De fundamenten van de IT-infrastructuur bij de Friesland Bank (FB) liggen in de jaren zestig. Dat leverde een complex millenniumvraagstuk op. De oplossing: nieuwbouw? Mooi niet, de bank koos voor aanpassing van zijn stokoude NCR-Cobol-systemen en kan de komende tijd op IT-gebied weer vooruit.
Dat de opluchting groot kan zijn als het millenniumprobleem onder controle is, blijkt bij de Friesland Bank. Onder leiding van directielid Dirk Müller vertellen André Torensma (applicatiebeheerder FB), Jorden de Bouvé en Johan van der Sman (EDC), en Pieter van den Tillaard en Danny Mayer (Coss) over de oeroude NCR-Cobol-systemen die opgeschoond moesten worden.
De Friesland Bank is een zelfstandige algemene bank (lenen, sparen, effecten) die zich in de provincie Friesland kan meten met grote banken als ABN Amro of ING. Er werken zo’n duizend werknemers, verspreid over zestig kantoren. 57 daarvan zijn Fries; de andere drie staan, zoals men bij de bank wel eens gekscherend roept, in het ‘buitenland’: Groningen, Assen en Alkmaar. De FB is een regionale bank die op nationaal niveau rond de zesde positie bivakkeert: qua grootte is dat vergelijkbaar met SNS bank en Van Lanschot.
Hotel
De bank werkt met NCR-Cobol-systemen die dateren van eind jaren zestig, begin jaren zeventig. De automatisering is in eigen beheer; de IT-afdeling telt zo’n vijftig applicatiebeheerders en procesanalisten. Voor grote klussen, zoals het millenniumprobleem, schakelt de FB de hulp in van Europe Data Consult (EDC). Deze financiële IT-specialist uit Rotterdam koppelde bijvoorbeeld Uniface-systemen aan de NCR-VRX-mainframesystemen, en migreerde in 1995 alle softwaregegevens van het mainframe naar een NCR-Unix-omgeving.
Begin ’97 begon het millenniumprobleem bij de bank te leven. Het besteedde de aanpak uit aan EDC, dat op zijn beurt mankracht inhuurde van mede-NCR-specialist Coss. EDC onderzocht na de zomer 1,2 miljoen regels code op foutieve datumcoderingen, maakte vervolgens een analyse, en renoveerde en testte de systemen tussen februari en november 1998. In totaal werkten zo’n twaalf mensen aan het project. De niet-FB-medewerkers bivakkeerden doordeweeks in een hotel in Leeuwarden.
Kosmetisch
De reparatie van de Unix-Cobol-omgeving stond centraal in het millenniumtraject. Deze bestaat uit verschillende vitale deelsystemen waarin veel datumberekeningen en mutaties worden uitgevoerd. Denk aan het rekening-courant-gedeelte, de termijndeposito’s en de hypotheken, hun begindata, vervaldata en leeftijdsvermeldingen en de bijbehorende rente- en leeftijdsberekeningen.
Het Rotterdamse software-ingenieursbureau concludeerde gaandeweg het traject dat er vele problemen – zowel functioneel als kosmetisch – zouden optreden indien de datums niet werden aangepast aan de nieuwe eeuw. Een greep: termijndeposito’s die terugsprongen naar 1900 en een rente-achterstand van 99 jaar kende, termijndeposito’s met driecijferige jaartallen, overzichten met gekke datums, foutieve renteberekeningen bij betaalrekeningen en lijsten die niet werden afgedrukt omdat ze een slotdatum boven 2000 hadden. Verder kende het grootboeksysteem een andere datumaanduiding (‘ymd’) dan de andere systemen (‘dmy’), wat het repareren en testen extra compliceerde.
Opvoeren
EDC ontwikkelde voor het uitpluizen van de coderingsregels een eigen scan-hulpmiddel, omdat de op de markt aanwezig tools niet geschikt zijn voor de minder gangbare, complexe NCR-mainframesystemen. Deze systemen zijn ook na de migratie naar Unix nog steeds specifiek NCR-mainframe. De integratie met Cobol geschiedt via NCR-JCL’s, niet via IBM.
Bij NCR in Amsterdam stond voor het scannen van regels code een tweede machine met een kopie van de FB-omgeving. In Leeuwarden huurde de FB een testmachine, die nog wel tot het vijfvoudige aan normale capaciteit moest worden opgevoerd. Anders zou deze het parallelle testen van systemen en het opslaan van testbestanden, waaronder veel database-systemen, niet kunnen behapstukken. Als testmethode koos EDC voor de baseline- en regressietest, waarmee geautomatiseerde vergelijkingen tussen een systeem in de oude situatie en de nieuwe, aangepaste situatie mogelijk werden.
Oud millenniumprobleem
De bank kende in de jaren zeventig reeds eerder een millenniumvraagstuk, zij het op kleinere schaal. De datumproblemen, die vooral bij hypotheek-systemen optraden, werden ter plekke opgelost. Saillant gegeven is dat deze millenniumbestendige systemen niet door de test van EDC heen kwamen. De verklaring ligt in de andere methodes die 25 jaar geleden werden gebruikt. In de jaren zeventig hanteerde men als hardgecodeerde omslagdatum 2020: alle jaren die groter waren dan 20 zag een systeem als ’19’, en alle jaren die kleiner waren dan 20 als ’20’. Omdat EDC als omslagdatum 2032 gebruikt, zouden volgens de testen deze systemen de periode 2020-2032 zien als 1920-1932.
Bijscholing
Nieuwbouw was voor de FB geen optie. De NCR-systemen bevallen de medewerkers nog opperbest: ze bestempelen ze als ‘ijzersterk’ en ‘supersnel’. Door de investeringen in de architectuur – de migratie in 1995, de millenniumreparatie en de euro-conversie – kunnen de systemen weer een tijd mee. Wanneer aanpassingen of vernieuwingen nodig zijn vanwege moderne ontwikkelingen als elektronisch bankieren, zal de bank voor middleware-oplossingen kiezen. Terugkijkend beschouwt directielid Müller het millenniumtraject ook wel als een soort bijscholing. "We kennen onze systemen weer goed, de documentatie is bijgewerkt en technisch gezien zijn we flexibel genoeg om snel producten te ontwikkelen. De millenniumbedreiging is weggenomen en we hebben op IT-gebied weer tijd en ruimte."
Achterstand
Uit een recente enquête van de Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat bijna driekwart van de banken de deadlines heeft overschreden voor aanpassing (30 juni 1998) en testen (31 december 1998) van bedrijfskritische systemen. Vijf procent dreigt de opleverdatum van 30 juni aanstaande niet te halen Vooral grootbanken hebben zich verkeken op de omvang en complexiteit van het probleem. Volgens directielid Müller geldt dat niet voor De Friesland Bank. Wat volgens hem alleen nog moet gebeuren zijn de ketentesten. De koppelingen met nachtkluizen en betaalautomaten bijvoorbeeld, maar ook de relatie met Interpay voor de interbancaire betalingen, de verbindingen tussen hoofd- en bijkantoren en de situatie bij zakelijke relaties die betalingen op tape of floppy aanleveren. Müller verwacht hier geen grote problemen en denkt rond de zomer definitief klaar te zijn.