"Bedrijven hanteren uitermate praktische criteria bij hun keuze voor middleware-producten." Volgens een onderzoek van onderzoeksorganisatie Gartner Group vinden gebruikers het veel belangrijker dat middleware betrouwbaar is en een hoog prestatieniveau heeft, dan dat het gebaseerd is op een bepaalde standaard: Com: Microsofts Component Object Model, of Corba: Common Object Request Broker Architecture.
Met deze constatering wordt de bijna religieus fanatieke discussie tussen Com en Corba, of Microsoft en niet-Microsoft (Netscape, Oracle en Sun) stevig genuanceerd. "Het gebruik van zowel Com als Corba ligt op zo’n 30 procent. Het aantal toepassingen ervan zullen ook even snel groeien. Meer dan 80 procent van de grote bedrijven gebruiken op termijn zowel Com als Corba." Vorige week presenteerde Gartner Group in Londen tijdens een bijeenkomst van middlewareleverancier Bea Systems de belangrijkste conclusie uit het onderzoeksrapport ‘Middleware Trends: evolving the software infrastructure for a new generation of enterprise applications.‘ Gartner interviewde 547 IT-managers uit verschillende bedrijfstakken in Europa, Noord-Amerika en Azië.
Uit deze interviews blijkt dat Com-technologie voornamelijk gebruikt wordt op bureaumachines. Volgens Bea duurt het ook nog jaren voordat het Microsoft-model zijn weg naar de server vindt. Het concurrerende Corba heeft zich daarentegen op die centrale plek genesteld.
Meerlagen-architectuur
Hoewel IT-gebruikers in de eerste plaats systemen willen die gewoonweg goed functioneren, constateren de onderzoekers een toename in het gebruik van nieuwe ontwerpmethodes, nieuwe programmeertalen en nieuwe vormen van middleware. 41 Procent van de ondernemingen die een of andere vorm van gedistribueerde automatisering hebben, verlaat het inmiddels traditionele client/server-model en gaan over op meerlagen-architecturen. De grootste obstakels in het toepassen van deze moderne architecturen blijken beheerproblemen en beveiliging te zijn.
Deze overgang stimuleert het gebruik van MOM (Message Oriented Middleware), TPM’s (Transaction Processing Monitors), ORB’s (Object Request Brokers), OTM’s (Object Transaction Monitors) en andere applicatieservers. Internettechnologie blijkt al een grote rol te spelen bij deze marktontwikkelingen. 40 Procent van de bedrijven gebruiken Internetbrowsers al als interface voor één of meer van hun bedrijfsapplicaties.
Europa achter
Europa loopt in het omarmen van meerlagen-architecturen enigszins achter op de Verenigde Staten. Europese bedrijven hanteren daarentegen een systematischere aanpak als het op architecturen aankomt. Ook lopen Europeanen in op Amerikanen waar het gebruik van Java betreft. Aziatische ontwikkelaars zijn in het algemeen conservatiever dan collega’s uit andere delen van de wereld.
Het gebruik van objectoriëntatie (ontwerpmethoden en programmeertalen) heeft een grote invloed op de manier waarop systeemontwikkeling plaatsheeft. Bijna de helft, 46 procent, van alle ondervraagde bedrijven maakt gebruik van objectoriëntatie of is van plan het te gaan gebruiken. Verrassend is dat 48 procent van de bedrijven nu of in de toekomst gebruik gaat maken van Java, en wel voor bedrijfsapplicaties. De nieuwe programmeertaal lijkt daarmee het niveau van draaiende kopjes koffie in een webbrowser te zijn ontgroeid en een volwassen levensfase binnen te treden.