"We werken hier met hoogopgeleide professionals die wijs genoeg zijn om hun eigen arrangementen samen te stellen." Grote bedrijven als CMG en Cap Gemini houden vakbonden en cao’s liever buiten de deur. "Maar een zekere regulering van arbeidsvoorwaarden is ook economisch gunstig", meent FNV Bondgenoten.
Ik zie de toegevoegde waarde van vakbonden en een cao niet. We overleggen met onze ondernemingsraad en dat bevalt prima." Eric Plante, algemeen directeur van Cap Gemini, neemt ruim de tijd om uit te leggen waarom zijn bedrijf FNV, CNV en zelfs een brave bond als De Unie buiten de poort houdt. In het Utrechtse Cap-dorp regelen ze de arbeidsvoorwaarden zelf, en daar zijn ze heel tevreden mee. "We geven onze medewerkers zoveel mogelijk verantwoordelijkheid. Je kunt hier je carrière voor een groot deel zelf vormgeven, dan is het niet logisch als je voor je arbeidsvoorwaarden een derde partij erbij haalt. Dat levert alleen maar extra problemen op." Volgens de Cap-directeur is in zijn organisatie de traditionele belangentegenstelling tussen arbeid en kapitaal verdwenen. "Bij ons lopen de belangen parallel. We investeren bijvoorbeeld veel in de scholing van onze medewerkers. Dat is in ons eigen belang, in het belang van onze klanten en ook gunstig voor de personeelsleden. Ook op het gebied van arbeidsvoorwaarden hebben directie en ondernemingsraad dezelfde visie. We willen medewerkers zoveel mogelijk zelf keuzes laten maken en hebben dus geen uitgebreide collectieve voorzieningen. We werken hier met hoogopgeleide professionals die wijs genoeg zijn om hun eigen arrangementen samen te stellen. De één wil een grote auto, de ander een goed pensioen en de derde heeft behoefte aan kinderopvang.
"Ik heb in dertig jaar nog nooit iemand van de vakbond ontmoet en dat wil ik graag zo houden. Het lijken me hele aardige mensen hoor, die vakbondsbestuurders. Leuk om een pilsje mee te drinken, maar de arbeidsvoorwaarden bespreek ik met mijn eigen mensen." Hugo Schaap, voorzitter van de Raad van Bestuur van CMG Nederland, koestert de eigen koers van zijn bedrijf. "Ik ben slechts één keer woedend geweest op de ondernemingsraad, als ik er aan denk ga ik nog steeds bijna hyperventileren. Ik kreeg een pamflet onder ogen met de kop: ‘de successen van de OR’. Net alsof ze de afspraken voor de poorten van de hel hebben weggesleept. Als ik ergens allergisch voor ben dat is het een houding van ‘wij’ tegen ‘zij’, personeel tegen directie. Zo gaan we hier niet met elkaar om."
Informele omgangsvormen en een open cultuur zijn volgens Schaap kenmerkend voor CMG en daar hoort een vakbond niet bij. "Voor iedereen gelden dezelfde regels. De directie heeft geen privileges. Iedereen mag kijken naar mijn declaraties en mijn loonstrook inzien. We denken niet in tegenstellingen. De ondernemingsraad krijgt signalen van het personeel en ik praat ook met veel medewerkers. In een overlegvergadering brengen we de verschillende geluiden bij elkaar en kijken gezamenlijk wat we moeten doen."
Zelf regelen
"Vakbonden zorgen ervoor dat bedrijven in een keurslijf komen en dat is het laatste waar ze behoefte aan hebben, menen Plante van Cap Gemini en Schaap van CMG. Het is een mening die lange tijd in de IT-sector gemeengoed was. Maar langzaam maar zeker bevinden deze vooraanstaande directeuren zich in een minderheidspositie. Cao’s en vakbonden rukken op, zo blijkt uit cijfers van FNV Bondgenoten. Bijna de helft van de werknemers valt inmiddels onder een cao, vijf jaar gelden was dat nog geen kwart. Bovendien is inmiddels tien procent van de werknemers lid van een vakbond.
