de efficiency en effectiviteit van markt- en bedrijfsprocessen.’ De leerstoel wordt betaald door het VNO-NCW en het ECP, een samenwerkingsverband van het voormalige Ediforum en het ministerie van EZ. AG