Een nieuwe generatie glasvezelbaronnen probeert met geïntegreerde pakketgeschakelde netwerken voor data en spraak in de VS een deel van de markt te veroveren. Qwest Communications is de koploper. De zoon van een Texaanse oliespeculant en de kleinzoon van een Italiaanse voddenman willen de wereld voorzien van goedkope bandbreedte.
Nog maar vier jaar geleden meenden de meeste analisten dat de Amerikaanse bodem verzadigd was met glasvezel. De bestaande netwerken van AT&T, MCI, Sprint en anderen zouden tot aan het einde van deze eeuw gemakkelijk in de vraag naar bandbreedte kunnen voorzien. Een aantal kapitaalkrachtige ondernemers had daar andere ideeën over. De explosieve groei van het telefoon- en dataverkeer, het toenemende gebruik van Internet, het verzenden van spraak over pakketgeschakelde netwerken en de opkomst van nieuwe applicaties als video-vergaderen zou een geweldige honger naar bandbreedte veroorzaken. Het geld van deze vooruitziende geesten werd geïnvesteerd in nieuwe bedrijven als Qwest Communications, Level 3 Communication, de Williams Companies, IXC Communications en Frontier. Deze bedrijven begonnen koortsachtig glasvezel aan te leggen naast spoorwegen, langs elektriciteitspalen en zelfs in oude gasleidingen.
Volgens de filosofie van de nieuwste generatie telcoms (telecombedrijven) ligt de toekomst van de industrie in de zogenaamde geïntegreerde netwerken (‘converged networks’). Het gaat om pakketgeschakelde netwerken waarin alle verkeer gelijk wordt behandeld. Of het nu om spraak, fax, data of video gaat, de informatie wordt in pakketjes van bits door het glasvezelnetwerk gejaagd. De pakketjes hebben allemaal een adres en kunnen in een onafgebroken stroom simultaan worden verstuurd. Omdat spraak, data en video door dezelfde pijp gaan, openen de geïntegreerde netwerken leuke mogelijkheden voor geintegreerde toepassingen als video-vergaderen en video-voicemail.
Een glasvezel in een pakketgeschakeld netwerk kan veel intensiever worden gebruikt dan dezelfde vezel in een circuitgeschakeld netwerk zoals het traditionele telefoonnet. Daarbij komt nog dat bedrijven Qwest en Level 3 gebruik maken van de meest geavanceerde glasvezeltechnologie en de nieuwste ‘dense wave division multiplexing’. Door verschillende golflengten licht door het netwerk te zenden, biedt iedere glasvezel plaats aan 80 gemultiplexte kanalen. De nieuwkomers hebben technologisch en financieel de wind in de zeilen. Het is voor een nieuw bedrijf in veel gevallen goedkoper een compleet nieuw ‘state-of-the-art’ glasvezelnetwerk aan te leggen dan het voor een de gevestigde orde is om een bestaand netwerk om te bouwen in een ‘state-of-the-art’ geïntegreerd netwerk.
Philip Anschutz
De Texaanse miljardair Philip Anschutz (59) investeert net zo gemakkelijk in olievelden, spoorwegen, ijshockeyspelers als glasvezeldiensten. In de filosofie van Anschutz gaat het er niet om wat hij verkoopt, maar wanneer hij verkoopt. Timing is alles. Hij heeft die wijsheid meegekregen van zijn vader. Fred Anschutz speculeerde een leven lang op de prijsschommelingen van ruwe olie op de wereldmarkt. Door de grillige opbrengsten van de Amerikaanse olievelden was er in de huishouding van Anschutz geen enkele financiele stabiliteit. De ene week waren de Anschutz miljonairs, de volgende balanceerden ze op de rand van de financiele afgrond.
Filip Anschutz ontwikkelt zich in een andere richting dan zijn vader. Hij wordt niet een gokker, maar een koele rekenaar. Anschutz bouwt een enorm vermogen op met de handel in olie, spoorwegen en onroerend goed. Zijn passie voor sport beleeft hij in het lopen van marathons en in de aanschaf van het ijshockeyteam de Los Angeles Kings en professionele voetbalteams in Denver en Chicago. Eigenaren van sportteams staan in de VS enorm in de publiciteit. Philip Anschutz schuwt echter de media. Er verschijnt zelden of nooit een foto van hem in de krant en hij kan dan ook in alle anonimiteit aanschuiven tussen de fans van de Los Angeles Kings.