Gerard van Hees, IT-bestuurder bij FNV Bondgenoten, heeft een verklaring voor deze ontwikkeling. "Een cao begint een concurrentievoordeel te worden", meent hij. "Allereerst natuurlijk bij de personeelswerving. Ik zat laatst in de auto en er waren slechts twee reclamespotjes op de radio: allebei van IT-bedrijven die reclame maakten met deeltijdwerk en kinderopvang. Dat was kicken, want die zaken waren in de cao afgesproken." Ook commercieel kunnen er voordelen zijn, is de stellige overtuiging van de vakbondsman. "IT-bedrijven nemen steeds vaker bedrijfsonderdelen over van ondernemingen die hun IT-afdeling outsourcen. Die medewerkers hebben een cao en ze gaan makkelijker over naar een bedrijf dat ook een cao heeft."
Niet in de laatste plaats is het beleid van zijn eigen bond verantwoordelijk voor de ommezwaai, meent Van Hees. "We passen ons nu veel meer aan. Vroeger hadden we de neiging om te vertelen hoe het moest. Een cao diende aan die en die eisen te voldoen. Alle regelingen het liefst collectief. Sinds een paar jaar gaan we uit van de cultuur in de sector. Hoogopgeleide IT’ers kunnen nu eenmaal veel zelf regelen. De cao’s die we afsluiten zijn een raamwerk, dat door ondernemingsraden en door individuen nader wordt ingevuld."
Waarom moet er sowieso een vakbond bij betrokken zijn? Kan een ondernemingsraad vol met hoogopgeleide consultants niet zelf over arbeidsvoorwaarden beslissen? "Het zal best hier en daar goed gaan", antwoordt Van Hees. "Maar ik kom toch vaak rare dingen tegen. Laatst nog: een OR die had afgesproken dat werknemers bij ziekte slechts zeventig procent van hun salaris kregen. Onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden zijn soms heel ingewikkeld. Ik neem zelf bij allerlei onderwerpen ook deskundigen mee." De rol van de bond kan bovendien verschillen, benadrukt van Hees. "Meestal voeren wij de onderhandelingen over zo’n raamcao en houden we nauw contact met de ondernemingsraad. Maar het komt ook voor dat de OR in de onderhandelingsdelegatie zit of dat zij de onderhandelingen voeren en ik er als adviseur bij zit."
Buitenlandse bazen
De bond als adviseur. Het wil er bij Eric Plante van Cap Gemini niet in. "Een collega-bedrijf (Getronics, red.) heeft twee jaar geleden voor het eerst een cao afgesloten. Nu is bij de nieuwe onderhandelingen gelijk gedonder in de glazen. Als ik dat zie…"
Het is echter maar de vraag hoelang grote Nederlandse IT-bedrijven als Cap Gemini en CMG hun eigen gang kunnen blijven gaan. De IT-sector is inmiddels volwassen, de topbedrijven hebben duizenden personeelsleden. Het zijn ondernemingen die met volle teugen profiteren van de gematigde loonkostenontwikkeling in het Nederlandse poldermodel. Aan de basis van dit model staat het overleg tussen sociale partners. Landelijk in de Sociaal Economisch Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid (Star), op bedrijfsniveau tijdens cao-onderhandelingen. Dit laatste word door Cap Gemini en CMG onmogelijk gemaakt. Zo zetten de bedrijven de bijl aan de wortel van een succesformule.
"We hebben hier ons eigen poldertje", verweert Plante zich tegen dit verwijt. Als van de kant van medewerkers niet wordt gevraagd om deelname van vakbonden, wie ben ik dan om er op aan te dringen? Ik blijf er bij dat hoogopgeleide werknemers, net zoals dat bijvoorbeeld in de accountancy gebeurt, hun eigen boontjes kunnen doppen."
