Hitachi fuseert de Cmos-technologie (complementary metal-oxyde semiconductor) voor zijn mainframe-processoren in de loop van de komende vijf jaar met de oudere bipolaire chiptechnologie. Het bedrijf zegt dat Cmos-mainframes bipolaire systemen voorbijstreeft, maar lanceert eerst nog de Skyline II-serie die een prestatieniveau van 3000 mips (miljoen instructies per seconde) haalt. Analisten betwijfelen of er veel vraag zal zijn naar dergelijke dure ‘monstercapaciteit’.
De aanstaande Skyline II-machines (codenaam Trinium) komen in het derde kwartaal van dit jaar op de markt. De sprong naar 3000 mips dankt Hitachi aan de toepassing van een nieuwe versie van zijn chipset, genaamd ACE/2. Deze is uitgerust met koperen verbindingen tussen de componenten. De leverancier kan hierdoor aanzienlijk meer geheugencircuits en transistoren op de ACE/2 plaatsen dan op de huidige ACE/1, die aluminium-verbindingen heeft. Dit verhoogt het prestatieniveau van de ACE/2 met bijna een factor twee ten opzichte van de huidige chipset.
Inhaalrace
Deze prestatieverhoging komt naar schatting uit op 280 mips per processor. De bestaande Skyline I-systemen halen 152 mips per cpu. De huidige G5-mainframes van concurrent IBM hebben een maximale rekencapaciteit van 1065 mips met tien processoren. IBM’s aanstaande G6-systemen (zesde generatie) verhogen dit naar verwachting met zo’n 40 procent. De eerste Trinium-mainframes, die Hitachi dit jaar nog lanceert, zullen maximaal twaalf processoren bevatten. In het eerste kwartaal van 2000 volgen Skyline II-computers met zestien chips.
Dergelijke ‘monster-rekenkracht’ zou met name geschikt voor het consolideren van bestaande oudere systemen bij zware grootgebruikers zoals banken, verzekeraars en wetenschappelijke rekencentra. Hierbij kan ook aanzienlijk bespaard worden op de kosten voor de licenties op mainframesoftware. Leveranciers rekenen namelijk gebruikelijk een vergoeding voor elke machine waar de software op draait. Daarnaast starten sommige gebruikers nu voorzichtig met moderne toepassingen, zoals bijvoorbeeld webservers, op hun mainframes. Verder heeft IBM versie 2.7 van het OS/390-besturingssysteem, dat eind maart uitkomt, uitgerust met Internet-functionaliteit voor elektronische commercie.
Onwaarschijnlijk
Over een vijftal jaren wil Hitachi hybride systemen bieden, die zowel bipolaire als Cmos-processoren bevatten. Een gecombineerde instructieset voor die twee technologieën is onwaarschijnlijk. "We zullen ze echter in zoverre fuseren dat er tenminste een algemene interface vanuit de processoren is naar de rest van het systeem", aldus Hitachi. "De voordelen van Cmos wegen zwaarder dan de pluspunten van een hybride chip." Ondertussen heeft IBM besloten vanaf eind dit jaar zijn Cmos-chipsets niet meer te fabriceren voor leveranciers van plug-compatibele mainframes, waaronder Hitachi. Die neemt de verdere ontwikkeling van zijn Cmos-architectuur zelf in handen.
Overcapaciteit
Het zou echter nog wel een opgave kunnen zijn om dergelijke krachtige systemen aan de man te brengen. Analisten voorspellen dat de Skyline II-reeks van Hitachi, hoe indrukwekkend de capaciteiten ook zijn, niet zo’n succes zal worden als de oorspronkelijke Skyline-serie. Bovendien hebben veel grootgebruikers al een forse overcapaciteit voor hun mainframes ingekocht, van soms zelfs 50 procent. Hiermee testen zij code op dezelfde machine waar ook de productie-omgeving draait. Het gaat bijvoorbeeld om het testen van de millenniumbestendigheid van systemen en applicaties. Wanneer die tests achter de rug zijn, kan die overcapaciteit benut worden voor het dagelijkse werk.