In 1995 verkoopt Filip Anschutz voor 5,4 miljard dollar zijn aandelen in de kwakkelende spoorwegonderneming Southern Pacific Rail. Hij blijft echter eigenaar van de ‘rights-of-way’, het recht om kabels te leggen langs het spoorwegtraject en van de afdeling die kabels legt. In Denver start hij met Qwest Communications, het bedrijf dat die rechten kan exploiteren. Niemand weet op dat moment precies wat Anschutz met die rechten zal doen. Anschutz kondigt aan dat Qwest een soort groothandel zal worden in glasvezeldiensten waar klanten als AT&T, MCI en Sprint bandbreedte of ‘dark fiber’ kunnen inkopen. Qwest begint voor de telcoms MCI, Frontier en GTE kabels te leggen naast de voorbijrazende treinen. Maar naast deze kabel komt een kabel te liggen die eigendom is van Qwest zelf.
Joe Nacchio
Joseph P. Nacchio vertrekt in december 1996 bij AT&T na een bittere interne machtsstrijd. ‘Ontslag genomen,’ zegt Nacchio. ‘Weggestuurd,’ zegt een woordvoerder van AT&T. Het hoofd van de afdeling ‘consumer operations and small businesses’ moet na een dienstverband van 27 jaar bij AT&T het veld ruimen wanneer hij in de ogen van ceo Robert Allen te veel kritiek heeft op de koers van het bedrijf. Nacchio, die een van de kroonprinsen was bij AT&T, voelt zich behandeld als een kwajongen en zint op wraak. Hij hoeft niet lang op zijn kansen te wachten. Al voor zijn vertrek bij AT&T was Nacchio in gesprek met Philip Anschutz. Het klikt tussen de publiciteitsschuwe miljardair en de extroverte Newyorker. In januari 1997 wordt Nacchio ceo van Qwest Communications.
De rijzende ster van Joseph Nacchio is zo’n verhaal waar Amerikanen dol op zijn. Nacchio’s grootvader was een voddenboer die van Italië naar Amerika emigreerde. Joseph is de eerste van de familie die in Amerika een degelijke opleiding krijgt. Hij wordt ingenieur en werkt zich via de afdeling Engineering op naar de top van AT&T. "Mijn grootouders zouden absoluut niets begrijpen van het werk wat ik nu doe", zegt Nacchio over zijn werk bij Qwest. Wanneer hij naar Qwest vertrekt, neemt hij 27 jaar ervaring in de technologische en commerciële aspecten van de telecommunicatie-industrie met zich mee. Qwest gaat onverdroten voort met het leggen van de ‘non zero dispersion-shifted’ vezel die 120 Amerikaanse steden met elkaar zal verbinden.
In 1997 vinden ingrijpende veranderingen in de telecommunicatie-industrie plaats. De grootste klapper is wel de overname van MCI door de veel kleinere telcom World Com van Bernard Ebbers. Nacchio heeft zich dan al helemaal ingeleefd in zijn rol als ondermijner van de gevestigde orde. 1997 is ook het jaar waarin Internet-telefonie of ‘voice-over-IP’ doorbreekt. Qwest profileert zichzelf als de kampioen van het verzenden van spraak en data over pakketgeschakelde netwerken. Nacchio’s commentaar op de overname van MCI door World Com: "Het is onbegrijpelijk dat iemand zoveel geld uitgeeft voor een spraak-netwerk". In december 1997 verlaat Qwest zijn rol als groothandelaar en begint met het aanbieden van Internet-telefonie in acht Amerikaanse steden voor het ongehoord lage tarief van 7,5 dollarcent per minuut.
Waar zijn de klanten?
Qwest is begin 1999 in Amerika de koploper van een groep nieuwe ondernemingen die zijn zinnen gezet heeft op de telecommunicatiemarkt. Anschutz en Nacchio zijn verder met de ontwikkeling van hun glasvezelnetwerk dan Level 3, IXC Communications en de Williams Companies. De aanleg van het Qwest netwerk wordt bovendien gesubsidieerd door de concurrentie. Qwest heeft bijna twee miljard dollar verdiend met het leggen van glasvezel voor MCI WorldCom, GTE en andere concurrenten naast de eigen kabel. In 1999 verwacht het bedrijf uit Denver nog eens 620 miljoen dollar aan inkomsten voor het graven en leggen voor andere bedrijven. Het voordeel is duidelijk: na aftrek van deze inkomsten kost het Amerikaanse netwerk Qwest niet meer dan 300 miljoen dollar. Het nadeel? Qwest Communications helpt zijn eigen concurrenten in het zadel.
Wanneer in juni 1999 het licht kan gaan branden in de 18.499 mijlen van het complete Amerikaanse netwerk zullen de glasvezels van Qwest tegelijkertijd 31 miljoen telefoongesprekken kunnen verwerken. In de praktijk zal echter slecht 1 procent van de totale capaciteit van het netwerk in gebruik worden genomen. En van die ene procent is voorlopig niet meer dan 4 procent verkocht aan klanten. Een aanzienlijk deel van de klandizie komt van een aantal grootverbruikers van bandbreedte als Cable & Wireless en Verio Inc. De glasvezel van Qwest levert ook de Internet-backbone voor een consortium van 130 Amerikaanse universiteiten. Het is de taak van Nacchio om de grotendeels lege pijpen van Qwest verder vol te krijgen.