"We sluiten individuele arbeidsovereenkomsten met mondige mensen", zegt ook Hugo Schaap. "We nemen onze werknemers serieus. Luisteren heel goed. Dat is onze invulling van het poldermodel. Als dat goed gaat, waarom moeten we daar een buitenstaander bij betrekken?"
"Veel Nederlandse directeuren zouden best met ons willen praten", meent echter FNV’er Van Hees uit informele contacten op te mogen maken. "Maar ze kunnen er bij hun buitenlandse bazen niet mee aankomen. Die hebben het beeld van de vakbonden in hun moederland voor ogen. Daar zijn tegenstellingen veel scherper." Het is slechts een kwestie van tijd, is zijn overtuiging, en ook in de IT-sector wordt het poldermodel omarmd. "Want heus, Nederlandse vakbonden vallen reuze mee. We hebben een bedrijf een hoop te bieden. Een zekere regulering van arbeidsvoorwaarden is ook economisch gunstig."
Helemaal zonder een vakbond kan hij ook niet meer, geeft Eric Plante van Cap Gemini uiteindelijk ook toe. Het bedrijf heeft een oogje laten vallen op de automatiseringsafdeling van de Universiteit Utrecht. De personeelsleden hebben een cao en de vakbond AbvaKabo kent een hoge organisatiegraad. "Natuurlijk praten we met de bonden en bij de overgang houden die mensen hun cao. Deze medewerkers hechten aan dit soort zaken en dat moet je dan honoreren."
Werkdruk en zorgtaken
Maar zijn ze nu beter af, werknemers met een cao? ‘Nee’, antwoordt Schaap van CMG resoluut. "De markt bepaalt onze arbeidsvoorwaarden. Als we te weinig betalen, kunnen we geen medewerkers aantrekken en kan het bedrijf niet groeien. We bieden daarnaast zeer goede scholings- en loopbaanmogelijkheden. Dat zijn toch de punten waarop kandidaten selecteren. We zijn een populaire werkgever, zo blijkt uit tal van onderzoeken."
Toch maken steeds meer bedrijven reclame met deeltijdwerk, kinderopvang, ouderschapsverlof. Het kunnen combineren van werk en zorgtaken is voor veel werknemers uit de sector een belangrijke wens. Het collectief regelen van deze voorzieningen gaat zowel bij CMG en Cap Gemini niet van harte. Staat eigenlijk haaks op hun bedrijfsfilosofie.
"Waarom moet iemand zonder kinderen meebetalen aan kinderopvang", vraagt Plante hardop zich af. "Ik sprak een kennis en die had het over een nieuwe tweedeling", vertelt Schaap lachend. "De ene groep werkt hard om carrière te maken, terwijl de andere groep werk beschouwd als een noodzakelijk kwaad om zoveel mogelijk vakantie te willen houden."
De twee bedrijven willen hardwerkende carrièremakers inlijven. Ze dragen dit imago ook uit. "Natuurlijk raken we wel mensen kwijt aan banken omdat daar minder werkdruk is", vertelt Schaap. "Maar er komen ook IT’ers uit de bankwereld omdat ze hier hard kunnen werken en snel carrière maken."
Toch worden ze gedwongen concessies te doen. Zo kent zowel CMG als Cap Gemini een hoog personeelsverloop, ruim boven de tien procent zelfs. Alleen maar hard werken gaat blijkbaar toch vervelen. De bedrijven nemen noodgedwongen maatregelen om een verdere groei van het aantal vertrekkers te stoppen. Zo bieden ze tegenwoordig wel degelijk kinderopvang aan � CMG pas sinds 1 januari van dit jaar � en versterken ze de begeleiding van werknemers. Bij Cap Gemini is zelfs deeltijd bespreekbaar.
