Amerikaanse online effectenmakelaars dreigen bij tijd en wijle ten onder te gaan aan hun eigen succes. Er wordt op de beleggingsites zo druk gehandeld, dat mainframes, software of Internet-aansluitingen de enorme hoeveelheden bits af en toe niet kunnen verwerken. Boze telefoontjes, gedupeerde klanten en schadeclaims zijn het gevolg. De digitale commissionairs zijn tegen wil en dank de voorhoede geworden van de elektronische commercie. En ook de proefkonijnen.
Ook in Nederland is het online beleggen in opkomst. Klanten van IMG Holland, de Rabo Bank en Sem van Berkel Securities konden reeds in 1998 via websites koop- en verkooporders rechtstreeks naar de beursvloer sturen. Dit jaar openen ook ABN Amro, Bank Labouchere en de Postbank hun eigen beleggingssites. De handel in aandelen en opties wordt gedigitaliseerd en de banken doen ervaring op in het aangaan van elektronische relaties met beleggers. Mocht de Nederlandse belegger net zo enthousiast worden als zijn Amerikaanse tegenhanger – en waarom niet? – dan kunnen die financiële instellingen hun borst natmaken.
De Amerikaanse cijfers wijzen onomstotelijk uit dat een groot deel van de beleggers de stock broker opzij zet om zelf via het web alle beslissingen te nemen over het aanschaffen of van de hand doen van aandelen en opties. Het is goedkoper, sneller en spannender. Op de sites van Charles Schwab, E*Trade, Ameritrade, Datek en nog een stuk of negentig andere commissionairshuizen kan men kopen, verkopen en in real-time de ontwikkeling van de koersen en de eigen portfolio in de gaten houden.
Groei
Het aantal online brokers is in twee jaar tijd gegroeid van 27 naar 100. Werden in het eerste kwartaal van 1997 dagelijks 95.000 aandelentransacties via websites afgehandeld, in het laatste kwartaal van 1998 waren dat er 340.000. Volgens de Industry Standard vindt nu reeds 50 procent van alle particuliere transacties plaats via Internet.
De Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC), die toezicht houdt op de handel en wandel van Wall Street, verwacht dat nog dit jaar tien miljoen Amerikanen een online-beleggingsrekening zullen hebben. Met de groei van het aantal online beleggers is ook het aantal klachten van beleggers dramatisch gestegen. En deel heeft te maken met de onervarenheid van nieuwe beleggers. En ander deel wordt veroorzaakt door technische manco’s. De online brokers liepen op 27 oktober 1997 voor het eerst een bloedneus op. Die dag kelderde de Dow Jones 7 procent en konden veel beleggers geen toegang krijgen tot hun sites om aandelen van de hand te doen. Sindsdien hebben de aandelenhandelaren de capaciteit van hun computernetwerken enorm opgevoerd. Tijdens de mini-crash van augustus 1998 deden zich daardoor nauwelijks problemen voor.
Computercrash
In de afgelopen maanden zijn storingen bij een aantal grote online effectenmakelaars echter weer schering en inslag. De digitale commissionairs bevinden zich in een soort inhaalrace waarbij ze voortdurend de technologie moeten aanpassen aan de groeiende stroom klanten. Tijdens piekuren heeft Charles Schwab meer dan zestigduizend bezoekers simultaan op zijn website. De problemen doen zich vooral voor bij de middleware, de software die de samenwerking soepel moet laten verlopen tussen de webservers, die de klanten voorzien van informatie, en de backoffice-mainframes, die de eigenlijke transacties uitvoeren.
Amerikaanse beleggers openden in het laatste kwartaal van 1998 132.000 nieuwe rekeningen bij het populaire E*Trade. Maar in februari van 1999 ging de site van E*Trade op drie achtereenvolgende dagen down. Het systeem crashte nadat E*Trade nieuwe hardware en software had geïnstalleerd die een sneller verloop van transacties mogelijk moest maken. Na de crash belden zoveel klanten dat ook de telefooncentrale van E*Trade het aanbod niet kon verwerken. Klanten van E*Trade hebben al een gezamenlijk proces aangespannen om schade die ze hebben geleden te verhalen op de aandelenhandelaar. Dit ondanks het feit dat nieuwe klanten ervoor hadden getekend de handelaar niet aansprakelijk te stellen voor opgelopen schade als gevolg van technische problemen.
Complex
Het laatste slachtoffer is Charles Schwab. De site van Schwab is in een maand tijd al drie keer down geweest. De mainframes van Schwab moeten per seconde zo�n duizend computertransacties uitvoeren. Op zich lijkt dat niet zoveel als men bedenkt dat het internationale Sabre online-systeem voor het boeken van vliegreizen tijdens piekuren wel zesduizend transacties per seconde afhandelt. Maar volgens Dawn Lepore, de IT-directeur (cio) van Schwab, gaat die vergelijking mank. Het digitale verkeer over de sites van de on line brokers is gecodeerd en dat betekent een extra laag in de complexiteit. De gegevens in de databank van Schwab – met alle koersen en transacties – veranderen ook veel sneller dan de schema’s van de luchtvaart.
Volgens Gus Maikish, IBM’s vice-president Wall Street Sales, zijn de online handelaren proefkonijnen geworden voor het werken met IBM-mainframes. "Twintig jaar geleden waren het de boekingssystemen van de luchtvaartmaatschappijen die zorgden voor de maximale belasting van de mainframe software", zegt Maikish in de Wall Street Journal. "De ervaring met deze systemen leerde ons waar de problemen zaten, en we konden de bugs uit de software halen voordat het systeem werd ingevoerd in andere bedrijfstakken. Nu hebben de online handelaren deze rol overgenomen", aldus Maikish. De software voor IBM-mainframes bij Schwab wordt gebruikt met een volume waarop het nog nooit is getest.
De techneuten van Schwab overwegen nu de piekcapaciteit van de site op te voeren met een drastische vereenvoudiging van de architectuur van het netwerk. Dat kan gebeuren door de IBM Cics middleware – die het contact tussen de webservers en de mainframes beheert – uit te schakelen en te vervangen door een nieuwe versie van IBM’s OS/390 mainframe besturingssysteem. Hierdoor zou met name de conversie van TCP/IP naar SNA veel sneller verlopen. En andere verbetering wordt gezocht in het invoeren van IBM�s Parallel Sysplex omgeving waarmee de vijf mainframes als een grote machine kunnen samenwerken.
Groeipijnen
De problemen bij E*Trade, Charles Schwab en Ameritrade hebben ervoor gezorgd dat zowel de Amerikaanse justitie als de instanties die toezicht houden op de effectenhandel onderzoeken instellen. Een officier van Justitie in New York is naar aanleiding van klachten van online-beleggers begonnen met een onderzoek naar verschillende bedrijven. Hij wil onder andere weten hoeveel de online effectenhandelaren uitgeven aan de technologie die websites toegankelijk houden. Volgens de advocaten van benadeelde beleggers ontheffen disclaimers de online effectenhandelaren niet van de verantwoordelijkheid om de best mogelijk technologie toe te passen. Charles Schwab zou volgens de Wall Steet Journal al verschillende klanten in alle stilte financiële genoegdoening hebben geboden om nare publiciteit te voorkomen.
Ondanks alles beschouwen de meeste analisten online-handel als een geweldige successtory. De storingen, boze klanten en onderzoeken horen gewoon bij de groeipijnen van een bedrijfstak die het voortouw heeft genomen in het tijdperk van de digitale handel.