De IT-specialist van weleer ruimt het veld. "Een IT’er moet leren samenwerken met andere disciplines. Doe je dat niet, dan raast de wereld aan je voorbij", voorspelt Berenschot Informatica. Bij- en omscholen is het parool.
Ontwikkelingen in de Informatie Technologie (IT) volgen elkaar snel op, maar niet iedere IT’er ervaart deze ‘dynamiek’ even positief. Aan de ene kant van het spectrum bevindt zich de technisch uitstekend onderlegde manager die bijvoorbeeld onderzoekt welke impact electronic commerce op bestaande systemen heeft. Aan de andere zijde staat de programmeur die zich al jaren vooral op het functioneren van een verouderd mainframe-systeem concentreert. Op dit moment zijn IT’ers uit die laatste categorie zeer gewild om bedrijven door euro- en millennium-conversies heen te laveren. Maar wat gebeurt er daarna met hen?
Geen enkele IT’er wacht de werkloosheid, meent het bedrijfsleven. Millenniumspecialisten kunnen na de eeuwwisseling zo aan de slag als netwerkbeheerder. Cobol-programmeurs hebben nog járen werk. Nee, de toekomst ziet er zonnig uit. Nederland telde vorig jaar ruim tienduizend IT-vacatures, volgens onderzoek van Microsoft. ‘Toch maak ik me zorgen’, zegt een manager ‘off the record’. ‘Er wordt roofbouw gepleegd op mensen. Als IT’er moet je goed kijken met welk bedrijf je in zee gaat. Wie drie jaar op één programma wordt gezet, ontwikkelt zich heel eenzijdig.’
Als het gaat over de vermeende achterstand van Cobol- of AS/400-programmeurs vormt niet de technologie, maar de mens de zwakke schakel. ‘Systemen worden meer en meer opgebouwd uit componenten’, meent Peter Dieleman, partner van softwarehuis Ordina. ‘Om het systeem een managementrapportage te ontfutselen, moest je vroeger kunnen programmeren. Tegenwoordig koop je een tool waarmee je direct aan de slag kunt. Programmeurs van de oude stempel moeten leren assembleren in plaats van bouwen. Natuurlijk heb je nog wel mensen nodig met kennis van de techniek, maar daar ligt niet meer het zwaartepunt.’
‘Het leren van een nieuwe taal vormt voor de gemiddelde Cobol-programmeur geen groot obstakel. Als millennium- en euro-projecten achter de rug zijn, krijgen bedrijven weer ruimte voor nieuwe projecten. Met kostbare en omvangrijke ERP-implementaties wachten veel organisaties nog een jaar. Automatiseerders met ervaring komen echt wel op hun pootjes terecht.’
Bij- en omscholen is het parool. Zo ook bij het Belastingdienst Automatiseringscentrum. Daar werden de afgelopen jaren zo’n honderd Cobol-programmeurs opgeleid tot client/server-specialisten. Harco Klunder, opleidingsadviseur bij het Automatiseringscentrum, begeleidde dit traject. ‘De overstap van een mainframe naar een client/server-omgeving is voor programmeurs en technisch ontwerpers in intellectueel opzicht geen enkel probleem. Maar ze verliezen hun status als ‘specialist’. Vroeger beantwoordden zij de vragen, nu moeten zij weer vragen leren stellen.’
Interactie
Alleen een korte omscholing is niet voldoende, vindt Klunder. ‘Wie uit die oude mainframe-omgeving komt, moet ook leren communiceren met gebruikers. Het ontwikkelen van een zware mainframe-omgeving vindt ‘in stilte’ plaats; het bedrijf wordt geconfronteerd met een kant-en-klaar product. Dat geldt niet voor ontwerp en bouw van een client/server-architectuur. Dan is interactie met gebruikers nodig. Niet iedere programmeur wil of kan die slag maken. Dat is niet erg. Voor mensen die diep in de techniek willen duiken, blijft er werk.’ Klunder verwacht geen problemen met ‘zijn’ millenniumspecialisten. Bij de Belastingdienst zijn extra Cobol-programmeurs ingehuurd om het Y2K-probleem te verhelpen. Hen wacht een gouden toekomst. ‘De Belastingdienst wil extra services gaan bieden. Denk aan het online communiceren met een belastinginspecteur. Om dat technisch te verwezenlijken, heb je programmeurs nodig met kennis van webtechnologie, maar ook Cobol-programmeurs die de koppeling met het bestaande mainframesysteem kunnen maken. Die ene IT’er voor alle klussen bestaat niet meer.’
