Een geschikte IT-manager is bijna niet te vinden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dit zegt Ton Klappe van Deloitte Consulting. Daarbij heeft slechts een beperkt aantal bedrijven een stoel gereserveerd voor een directielid met IT-kennis. Een analyse van de problematiek rond deze matig ingevulde positie.
Nog geen 10 procent van de Europese ondernemingen heeft een chief information officer (cio), ofwel manager automatisering, in de directie. Dit ondanks het feit dat ruim 80 procent van deze organisaties meent dat hun bedrijfsvoering in belangrijke mate afhankelijk is van IT. Meer dan 70 procent van de ondervraagden geeft toe over weinig zelfvertrouwen te beschikken als de rol van IT in de organisatie ter sprake komt. Ruim de helft van de bestuurders zegt afhankelijk te zijn van een automatiseringsafdeling die duidelijk communiceert met het management.
Deze conclusies staan in het nog niet gepubliceerde rapport The Empty Chair van Deloitte Consulting. De onderzoekers ondervraagden hiervoor ruim driehonderd bestuurders van verschillende bedrijven in Europa. Volgens Klappe gaan de resultaten zonder meer op voor de Nederlandse bedrijven.
Twee oorzaken
De slechte positie van IT-directeuren binnen ondernemingen heeft volgens Klappe twee oorzaken. Allereerst bestaat er in Nederland een groot tekort aan geschikte kandidaten voor deze topfunctie. Daarnaast zijn te weinig bedrijven zich bewust van de waarde van IT voor hun onderneming.
Het tekort aan mensen die deze managementbaan aankunnen, staat volgens Klappe los van de algemene krapte op de arbeidsmarkt voor automatiseerders. "Hoog opgeleide mensen die IT beheersen in strategische zin, zijn in Nederland moeilijk te vinden. Ze moeten over veel ervaring beschikken en de materie zakelijk kunnen bekijken. Het is een wereldwijd probleem, maar manifesteert zich in ons land ook heel sterk. Deze mensen hebben een heleboel headhunters achter zich aanzitten."
Volgens de consultant concentreren de meeste IT-directeuren zich vooral op de technologie, terwijl ze meer moeten kijken naar de strategische aspecten van automatisering. "Dus naar het belang van IT voor de organisatie en de veranderingen die dit met zich meebrengt."
Klappe vermoedt dat veel mensen met managementambitie voor de functie van algemeen directeur kiezen. "Een IT-post in de directie wordt vaak minder belangrijk geacht. Mensen die hiervoor geschikt zijn kiezen daarom voor een andere functie."
Professor Paul Verhaegen van de faculteit bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit onderschrijft dit. "Een baan als IT-directeur wordt nog te veel geassocieerd met een middenkaderfunctie. De algemeen directeur binnen een bedrijf is zelden een voormalig manager automatisering, maar heeft vaker een financiële achtergrond." Adviseur Klappe denkt dat de schaarste aan dit toppersoneel voorlopig zal voortduren.
Onderschatten
Naast de problematiek rond de schaarste, schatten bovendien veel bedrijven de rol van IT nog niet op de juiste waarde. Verhaegen denkt dat dit in Nederlandse ondernemingen zelfs erger is dan in andere landen. "In Nederland concentreren bedrijven zich van oudsher meer op handel en productie en minder op besturen van ondernemingen." De betrokkenheid van het topmanagement bij IT is dan ook gering. "Het is noodzakelijk dat er in de directie in ieder geval één bestuurder zit die wel verstand heeft van automatisering. De IT-directeur moet echt tot de top gaan behoren." Verhaegen zegt dat de Jaar 2000-problemen en de invoering van de euro het management op het belang van IT hebben gewezen. Hij denkt dat dit dan ook bijdraagt aan een beter bewustzijn voor het belang van automatisering.
Ton Klappe vindt dat ook de IT-bedrijven een manager voor de automatisering moeten benoemen. "Ik weet niet of de invulling bij deze bedrijven beter geregeld is. IT-ondernemingen zijn toch ook voornamelijk gericht op winst. De interne functie van IT-directeur is niet altijd goed geregeld."