Vanaf najaar 1996 wordt Microsoft verscheurd door een interne strijd tussen Windows-loyalisten en Java-ketters. In maart 1997 beslecht Gates de strijd in het voordeel van de Windows-aanhanger Allchin. Maar een op handen zijnde reorganisatie, waarbij de naam van Java-adept Silverberg valt, zou weer tweespalt kunnen zaaien.
Voor de buitenwacht is Microsoft een gesloten bastion. Gates is de kapitein, Windows het vlaggeschip en het geld stroomt binnen. Wat zich afspeelt in het hoofdkwartier in Redmond is net zo toegankelijk voor buitenstaanders als de bijeenkomsten van Moskou’s polietbureau ten tijde van de koude oorlog. Binnen Microsoft heerst een bedrijfscultuur waar loyaliteit een belangrijke plaats inneemt en het uit de school klappen als zeer ongepast wordt beschouwd. Lucratieve aandelen-opties zijn een goede stimulans om de gelederen gesloten en de monden dicht te houden.
Het doet Microsoft dan ook pijn dat als gevolg van het anti-trustproces en andere processen, gigabytes aan interne Microsoft memo’s en e-mail plotseling voor Jan-en-Alleman op straat te grabbel liggen. Veel van Microsofts interne communicatie wordt met succes door de advokaten van het ministerie van justitie gebruikt om de geloofwaardigheid van Gates c.s. te ondermijnen. De memo’s en e-mails onthullen ook een interne machtsstrijd die zich eind 1996 en begin 1997 binnen Microsoft afspeelde over de toekomst van Windows en het antwoord op de gecombineerde Java-Netscape aanslag.
De hoofdrolspelers in deze burgeroorlog over Microsofts Internet-strategie zijn Jim Allchin, vice-president belast met de ontwikkeling van Windows NT, en Brad Silverberg, een vice-president die eind 1996 belast is met Microsoft Internet plannen. Jim Allchin is de leider van wat de Wall Street Journal de ‘Windows havikken’ noemt. Deze factie meent dat Microsoft koste-wat-kost Windows moet handhaven als het exclusieve platform om de toekomst van het bedrijf op te bouwen. De ‘duiven’ onder leiding van Brad Silverberg geloven dat Windows door de komst van Internet een gepasseerd station zal worden. Ze menen dat Microsoft de confrontatie met de Java-Netscape Juggernaut alleen kan overleven door zelf ‘op basis van de Internet Explorer en Java’ een eigen cross-platformarchitectuur te ontwikkelen.
Rivalen
Brad Silverberg is een bedachtzame maar zeker ook charismatische en dynamische manager die door zijn ondergeschikten op handen wordt gedragen. Na vijf jaar lang de baas te zijn geweest over de afdeling onderzoek en ontwikkeling bij het softwarehuis Borland komt hij in 1990 naar Microsoft. In Redmond krijgt Silverberg het beheer over personal-systems software en dat betekent dat hij de eerste verantwoordelijke is voor de ontwikkeling van Windows 95. In februari 1996 wordt Silverberg de man die de Internet-strategie van Microsoft moet uitvoeren. "Internet is een vloedgolf", zegt Silverberg, "Je moet op die golf surfen of er door worden verpletterd." Silverberg is bereid om alles te doen wat nodig is om niet te worden verpletterd. De inhaalrace met Netscape begint.
Jim Allchin komt eveneens in 1990 naar Microsoft. Het kost Bill Gates en Steve Ballmer aanzienlijke moeite om Allchin weg te krijgen uit zijn baan bij Banyan Systems, een pionier op het gebied van netwerksoftware. Allchin vertelt Gates ronduit dat hij niet in zee gaat met mensen die zo’n onbetrouwbaar product als DOS op de markt hebben gebracht. "Jullie kunnen geen betrouwbare software maken", krijgen Gates en Ballmer te horen. Gates zet echter door en weet Allchin over te halen zich aan te sluiten bij de Microsoft-gelederen. Allchin is de techneut die Microsoft moet binnenloodsen in het tijdperk van gedistribueerd computergebruik. In 1995 krijgt hij de verantwoordelijkheid over de ontwikkeling van Windows 98 en Windows NT.