Spookbeeld
‘Vroeger deed één programmeur al het werk. Die tijd is voorbij’, beaamt Peter Jansen, informatie-architect bij het Belastingdienst Automatiseringscentrum. ‘Als adviseur systeemontwikkeling deed ik vier jaar geleden de voorspelling dat Cobol in 2000 passé zou zijn. Dat blijkt niet het geval. Voor veel programma’s geldt dat de beheers- en beveiligingsaspecten in een andere omgeving niet aan dezelfde hoge norm voldoen. Technische infrastructuur wordt weliswaar steeds meer ingekocht, maar moet nog wel op maat worden gemaakt. Om applicaties aan te passen, heb je een programmeertaal als Cobol nodig. Nee, die taal gaat nog wel een jaar of tien mee.’
De snelle technologische ontwikkelingen, baren Jansen geen zorgen. ‘Ik lees mijn vakliteratuur, volg seminars en praat met specialisten. In een mainframe-omgeving praat je in feite over een centrale doos waar alles in zit. Wij kenden het systeem vaak beter dan de leverancier. Met client/server is die tijd voorbij. Niet iedereen wil of kan dat accepteren.’
De angst dat de millenniumprogrammeur na de eeuwwisseling wordt afgedankt, is niet erg reëel, meent Gert Bras, algemeen directeur van opleidingsinstituut 4U in Amersfoort. ‘Er is een groot tekort aan programmeurs. De Cobol-programmeur nu is de Visual Basic, Oracle, Peoplesoft of Ingres-specialist van morgen. Je moet mensen wel omscholen. En daar hikken veel bedrijven tegenaan. Want ja, omscholen kost geld.’
Bras moet lachen om het beeld van de leergierige IT’er die zichzelf op de hoogte houdt van de laatste ontwikkelingen. ‘Mag ik het omdraaien? Automatiseerders lezen alles wat los en vast zit, maar dat gedrag is uit nood geboren omdat ze de noodzakelijke training ontberen. Er wordt in Nederland te weinig in kennis geïnvesteerd. Iedere HRM-manager weet dat je minimaal vijf procent van je werktijd moet besteden aan training. Wie blijft steken in zijn ontwikkeling komt straks in de problemen. Je moet investeren in de wat oudere IT’er. Bedrijven doen eerder het omgekeerde. Ze vechten om een kanjer tussen de 23 en dertig jaar – liefst iemand met kennis van tenminste drie programmeertalen. De eerste drie jaar worden werknemers nog op cursus gestuurd, maar daarna houdt het op.’
Werkloze academici die als millenniumtester bij CMG in dienst zijn, hoeven niet bang te zijn dat ze over een jaar opnieuw zonder werk zitten. Eén dag in de week volgen ze in Leiden de deeltijdopleiding informatica. De resterende vier dagen worden ze ingezet op millennium- of andere testprojecten. Jaap Zwaan, hoofd van het trainingscentrum van CMG, geeft de achterliggende filosofie aan. ‘Ook in de IT is eenvoudig handwerk te verrichten. Degenen die dit werk doen, geven we zo de gelegenheid tevens een vak te leren. Het gaat om mensen met een vaak heel andere achtergrond, variërend van logopedisten tot historici. De deeltijdopleiding duurt anderhalf jaar. Daarna zijn ze gekwalificeerd IT’er. Een zelfde traject hebben we opgezet voor medewerkers met een VWO-diploma. Die volgen één dag in de week onderwijs bij de Hogere Informatica Opleiding in Den Haag. Na vier jaar mogen ze zich informatica-ingenieur noemen.’
Kaartenbak
Zwaan verwacht niet dat een Cobol-programmeur zich binnen afzienbare tijd moet omscholen. Hij verwerpt de gedachte dat legacy-systemen op termijn vervangen worden door moderne varianten. ‘Aan het vervangen van hun installed base wagen de meeste grote bedrijven zich niet. Dat is geen kwestie van geld, maar van omvang. Toen de eerste slag van administratieve handelingen naar automatisering werd gemaakt, leidde dat tot honderden programma’s die in feite de functionaliteit van een kaartenbak kopieerden. Die installed base is zo groot en ondoordringbaar dat eventuele voordelen niet opwegen tegen de risico’s. Het is alsof je Amsterdam opnieuw op palen gaat zetten. Verreweg de meeste programmeertalen die gebruikt worden voor de installed base zijn Cobol- of AS/400-talen. Als je daarin thuis ben, hoef je dus niet zo hard te rennen. Sterker nog, aan ervaren Cobol-programmeurs is juist enorm behoefte.’
