Computerfabrikant Sun Microsystems benoemde vorige maand zijn opperhoofd marketing, Hans Appel, tot ‘senior technology officer’ in Nederland. Dit om ‘een goed begrip en acceptatie van Suns visie in de markt’ voor elkaar te krijgen. Eindelijk kan hij zich meer met technologie en minder met budgetten bezighouden. Daartoe moet hij veel schrijven, ook voor zichzelf.
Ik ben nu één van de achttien ’technology officers’ wereldwijd van Sun. En dat vind ik wel leuk", knikt Appel tevreden. "Die achttien ‘visioners’ zijn geografisch georganiseerd; ieder heeft een eigen gebied. Voor mij is dat Noord-Europa, maar ik zal proberen me zoveel mogelijk te concentreren op Nederland. Ik kan immers niet overal tegelijk zijn. Wanneer ik zaken op schrift stel, worden die wel vertaald in het Engels en dan verspreid in de andere Noord-Europese landen." Appel heeft nu officieel als taak om de visie te verkondigen van Sun op de IT-markt en de wereld als geheel. Zonder dat hij daarbij expliciet op Sun en diens producten moet hameren.
Mensen die Appel in zijn dertigjarige IT-loopbaan al eens tegen het lijf zijn gelopen, zullen ervaren hebben dat deze marketingmanager eigenlijk al jaren ‘brede’ technologieverhalen ten beste geeft over bijvoorbeeld de wisselwerking tussen informatietechnologie en maatschappij. Natuurlijk kwamen daarbij de producten van (chronologisch) zijn werkgevers Wang, Apple en Sun aan bod. Maar toch lijkt er weinig verschil tussen Appels vorige en zijn huidige functie. "Dat klopt wel een beetje; ik was eerder als marketingmanager al erg bezig met technologie. Maar het verschil is dat ik er nu helemaal mijn handen voor vrij heb."
"Marketing manager houdt namelijk ook in dat je je bezighoudt met communicatie, reclame, onderzoeken in marktsegmenten, het leiden van mensen in de marketing-afdeling, en het indelen van budgetten. En een stukje technologie. In mijn geval misschien wat meer dan bij anderen. Hoe dat komt? Ik ben elektronicus van huis uit, dus technologie spreekt mij nog steeds aan. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Maar ik kan me nu echt concentreren op technologie en dat vertalen naar bedrijfsmogelijkheden: ‘wat ga je nu doen met technologie?’ En dat is wel fijn, want dat wil zeggen dat ik geen tijd meer hoef te besteden aan het leiden van mensen en evenmin aan budgetten, waarvan ik het ene jaar weer teveel uitgeef en het andere weer te weinig. Ik ben dus wel blij dat het woordje ‘marketing’ ook echt weg is uit mijn titel. Dat drukt namelijk toch wel een stempel op je; of je wel of niet te vertrouwen bent."
Visionairs
Appel vertelt al tweeënhalf jaar geleden bij Sun in dienst te zijn getreden als ’technology officer’.
Maar Suns ’technology officer’-programma is toch pas sinds januari 1999 ingesteld? Appel: "Er was toen nog geen formeel programma hiervoor. Vier weken nadat ik was aangenomen ging de marketingmanager weg en toen zei de baas, Wim Beltman, tegen mij: ‘Wil jij dat niet overnemen?’. En ik zei ja.
Dus uiteindelijk ga ik nu pas doen waar ik eigenlijk ooit voor ben binnengekomen. En dat is wel heel erg fijn. Er is nu wel een bedrijfsbreed officieel programma voor ’technology officers’. Wim Beltman was dus toen al ver vooruit met het vertalen van technologie naar ‘business opportunities’."
Het feit dat Sun sinds begin dit jaar officieel ’technologie-uitdragers’ heeft, geeft Appel meer mogelijkheden. "Ik heb nu meer ‘inroads’, paden binnen de Sun-organisatie. Als ik bijvoorbeeld Jim Waldo nodig heb of Bill Joy, dan krijg ik ze aan de lijn. Dat was eerst veel moeilijker. Daarnaast vormen we nu met achttien man een clubje ‘visioners’. Bovenaan onze e-mailtjes staat dan ook ‘Hi team’ als begroeting", lacht Appel. "Dat is misschien een beetje onzin, maar dat werkt wel; het geeft een groepsgevoel."