Silverberg en Allchin komen beiden in 1990 bij Microsoft binnen. In december 1996 worden ze tegelijkertijd opgenomen in het nieuwe negenkoppige ‘polietbureau’ Executive Committee van Microsoft. De reorganisatie moet ervoor zorgen dat er meer ‘synergy’ ontstaat tussen de ontwikkeling van Windows, applicaties en Internet-producten. De messen voor een interne richtingenstrijd zijn echter reeds geslepen.
Exit Windows?
In 1996 raken veel programmeurs bij Microsoft – net als de rest van de wereld – in de ban van Internet en de schijnbaar onweerstaanbare opkomst van Java als de programmeertaal van de toekomst. Ze menen dat de combinatie van Java met Netscape’s browser een platform zal creëren dat een einde zal maken aan de dominantie van Windows. Brad Silverberg wordt de woordvoerder van deze groep. Hij stelt voor om een project dat hij onder zijn hoede heeft, de Internet Explorer, uit te bouwen tot Microsofts eigen cross-platform architectuur.
De strategie van deze duiven wordt in januari 1997 uiteengezet door Ben Slivka, hoofd van Microsofts Java-ontwikkelingsteam en een ondergeschikte van Silverberg, in een intern document dat hij ‘Microsoft’s API strategie: Java is ons noodlot’ doopt. In deze presentatie zet Slivka ideeën uiteen die niets meer en niets minder betekenen dan een exit-strategie voor Windows. Volgens Slivka zou Windows door de opkomst van Internet ‘in steeds grotere delen van de markt volkomen overbodig worden.’ Microsoft moet volgens Slivka trouw blijven aan de filosofie dat wanneer klanten een innovatie willen, Microsoft hen die zal leveren. Slivka’s concludeert: "Microsoft heeft geen keuze, we moeten de macht grijpen op het Java-platform." Om dat te bereiken, zo schrijft hij in het document, zal Microsoft een betere ‘cross-platform’ strategie moeten ontwikkelen dan de concurrentie. Als onderdeel van zijn pro-Java campagne hebben Silverberg en Slivka twee teams binnen Microsoft opdracht gegeven om Java-software te gebruiken. Java-code zal worden opgenomen in Microsoft’s Office en in een softwaretool dat ontwikkeld wordt onder de codenaam Vegas.
Eigen versie Java
Voor Jim Allchin – die sinds zijn komst bij Microsoft een radicale Windows-aanhanger is geworden – klinken de voorstellen van de duiven als vloeken in de kerk. Allchin werpt zich op als de leider van de ‘havikken’ en de beschermer van Windows. Ontwikkelingen binnen Microsoft waarvan andere besturingssystemen zouden kunnen profiteren, moeten volgens Allchin als ketterij van de hand worden gewezen. In februari 1997 gaat hij in een e-mail aan Bill Gates te keer tegen de Java-factie. "Het is mijn mening dat men binnen Microsoft bezig is Windows om zeep te helpen," schrijft Allchin. En hij vervolgt: "Ik beschouw al dat gepraat over cross-platform als een ziekte binnen Microsoft."