In juni 1998 neemt Qwest voor 4.4 miljard dollar de telefoonmaatschappij LCI International over. Nacchio kan de overname financieren door de hoge koers van het aandeel Qwest. Zijn bedrijf verwerft hiermee een paar miljoen klanten en een jaarlijkse inkomstenstroom van 1.6 miljard dollar. Ook haalt Qwest de verkopers, de administratie en het netwerkmanagement binnen, zonder welke een telefoonbedrijf niet kan opereren. De overname van LCI verbreedt de basis van Qwest, maar is technologisch een stap terug. De LCI-klanten zullen blijven bellen via circuitgeschakelde telefoonverbindingen. Qwest verliest daarmee zijn imago de technologisch voorloper te zijn in de wereld van de telecommunicatie. Die eer gaat nu naar Level 3 Communications dat voor 10 miljard dollar een netwerk aanlegt waarin geen enkele circuitschakelaar te vinden zal zijn.
Verdere expansie
Hoe meer deals, des te meer klanten. Nacchio bouwt in 1998 ijverig aan het uitbreiden van zijn klantenkring. Hij legt 750 miljoen dollar op tafel om zogenaamde cybercenters te bouwen in tien Amerikaanse steden waar klanten van Qwest videoconferenties kunnen organiseren en hun websites kunnen onderbrengen. Bezoekers van Netscape’s webportaal Netcenter zullen in de nabije toekomst een Qwest-knop aantreffen waarmee ze kunnen bellen, faxen en video-voicemail versturen via het Qwest-netwerk. In oktober tekent Qwest een overeenkomst met Big Planet, een bedrijf dat allerlei telecommunicatiediensten aanbiedt aan particulieren en kleine bedrijven. Qwest zal 65 miljoen dollar opstrijken voor het leveren van voice-, data- en multimedia-verbindingen aan de klanten van Big Planet. In december 1998 breidt Qwest zijn aanbod van goedkope Internettelefonie in de Verenigde Staten uit van acht naar 120 steden.
In dezelfde maand doet Microsoft een investering van 200 miljoen dollar in Qwest. De bedrijven zullen gaan samenwerken rondom Microsofts Windows NT-(of Windows 2000) platform. De alliantie biedt Microsoft de mogelijkheid om aan te tonen dat Windows NT wel degelijk grootschalige systemen kan ondersteunen. Microsoft zal ook updates van zijn applicaties aan bedrijven verstrekken via de glasvezels van Anschutz. Qwest zal op het Windows NT platform een heel scala van ‘business-to-business’ applicaties aanbieden, zoals e-mail ‘outsourcing’, e-handel en webhosting.
Qwest gaat internationaal
Qwest beperkt zich niet tot de Verenigde Staten. Het Amerikaanse netwerk krijgt vertakkingen in Canada en Mexico. Het bedrijf van Anschutz en Nacchio sluit zich ook aan bij een consortium dat medio 2000 een nieuwe 21.000 kilometer lange glasvezelring in gebruik gaat nemen op de bodem van de Stille Oceaan. Ook Viatel, AT&T, British Telecom, MCI WorldCom, Sprint, Alcatel, Fujitsu en NEC zullen investeren in deze kabel die een piekcapaciteit zal krijgen van 640 Gbps en die bestemd is voor spraak- en dataverkeer tussen Noord-Amerika en Azië’.
De belangrijkste internationale activiteiten van Qwest spelen zich echter af in Europa. "Om een vooraanstaande rol te spelen in de nieuwe wereld van geïntegreerde netwerken, moeten we aan beide zijden van de Atlantische Oceaan aanwezig zijn", zegt Naccchio. Die aanwezigheid gaat van start wanneer Qwest capaciteit verwerft op de transatlantische Gemini-kabel en vervolgens, in maart 1998, de Internetprovider Eunet overneemt. In november 1998 vormt Qwest samen met KPN de joint-venture KPNQwest die een hoge-capaciteit glasvezel (IP) netwerk in Europa zal ontwikkelen gebaseerd op KPN’s Euroringen. Dit netwerk zal via de transatlantische kabel gekoppeld worden aan de Noord-Amerikaanse glasvezel van Qwest. Die verbinding is zeker nodig omdat momenteel 70 procent van alle Europese Internetverkeer naar de VS gaat. Nacchio mag op de persconferentie in Amsterdam, waar de joint-venture wordt aangekondigd, uitleggen hoe je de naam Qwest uitspreekt. Het is dus niet Q-west, maar gewoon Kwest.