Dus een technologie-officier is een visionair? Botst dat niet met Sun-topmannen zoals Bill Joy, die toch de visies hebben en uitstippelen? "Nee. Kijk, Bill Joy kan niet overal aanwezig zijn om zijn verhaal uit te dragen. En binnen onze onderafdeling hebben we misschien ook niet altijd mensen vrij of mensen met voldoende kennis, kunde en ervaring om dat te doen. Er is nu wel iemand die dat zou moeten kunnen, en dat ben ik. We kunnen niet overal Ed Zander of Scott McNealy hebben. Ik wil mezelf nu niet vergelijken met die mensen, al is het alleen maar vanwege het verschil in functie. Maar een visie-verhaal van Sun, dat kan natuurlijk ook iemand anders dan McNealy uitdragen. Maar dat moet wel met voldoende inhoud en achtergrond gebeuren. Dat is wat wij met z’n achttienen doen. In woord en geschrift. Dus niet alleen in de vorm van presentaties en gesprekken met de pers, maar ook door over technologie te schrijven en te publiceren."
Evangeliseren
Enige tijd geleden verscheen er al een boekwerkje met de naam ‘Thinking out of the box’ van de hand van de Sun-manager. Daar moest je zoeken naar de naam Sun, en producten van het bedrijf kwamen zelfs niet aan bod. "Oh, maar ik heb nu alweer een tweede versie gemaakt. Ik blijf daar aan schaven en verbeteren." Dat geldt ook voor de andere ‘projecten’ waar Appel mee bezig is. "Ik ben nu eenmaal iemand die breedsprakig is. Dat weet ik van mezelf. En zo schrijf ik ook; ik heb tien bladzijden nodig om iets uit te leggen", geeft hij toe.
"Overigens is het schrijven voor mij ook een middel om iets goed te begrijpen. Als je over een onderwerp iets wilt schrijven, moet je het uitzoeken; weten waar je het over hebt. Dat doe ik ook wel eens als ik een presentatie of een verhaal van iemands anders krijg. Als ik na een paar keer lezen nog het gevoel heb ‘het zit nog niet goed’ dan ga ik er zelf over schrijven. En als ik er een goed verhaal over kan maken, dan begrijp ik het", zegt Appel terwijl hij zijn vuist op tafel slaat. "Dat is gewoon mijn methode, andere mensen hebben weer hun eigen manieren om iets goed te begrijpen. Maar daarom hou ik van schrijven."
Appel werkt momenteel aan een diepgaander verhaal, een ‘whitepaper’, over datacentra. "Dat is voor mij meer dan alleen een fysieke plek of een bepaald type computersysteem; het is ook een manier van denken, een houding. En dat wil ik goed overdragen."
Een technologie-officier als perfectionist die zijn woorden blijft herzien en verbeteren? Het moet toch op een gegeven moment wel af zijn? "Nou, ja en nee. Ik krijg soms wel eens verzoeken om Java nog eens uit te leggen omdat mensen het toch niet helemaal begrijpen. Dat verhaal is toch al zo vaak gehouden? Maar nog steeds heb je mensen die er meer van willen weten. Ik denk ook weleens bij presentaties: ‘Moet ik dit of dat nog uitleggen?’. Vaak wel."
"Vergis je niet: er lopen veel verschillende mensen rond in heel diverse delen van de IT-industrie. Neem bijvoorbeeld iemand die zich helemaal bezighoudt met traditionele automatisering. Overigens: niets dan goeds over traditionele automatisering, daar kom ik oorspronkelijk vandaan. Maar veel mensen zijn nu juist bezig met het ‘jaar 2000-probleem’ en kunnen dan niet alle nieuwe ontwikkelingen bijhouden. Het kost mij al genoeg energie om bij te blijven. Je moet veel lezen. En ik vind dat er al zo weinig wordt gelezen; teveel mensen houden hun vakliteratuur niet bij", verzucht Appel. "Maar daar heb je wel een brede interesse voor nodig. Dus zijn er nog steeds mensen die ik moet ‘evangeliseren’."
Jasper Bakker, redacteur