Wat wil Allchin? Hij vindt dat het bedrijf moet stoppen zijn softwarepartners weg te duwen van Windows naar een ongespecificeerd Microsoft Internet platform. Hij vindt ook dat Microsoft zijn eigen versie van Java moet ontwikkelen die wel goed samenwerkt met Windows maar niet met andere besturingssystemen. Niets cross-platform. Verder wil Allchin volgens de Wall Street Journal in 1997 dolgraag de leiding over de ontwikkeling van de Internet Explorer overnemen van Silverberg. Allchin is van mening dat de voorsprong van Netscape in de browseroorlog zo groot is dat er maar een manier is om deze strijd te winnen, namelijk door de Explorer te integreren in het Windows besturingssysteem
Gates als hard-liner
Bill Gates laat de strijd tussen de beide facties een aantal maanden voortwoekeren, maar in maart 1997 wordt het tijd voor een beslissing. Gates moet de knoop doorhakken om voor iedereen duidelijk te maken wat de Internet-strategie is van Microsoft en wat de toekomst is van Windows. En hij doet dat op zeer hardhandige wijze. Zijn beslissing lijkt opnieuw te bewijzen dat bij Microsoft uiteindelijk de hard-liners altijd winnen. Dat zit gewoon ingebouwd in de karakters van Bill Gates en zijn kompaan Steve Ballmer.
Op een dag in maart 1997 drommen managers en programmeurs van Microsoft bijeen in een zaaltje in gebouw 27 van het hoofdkwartier. Ben Slivka, zoals gewoonlijk gekleed in een Hawaii-shirt en een korte broek, mag als eerste verantwoordelijke voor de integratie van Java in Office en Vegas door middel van een diaspresentatie uiteenzetten hoever zijn teams zijn gevorderd. Hij komt echter niet ver. Reeds bij de eerste dia, waarin op geen enkele wijze verwezen wordt naar Windows, wordt hij onderbroken door Gates. "Er is niets in die dia dat me bevalt", zo barst Gates los volgens het verslag van de bijenkomst in de Wall Street Journal. Gates ontpopt zich als een havik.
Slivka krijgt geen kans zich te herstellen van de eerste aanval. "Waarom geef je je opties niet op en sluit je je aan bij het Peace Corps", bijt Gates hem toe. Het Amerikaanse Peace Corps bestaat voornamelijk uit jonge vrijwilligers die overal ter wereld goede werken verrichten. Door Slivka te identificeren met het Peace Corps geeft Gates aan dat hij meer strijdbaarheid verwacht van zijn ondergeschikten. Gates gaat verder: "Heeft niemand hier ooit gehoord van Windows? Alles bij dit bedrijf draait om Windows". Op dat moment is het aan iedereen in gebouw 27 duidelijk dat de burgeroorlog binnen Microsoft voorbij is. Het is ook duidelijk wie heeft gewonnen.
Het is niet ondenkbaar dat de beslissing van Gates anders had kunnen uitvallen. Uit interne e-mail van Microsoft blijkt echter duidelijk wat de doorslag heeft gegeven voor Microsoft om niet zelf cross-platform te gaan. Java is minder goed dan zijn aanhangers geloven. De programmeurs van Microsoft hebben in 1996 en 1997 grote moeite om Java-software goed te laten lopen op verschillende platforms. De ervaringen van Slivka’s teams met Java zijn zeer teleurstellend. De code die speciaal voor Windows wordt geschreven, is drie tot vier keer zo snel als vergelijkbare Java-code. Gates heeft alle reden om te geloven dat wanneer zijn programmeurs problemen hebben met Java, het niet anders zal zijn bij Sun Microsystems.
Verslagenheid
Slivka likt zijn wonden en beklaagt zich in een e-mail aan een collega over Gates. "Het is zeer teleurstellend dat Bill meende dat het nodig was mij zo de mantel uit te vegen zonder dat ik de kans kreeg hem iets uit te leggen.’ En: "hij was onnodig onbeschoft tegen mij." De Java-groep van Slivka wordt ontbonden en de Office en Vegas-teams worden in de loop van 1997 weer geheel ingelijfd in de Windows-strategie. In september 1997 maakt Russ Arun, ooit een duif in de factiestrijd, in een e-mail aan een colega duidelijk dat Microsoft het idee van een cross-platform geheel heeft losgelaten. Arun schrijft: "We hoeven ons nooit meer druk te maken over ‘cross-platform’ ideeën."