De IT-afdeling moet wel leren samenwerken met andere afdelingen in het bedrijf. ‘Zonder die synergie raast de wereld aan je voorbij, voorspelt Adviesgroep Manager Willem Pelger van Berenschot Informatica. ‘We weten nog niet wat e-commerce gaat brengen, maar als dat losbarst ontstaat er een enorme behoefte aan deskundigen die commerciële behoeftes kunnen vertalen naar technologie. Dat vereist een zekere lenigheid van de IT’er.’
De grootste bedreiging voor IT’ers vormt niet de voortschrijdende technologie, maar de gewoonte om zich alleen daar op te richten. Eldert van Wijngaarden, special salesmanager e-commerce van KPN Telecom, heeft een duidelijk advies aan automatiseerders: ‘Verdiep je eerder in marketing dan in een nieuwe technologie. IT’ers zijn slimme jongens. Wie kan programmeren, heeft met het aanleren van een nieuwe taal geen probleem. Maar ik heb behoefte aan commerciële mensen. Liever iemand die een goed gesprek kan voeren met affiniteit voor techniek dan andersom. IT’ers zijn gewend digitaal te denken. Al na vijf minuten een oplossing aandragen, is handig als het netwerk een storing heeft, maar niet als je met een klant in gesprek bent. Juist dan moet je wat langer luisteren.’
Van Wijngaarden is een exponent van een nieuwe generatie IT’ers. Afgestudeerd in 1989 aan de HTS in de richting Bedrijfskundige Informatica houdt hij zich binnen KPN Telecom bezig met de ondersteuning van IP- en e-commerce diensten voor grote klanten. ‘Het aardige van e-commerce is dat je niet meer puur over technologie praat. Daarom wordt het vakgebied steeds aantrekkelijker. Je ziet nu al dat bedrijven Internet tot onderdeel van hun businessplan maken. De technisch georiënteerde automatiseerder wordt zeldzamer. Tijdens mijn stage bij een kleiner bedrijf kwam ik ze wel tegen, de specialisten die echt onmisbaar waren. De trend is echter tegengesteld. Hoe vertaal je IT-kennis naar de markt? Die kwaliteiten zijn schaars bij IT’ers, terwijl hun positie in toenemende mate opschuift naar de voorkant van het bedrijf. Vroeger zat een automatiseerder met het hoofd administratie om de tafel, nu met het hoofd marketing.’
IT’er in 2003
‘Non-stop creatief’. ‘Intermediair tussen eindgebruikers en vertegenwoordigers van diverse automatiseringsdisciplines.’ ‘Kennis van Unix’ ‘U beheert het interne netwerk en bent communicatief vaardig.’ ‘U vindt het leuk om in een team te functioneren, maar bent ook in staat zelfstandig te werken.’
Redt u het nog als IT’er in de volgende eeuw?
In opdracht van Computable en Intermediair verrichtte Keymark Services onderzoek naar ‘de IT’er in 2003’. Het bureau ziet vier trends:
1 Toenemend belang beheer. Grote ondernemingen hebben hun automatisering op orde; grote implementatieprojecten zijn achter de rug. Beheer wordt belangrijk. Vereiste kwaliteiten: plannen en organiseren, visie en overzicht, flexibiliteit.
2 IT’er als bedrijfskundige. IT-kennis alleen is niet meer voldoende. Bedrijven zien IT als ondersteunend voor nieuwe bedrijfsactiviteiten (bijvoorbeeld e-commerce). De IT’er krijgt de rol van bedrijfskundige, consultant, marktkenner en/of adviseur. Vereiste kwaliteiten: omgevingsbewustzijn, overtuigingskracht, ondernemerschap.
3 IT’er als intermediair. Luisteren, leiderschap & coachen, sociale vaardigheden: het zijn kernwoorden in 2003.
4 Techniek blijft belangrijk. Vereiste kwaliteiten: nauwkeurigheid, discipline en creativiteit.
Welke rol is u op het lijf geschreven? Bent u beheerder, bedrijfskundige, intermediair of technicus? Bezoek http://www.werk-en-automatisering.nl en ontdek uw (verborgen) talenten.