Global Crossing bouwt een glasvezelnetwerk dat in het jaar 2000 de honderd belangrijkste telecommunicatiesteden in de wereld gaat verbinden. Nu zijn er al zeventig steden op het netwerk aangesloten. Het netwerk is vooral bedoeld voor telecommunicatiebedrijven en Internetaanbieders. Uiteindelijk moeten het vijf netwerken worden.
In totaal wil Global Crossing, dat in maart 1997 is opgericht en inmiddels ook een beursnotering heeft, met de gezamenlijke netwerken tot een totale lengte komen van 58.000 kilometer. Global Crossing profileert zich als de eerste onafhankelijke leverancier van onderzeese glasvezel-communicatiesystemen. In mei lanceerde het bedrijf het eerste van zijn onderzeese systemen Atlantic Crossing (AC-1), dat de Verenigde Staten met het Verenigd Koninkrijk verbindt. Deze verbinding vormt een combinatie met de andere systemen van Global Crossing. Zo verbindt Pacific Crossing de Verenigde Staten met Japan. En er zijn onderzeese verbindingen met het Caribisch gebied en Centraal Amerika.
Met het nieuwe glasvezelnet wil Global Crossing niet alleen inspelen op de enorme groei van Internet, maar ook op de verwachte toename in het gebruik van intranetten. IDC voorspelt namelijk dat de omzet op intranetten binnen vier jaar zal oplopen tot 16 miljard dollar. |
Europa
Sinds augustus vorig jaar heeft Global Crossing in Huizen een Nederlandse vestiging. Deze staat onder leiding van Willem Huisman, die voorheen onder andere voorzitter was bij de raad van bestuur van Raet. Hij is belast met de aanleg van het Europese netwerk dat 24 steden gaat verbinden. Met de Europese tak van het netwerk is een investering gemoeid van 700 miljoen dollar. Tegen het eind van dit jaar moeten er 18 pop’s (points of presence) operationeel zijn. Huisman stelt dat die investering zich makkelijk terugverdient. "Wij hebben nu al contracten afgesloten ter waarde van 800 miljoen dollar met de geprivatiseerde PTT’s van diverse Europese landen. Onder andere Deutsche Telekom, KPN, Telfort en Libertel zijn bij ons klant."
Hij legt er de nadruk op dat de wereldwijde concurrentie op het terrein van telecommunicatie leidt tot drastische omwentelingen. "De deregulering van PTT’s en de groei van het Internetgebruik leiden tot een enorme vraag naar bandbreedte. De bestaande aanbieders zijn daar niet op berekend. De onderzeese kabels die er al liggen zijn in handen van diverse consortia. Deze bieden geen volledige netwerksystemen, maar verbinden verschillende punten met elkaar. Bovendien zijn systemen van consortia over het algemeen gesloten voor de vele nieuwe telecommunicatiebedrijven."
De behoefte aan bandbreedte in Europa groeit razendsnel. De Yankee Group voorspelt tot het jaar 2010 een jaarlijkse groei van 85 procent. In de top 25 landen met de meeste Internet staan 14 Europese landen, met Duitsland, Engeland en Frankrijk in de top vijf.
Lease
Bedrijven die met Global Crossing in zee gaan, kunnen alleen lijnen leasen. Dat gaat op basis van de zogenoemde IRU overeenkomsten. "IRU staat voor indivisible right of use. Het is een overeenkomst waarmee een gebruiker de garantie krijgt om delen van de kabel voor een bepaalde periode te leasen. Een IRU is een overeenkomst die het dichtst komt bij eigendom", legt Huisman uit.
De strategie van Global Crossing is erop gericht het netwerk zo veel mogelijk in eigen hand te houden. Daarom bouwt het bedrijf zelf het netwerk en heeft het zelf gezocht naar financiering. "Bovendien kiezen we voor de nieuwste technieken voor glasvezeltransmissie, zodat we een hoge capaciteit kunnen aanbieden."
Het netwerk is gebaseerd op Dwdm (dense wave digital multiplexing) techniek. Deze maakt het mogelijk dat een glasvezelpaar 10 gigabit kan transporten op veertig verschillende golflengten. Met Lucent werd onlangs een overeenkomst gesloten die Global Crossing toegang geeft tot de nieuwste optische technieken.