Een paar maanden na de publieke terechtwijzing van de duiven door Gates neemt Silverberg voor onbepaalde tijd verlof. Veel medewerkers van Microsoft zien de populaire Silverberg met bezwaard hart gaan. De enige reden die hij opgeeft voor zijn vertrek is dat hij een grote fietstocht door het noordwesten van Amerika wil maken. Is hij verbolgen, verbitterd of teleurgesteld? Silverberg hult zich tegenover de pers in stilzwijgen. Volgens de Seattle Times heerst er in januari 1998 grote verslagenheid bij de Silverberg-getrouwen binnen Microsoft wanneer hun favoriet zijn tijdelijk verlof met een jaar verlengt.
En de winnaar is?
Jim Allchin komt als winnaar te voorschijn uit de interne strijd. Allchin krijgt naast de ontwikkeling van Windows NT ook de ontwikkeling van de Internet Explorer onder zijn hoede. De opinie van Allchin wordt de strategie van Microsoft. Het bedrijf zal koste-wat-kost Windows beschermen. Microsoft zal geen cross-platform ontwikkelen. Microsoft zal zijn eigen – in de optiek van Sun ‘gecorumpeerde’ – versie van Java ontwikkelen. En de Internet Explorer wordt plat neergelegd en opgerold in het Windows besturingssysteem. Die laatste zet blijkt succesvol wanneer de Internet Explorer in hoog tempo Netscape’s browser voorbij streeft in gebruikersaantallen.
De keuzes van Allchin bezorgen Microsoft echter ook een hoop juridische problemen. Sun Microsystems sleept Microsoft voor de rechter wegens het niet juist naleven van de Java-licentie. Een rechter in Californie stelt Sun in november 1998 voorlopig in het gelijk. En dan is er natuurlijk het anti-trust proces dat voor een belangrijk deel is gebaseerd op de inlijving van de Explorer in Windows.
Wanneer Jim Allchin begin februari 1999 als getuige verschijnt in het anti-trust proces, veegt David Boies, de briljante advokaat van het ministerie van justitie, de vloer met hem aan. Allchin moet toegeven dat gebruikers van Windows ’95 best zelf de nieuwste versie van de Internet Explorer kunnen installeren om over dezelfde features te kunnen beschikken die Windows ’98 – met de geintegreerde browser – biedt. Daardoor ontstaat opnieuw twijfel over de motieven van Microsoft om de browser te integreren in Windows. De getuigenis van Allchin wordt door de advokaat James Loftis III, een autoriteit op het gebied van antitrust-rechtspraak, omschreven als ‘nog een nagel in de doodskist van Microsoft’.
Reorganisatie
En Silverberg? Hij fietst, kampeert, doet aan wintersport en brengt veel tijd door met zijn familie. Hij duikt zeer sporadisch op in Redmond om gedachten uit te wisselen met Gates en Ballmer. Wanneer echter Steve Ballmer in januari 1999 een ingrijpende reorganisatie aankondigt bij Microsoft, duikt onmiddellijk weer de naam van Silverberg op.
Microsoft is van plan het bedrijf in vier klantgerichte divisies onder te brengen: ‘consumenten’, ‘ondernemingen’, ‘ontwikkelaars’ en ‘kenniswerkers’. Silverberg zou de leiding kunnen krijgen over de consumenten-divisie en dan de eerste verantwoordelijke worden voor de verdere ontwikkeling van Windows en Microsofts webportaal. Jim Allchin wordt getipt als de baas van de ondernemingen-divisie waar hij mag proberen Windows NT tot een goed einde te brengen. Een woordvoerder van Microsoft wil geen commentaar leveren op de personen die eventueel bij de reorganisatie betrokken zullen zijn. Misschien kan de hereniging van twee oude vijanden zorgen voor een opleving van de richtingenstrijd binnen Microsoft.
Teake Zuidema, freelance medewerker.