"Cao-loze bedrijven lopen niet voorop als het gaat om secondaire voorzieningen. Salaris en leasebak zijn goed geregeld, maar sociale regelingen zijn meestal erg mager", vindt FNV’er Van Hees. "Deze bedrijven volgen pas, als het echt niet anders kan." Een van de voordelen van overleg met bonden, vindt hij, is dat vroegtijdig maatschappelijk ontwikkelingen ter sprake komen. "Werkdruk en zorgtaken zijn al jaren voor ons belangrijke onderwerpen. Zo’n werkgever kan daar z’n voordeel mee doen."
Maar gaat bemoeienis van bonden niet per definitie ten koste van de individuele vrijheid van werknemers? Van Hees zucht, bukt zich, en diept uit z’n tas een dikke pocket op. "Kijk, dit is de cao van de metaalindustrie. Alles tot in de puntjes geregeld. Maar je denkt toch niet dat ik daarmee in de IT-sector kom aanzetten? Bij ons kan het op een paar A4-tjes. Je stelt wat spelregels op, dat geeft bescherming. De rest kunnen ondernemingsraden en individuen zelf bepalen. Als we ergens binnenkomen, gaat heus niet alles op de schop."
‘Een net bedrijf heeft een cao’
‘Koudwatervrees.’ Dat is volgens Rob van Dam, vice-voorzitter van de ondernemingsraad van Roccade, de belangrijkste reden voor de aversie tegen vakbonden in de IT-sector. "Wij hebben de onderhandelingen over een gedeelte van de arbeidsvoorwaarden geoutsourced en dat is wel zo prettig. Want het is vaak moeilijk om de consequenties van sommige afspraken te overzien. Het is toch een vak apart. Je haalt er in feite een consultant arbeidsvoorwaarden bij. Maar sommige werkgevers en ondernemingsraden denken dat een vakbondsbestuurder iemand is met een zeepkist en een megafoon, die alleen maar rotzooi trapt. Het tegendeel is waar."
Is een cao niet een keurslijf dat nauwelijks te veranderen is? "Nou", antwoordt Van Dam, "wij hebben er anders de afgelopen jaren flink aan gesleuteld. We zijn een geprivatiseerd overheidsbedijf. Vroeger was alles dichtgetimmerd. Nu hebben we zowel een individueel keuzesysteem als een vorm van prestatiebeloning. Waarbij wel helder vastligt waarop je wordt beoordeeld."
Zijn bedrijf heeft alleen maar voordeel aan een cao, meent Van Dam. "Het past niet alleen bij ons imago – een net bedrijf heeft een cao – maar we hebben er ook economisch voordeel bij. We hebben een groot aantal gemeentelijke rekencentra overgenomen, dat was nooit gelukt zonder cao."
‘Vakbond hebben geen toegevoegde waarde’
"We hebben hier genoeg kennis in huis om zelf te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden", zegt André Snijder, voorzitter bij de ondernemingsraad van Cap Gemini. "Daar komt bij dat we ook niet zoveel collectief willen regelen. Het sociaal vangnet is hier misschien inderdaad wat minder sterk ontwikkeld. Maar individuele werknemers hebben wel de mogelijkheid om zelf wat extra lijntjes te spannen."
"Ik kom uit het verzekeringswezen en daar was alles veel formeler georganiseerd", zegt Marcel Swart, voorzitter van de ondernemingsraad van CMG. "Misschien komt dat wel deels door zo’n cao en die vakbonden. Hier gaan we ontspannen met elkaar om."
Is een vakbond nodig om met de vuist op tafel te kunnen slaan? Onzin, vinden de twee voorzitters. "Je hebt weleens een meningsverschil, maar daar kom je in een discussie wel uit. De verstandhouding met de bestuurders is goed", zegt Snijder. "Je hebt hier te maken met allemaal hoogopgeleide werknemers", benadrukt CMG’er Swart. "Een vakbond heeft dan geen toegevoegde waarde."