Morgen start de antitrust-rechtszaak tegen Intel. De chipfabrikant maakt de laatste tijd al woelige tijden mee: de lauwe ontvangst van zijn Pentium III-processor, de groeiende bedreiging van concurrent AMD en de opgave het net overgenomen netwerkbedrijf Level One succesvol te integreren.
Verder wordt het bedrijf ook belaagd door privacy-groepen, die oproepen tot een boycot van de nieuwe Pentium III. Die chip bevat een digitaal serienummer dat de privacy van consumenten kan blootleggen voor commerciële doeleinden. Inmiddels hebben twee van die privacy-voorvechters al een officiële klacht ingediend bij de Amerikaanse FTC (Federal Trade Commission). Diezelfde overheidsinstelling heeft ook de huidige antitrustzaak tegen het bedrijf aangespannen.
De FTC beschuldigt Intel ervan een monopolie te vormen op het gebied van microprocessoren. Bovendien zou de processorproducent die positie misbruikt hebben om nieuwe technologie van drie klanten, tevens potentiële concurrenten, te verkrijgen zonder daarvoor royalties te hoeven betalen.
Compaq, Digital (DEC) en Intergraph hebben elk al rechtszaken aangespannen wegens patentinbreuk. De eerste twee bedrijven hebben inmiddels een schikking getroffen. De zaak van Intergraph loopt nog. Intel ontkent niet dat het cruciale informatie heeft onthouden aan deze bedrijven. De onderneming stelt echter dat ze volledig in haar recht staat als ze zelf bepaalt met wie ze zaken wil doen.