Gevestigde orde zit niet stil
Volgens een rapport van de Gartner Group zal de vraag naar bandbreedte in de komende vijf jaar meer dan verdrievoudigen. Door het grote aanbod aan glasvezel en de steeds geavanceerdere technologie voor ‘dense wave multiplexing’ gaat de prijs van bandbreedte onvermijdelijk kelderen. Sommige analisten noemen dit Moore’s Wet van de bandbreedte: de kosten voor het gebruik van bandbreedte zullen iedere achttien maanden halveren.
De vraag is natuurlijk welke telcoms het meest zullen profiteren van de groeiende vraag naar bandbreedte. Een cruciale factor daarbij is de snelheid waarmee het telefoonverkeer zal migreren naar pakketgeschakelde datanetwerken. Analisten van IDC voorspellen dat de wereldmarkt van spraak-over-IP tussen 1997 en 2002 zal groeien van 700 miljoen dollar tot 24 miljard. Dat lijkt veel geld. Maar 24 miljard dollar zal slechts 11 procent zijn van de totale waarde van de markt van de circuitgeschakelde netwerken in 2002. Anno 1999 gaat nog minder dan 1 procent van de Amerikaanse spraak-telefonie over datanetwerken.
Volgens Larry Rabiner, vice-president research van AT&T, zal de migratie van spraak naar pakketgeschakelde netwerken nog jaren op zich laten wachten. AT&T heeft een researchgroep aan het werk van 2000 mensen die de opdracht hebben manieren te verzinnen om meer dan 100 jaar investeringen in oude telefoonlijnen te beschermen. Ze werken vooral aan innovaties die een betere integratie van pakketgeschakelde en circuitgeschakelde netwerken mogelijk maken. Een zo’n innovatie is Tops (Telephony over Packet Switching) waarbij gebruikers niet langer nummers hoeven te weten maar met behulp van AT&T’s spraakherkenning gesproken commando’s kunnen geven om zus-en-zo te bellen. Tops maakt zowel gebruik van pakketgeschakelde als circuitgeschakelde connecties.
De top van AT&T is van mening dat de oude vertrouwde telefoonlijnen nog jaren meekunnen omdat met name de grote klanten problemen hebben met de kwaliteit en de prijs (!) van spraak over IP of andere datanetwerken. De kwaliteit van spraak over IP is nog steeds een stuk minder dan die van de telefoonnetwerken. Met name grote bedrijven piekeren er niet over om bijvoorbeeld hun klantenservice over te laten schakelen naar de minder betrouwbare datanetwerken. Grote Amerikaanse bedrijven kunnen momenteel voor een tarief van minder dan 10 dollarcent per minuut gebruik maken van het traditionele telefoonnetwerk.
Vrijwel niemand twijfelt eraan dat er vroeger of later een totale
integratie zal plaatsvinden van spraak en datanetwerken. Die totale integratie kan echter nog wel tien tot vijftien jaar op zich laten wachten. De exploitanten van de oude telefoonlijnen zullen hun investeringen zo lang mogelijk blijven uitmelken. En mocht het tij zich tegen hen keren, dan hebben AT&T, MCI Worldcom en Sprint genoeg glasvezel in de grond om zelf geïntegreerde netwerken te exploiteren. AT&T zal begin 1999 in Amerika een nieuw glasvezelnetwerk in gebruik nemen dat uitgerust is met de meest geavanceerde technologie voor het verzenden van spraak- en dataverkeer. Ook MCI doet 50 procent van zijn Amerikaanse investeringen in geïntegreerde netwerken.
Is Qwest te koop?
Qwest Communications eet in feite mee van twee walletjes. Het biedt zowel IP-telefonie als circuitgeschakelde verbindingen aan over het Amerikaanse netwerk. Het bedrijf is de nummer één in het peloton van bedrijven die geïntegreerde netwerken aanbieden maar is tegelijkertijd met de overname van LCI een belangrijke aanbieder geworden van gewone telefonie. Wall Street is kennelijk redelijk enthousiast over de strategie van Nacchio en Anschutz. Bij de introductie op de beurs werd de waarde van het aandeel Qwest bepaalt op 20 dollar. Momenteel schommelt de waarde van het aandeel rond de 50 dollar.
Philip Anschutz is miljardair geworden door steeds op het juiste moment olievelden of spoorwegen van de hand te doen. Er wordt in de Amerikaanse media dan ook regelmatig gespeculeerd wanneer hij Qwest in de verkoop zal gooien. Anschutz zegt hierover zelf in het blad Forbes: "Timing is alles. Tegen de tijd dat onze concurrenten ons bijna hebben ingehaald, zullen we misschien niet meer bestaan". Wanneer het op geld verdienen aankomt, opereert Anschutz met de snelheid van het licht.