Softwareleverancier Adobe kwam deze week met de langverwachte volgende generatie van zijn opmaakprogrammatuur op de proppen. Deze software, voorheen bekend onder de codenaam K2, is getiteld InDesign 1.0 en bestaat uit een kern waarop diverse modules met verschillende functies zijn aan te sluiten.
Daarmee komen wij tegemoet aan de eisen van onze gebruikers. Zij willen namelijk creatieve vrijheid gecombineerd met het compleet digitaal afleveren van hun producten, van begin tot eind van het productieproces. En daar beginnen ze nu tegen grenzen aan te lopen, bijvoorbeeld bij de vertaalslag van een papieren publicatie naar het web", vertelt Coert van den Enk, verkoopmanager bedrijfsoplossingen bij Adobe Systems Benelux. Met InDesign kan de gebruiker naar behoefte verschillende functionaliteitsmodules ‘inpluggen’ om zich zo te kunnen specialiseren. Er bestond namelijk onvrede over de overvloed aan functies in Adobe’s software, aldus Van den Erk.
Modulaire opbouw
De modulestructuur van InDesign biedt ook voordelen voor het opwaarderen van de componenten, zowel voor Adobe zelf als voor andere software-ontwikkelaars, legt Van den Enk uit. "De meeste software is opgebouwd als een stapel waarbij toegevoegde elementen, zoals filters, bovenop andere componenten en de applicatie zelf liggen. Als je daar opwaarderingen op loslaat, kun je inconsistentie veroorzaken. Dat vereist dus veel samenwerking van de leveranciers. Met InDesign vermijden we nu veel van die opwaarderings- en ontwikkelproblemen." Daarnaast heeft het bedrijf de interface van zijn applicaties gestroomlijnd zodat de verschillende programma’s meer van elkaar weg hebben en daardoor makkelijker te gebruiken zijn.
Een ander nieuw snufje van Adobe is een software-alternatief voor het hardwarematig ‘rippen’ van Postscript-bestanden. Hierdoor kunnen printers die de Postscript-standaard niet ondersteunen bestanden in dat formaat toch correct afdrukken. "Het voordeel van een softwarerip is dat je daarmee een voorproefje van het drukwerk kunt krijgen op een gewone kleurenprinter", legt de verkoopmanager uit. Verder lanceerde Adobe op 15 februari versie 4.0 van zijn Acrobat-applicatie voor het platform-onafhankelijk presenteren van grafische documenten. Hierin is versie 1.3 verwerkt van Adobe’s PDF (portable document format) dat volgens de leverancier steeds meer terrein wint op het gebied van website-ontwerp.
Cyberstudio
Het bedrijf onthulde kort daarvoor, begin vorige maand, de vierde versie van het web-ontwerphulpmiddel Cyberstudio. Die programmatuur kreeg het begin dit jaar in handen met de overname van softwarebedrijf Golive Systems. Het programma is hernoemd tot Adobe Golive 4 en komt in maart uit voor Macintosh-computers. Een Windows-versie volgt in het tweede kwartaal. Van den Enk zegt toe dat Adobe de software voor deze twee platformen voortaan meer synchroon zal lanceren. "Op termijn willen wij Mac- en Windows-versies tegelijkertijd uitbrengen. We hebben helaas nog steeds het imago van een Macintosh-softwarebedrijf, maar we zijn leverancier van grafische software, cross-platform."
K2 moet Quark-killer zijn
Slechts enkele maanden geleden stond Adobe er slecht voor. Aartsrivaal Quark openbaarde al brutaal plannen om de dtp-leverancier over te nemen en gebruikers morden al enige tijd over het uitblijven van nieuwe software. Het vijandelijke bod van Quark is echter afgewend en sindsdien bouwde de spanning op rondom K2, het wapen in de tegenaanval van Adobe. Deze ‘Quark-killer’ moet niet alleen de positie van de leverancier verdedigen, maar ook de strijd verplaatsen naar het terrein van Quark èn naar de zakelijke markt. "Quark Express is wel de standaard in de grafische sector", merkt Adobe-manager Coert van den Enk op.