De leden van de Tweede Kamer begrijpen weinig van de inhoud en kosten van Kennisnet, het gesloten netwerk voor scholen. Dit zegt projectleider Fred Kappetijn van exploitant Enertel. Hij reageert hiermee op de parlementariërs die vraagtekens plaatsen bij de noodzaak van Kennisnet.
Harry van Bommel (SP) is het meest uitgesproken in zijn mening over het netwerk dat scholen met elkaar en andere instellingen verbindt. "U mag wat mij betreft kappen met Kennisnet, zodat er voldoende middelen vrijkomen voor computers op de scholen", zei hij tegen minister Loek Hermans van Onderwijs, tijdens het kamerdebat over de ICT-plannen van de bewindsman. Ook andere politici hebben hun twijfels over Kennisnet. Joop Wijn van het CDA vroeg de minister dan ook om een oordeel van een onafhankelijk onderzoeker.
Centrale rol
Kennisnet speelt een centrale rol in de plannen van Hermans. Dit netwerk biedt volgens de minister mogelijkheden om kennis en toepassingen te verspreiden. Op dit moment is de pilot gaande, met Enertel als aanbieder. Deze proef loopt in mei af. Aangezien de minister minder geld beschikbaar heeft voor de invoering van ICT in het onderwijs, zoekt de Kamer naar goedkopere oplossingen. Kennisnet is mogelijk een kind van de rekening.
Kappetijn heeft zich verbaasd over het kamerdebat en het gebrek aan kennis van de politici. Veel parlementariërs vroegen de minister om een lijst met voor- en nadelen van Kennisnet. Eric Zegwaart, directeur van onderaannemer Educatienet, kan begrip opbrengen voor het feit dat veel politici moeite hebben met het dossier. "Het gaat tenslotte om een complex project. Er moet flink wat uitgelegd worden. Misschien moeten ze zelf op Kennisnet zitten."
Valt of staat
Projectleider Kappetijn meent dat een adequate invoering van ICT in het onderwijs valt of staan met Kennisnet. "Ik kan me niet voorstellen dat de andere diensten aangeboden kunnen worden zonder een infrastructuur." Hij ziet het als taak van de minister en zijn ambtenaren om de kamerleden nogmaals uit te leggen wat Kennisnet precies is. "Wij zijn marktpartij en dus verdacht."
Enkele kamerleden wisten niet of Kennisnet ook toegang biedt tot Internet. Verder maakten ze zich zorgen over het gebrek aan educatieve software. "In het slechtste geval is Kennisnet een beheerde omgeving, die ook Internettoegang biedt. In het beste geval staat er een prachtige inhoud tot de beschikking van de scholen", aldus Zegwaart. Volgens Kappetijn wachten uitgevers juist op Kennisnet, alvorens ze educatieve software gaan ontwikkelen. "Dan zijn ze zeker van een goede markt."
Scenario’s
Er bestaan drie mogelijke scenario’s voor Kennisnet. Allereerst kan de overheid na evaluatie van de pilot beslissen dat Enertel het project niet aankan. Dan valt de keuze automatisch op KPN, de eerste reserve. De politiek kan ook oordelen geen behoefte te hebben aan Kennisnet. Dan moet de staat zeventien miljoen gulden betalen aan Enertel, als tegemoetkoming voor gemaakte kosten. De derde mogelijkheid is dat de regering doorgaat met Kennisnet en Enertel als exploitant. "Dat is drie keer zo goedkoop als de oplossing met KPN. Bovendien kan dit bedrijf nog geen breedband leveren", concludeert Kappetijn.
Vrijheid of niet?
De Tweede Kamer heeft zijn twijfels over het voorstel van minister Hermans om de scholen keuzevrijheid te geven in besteding van het beschikbare ICT-budget. De parlementari�rs willen garanties dat scholen dit geld daadwerkelijk aan ICT uitgeven en niet aan bijvoorbeeld lekkende daken. Hermans benadrukt vertrouwen te hebben in de onderwijsinstellingen.