Kan het iemand iets schelen wat voor weer het morgen wordt? Ja. Soms is het gewoon plezierig om te weten, in andere gevallen kan je planning of je gezondheid van het weer afhangen. Kennis van het weer is dan onontbeerlijk. En die kennis hebben we; het is niet meer een kwestie van een natte vinger in de lucht houden.
Stel dat je morgen op een braderie staat en je moet beslissen hoeveel haringen je hiervoor gaat schoonmaken. Dan wil je wel weten wat voor weer het zal zijn. Als het gaat regenen hoef je immers minder haringen schoon te maken dan bij goed weer. Als je een paar afgeladen supertankers onderweg naar Rotterdam hebt, moét je het weten; je supertanker heeft in de Noordzee namelijk nog net een halve meter speling onder de kiel, deining van meer dan een meter is rampzalig. En als er een kerncentrale de lucht ingaat, denk aan Tsjernobyl, wil iedereen, tot drie-hoog-achter, op de graad nauwkeurig weten uit welke wind de hoek waait – en hoe hard.
Enkhuizer Almanak
Waar het opstellen van weerverwachtingen een eeuw geleden nog hoofdzakelijk een kwestie was van natte vingers in de lucht en eksterogen, van Enkhuizer Almanak en boerenwijsheid voor al wie het horen wilde, is het inmiddels een wetenschap zonder welke er doden kunnen vallen. Met andere woorden: wat er op 1 januari aanstaande ook down mag gaan, het Knmi niet. En dat beseffen ze daar heel goed.
Dat er in de meteorologie veel met tijden wordt gewerkt, zal niemand verbazen. Alle weerverwachtingen worden opgesteld op basis van metingen. Wil je aan een meting iets hebben, dan moet je niet alleen weten waar hij verricht is, maar ook wanneer. "Elk uur wordt de helft van de gegevens hier ververst, na drie uur is driekwart ververst en na twaalf uur is alles ververst," zegt Rob Deibert, leider van het millenniumproject bij het Knmi. "Als je dus een half uur uit de lucht bent, mis je al een hele verversingscyclus. En dat vinden ze niet leuk in de weerkamer.
Berekeningen
"Die gegevens gaan een programma in dat ze bewerkt. De uitkomsten gaan weer naar andere programma’s die er weer andere dingen mee doen, et cetera. Zit ergens een kink in de kabel, dan stopt de hele productie. Programma’s moeten heel veel berekeningen maken tussen twee tijdstippen. Ze doen dat door de ene tijd van de andere af te trekken. Je houdt dan een aantal uren over. Trek je 1999 af van 1900, dan kom je 99 tekort. Wat er dan gebeurt, is niet te voorspellen. Hoogstwaarschijnlijk crasht zo’n programma – en dan stopt je hele productielijn.
Deibert noemt nog een voorbeeld: "Gegevens van een bepaald moment worden opgeslagen in een bestand. In de naam van dat bestand zit het tijdstip verwerkt van de gegevens die erin zitten opgeslagen. Die naam wordt automatisch gegenereerd. Er zit een jaar, maand, dag, uur en minuut in. Zoekt een programma, dat zelf millennium-bestendig is, de gegevens van het jaar 2000 en krijgt het alleen maar spul van 1900 aangeboden, raakt het in de war. Zegt het wellicht: geen gegevens, ik stop ermee."
Inventarisatie
Zich bewust van de risico’s zijn ze in De Bilt in een vroeg stadium begonnen met de aanpak van het millenniumprobleem. Zoals gebruikelijk: met een inventarisatie van alle systemen die er in huis waren.
Vervolgens heeft men zich afgevraagd: welke van onze functies mogen, gezien het maatschappelijk belang ervan, zeker niet uitvallen? Dat zijn bijvoorbeeld dingen als een waarschuwing voor extreme weersomstandigheden en een waarschuwing bij calamiteiten. Toen is onderzocht welke systemen gebruikt kunnen worden om deze taken te kunnen volvoeren? En wat er in die systemen mis kan gaan. "Als het goed is, vind je alle systemen uit die tweede groep ook weer terug onder de systemen uit je eerste onderzoek. Alleen heb je nu een onderscheid gemaakt tussen vitale en niet-vitale systemen," zegt Deibert. "Die vitale systemen hebben we extra zorgvuldig behandeld. Van de minder vitale hebben we de reparatie overgelaten aan diegenen die voor die systemen verantwoordelijk waren – en dat natuurlijk wel gecontroleerd.
Tijdreizen
"Per 1 november jongstleden waren bijna alle systemen millennium-bestendig. Voor het weinige dat nog moet gebeuren, is een strakke planning gemaakt. Vervolgens zijn we begonnen al die versies in onderlinge samenhang te testen, met tijdreizen en al. Dit heeft tot doel te kijken of de oplossing die de een heeft aangebracht, bij een ander onderdeel niet weer een nieuw probleem geeft. Rond de afgelopen jaarwisseling hebben we een gegevens-set vastgelegd en daar nieuwe (post-millennium-)datums aangehangen. Als dat we niet gedaan hadden, zou, zo bleek, de helft tot tweederde van de vitale systemen een probleem hebben opgeleverd.
"Gelukkig hebben we ondervonden dat als je weet dàt er een probleem is, je snel kunt vinden waar het zit en dat de oplossing dan ook vrij simpel is. Wat ook helpt, is dat we voor ieder programma dat we gebruiken wel iemand in huis hebben die er inhoudelijk verstand van heeft. Een ‘meevaller’ was ook dat een (hier in huis ontwikkeld) standaard sub-routinepakket voor het manipuleren van tijdstippen een millenniumfout bleek te bevatten. Die subroutine zat in een heleboel programma’s. Toen er een millennium-aangepaste versie van beschikbaar was, had dat tot gevolg dat – nadat ze met de nieuwe versie opnieuw waren gegenereerd – het millenniumprobleem in een heleboel programma’s, in één klap goeddeels was opgelost."
Afhankelijk
En wat als het nu toch fout gaat, bijvoorbeeld doordat derden falen? "We zijn zeer afhankelijk van de telefoonlijnen van KPN Telecom. Voor het binnenlands telefoonverkeer – ondermeer met de tien meetstations in het land die we gaan bemannen – hebben we het Nationaal Noodnet bij de hand, waar overheidsinstanties en nog wat organisaties in noodgevallen gebruik van mogen maken. Voor het internationale berichtenverkeer zijn we een infrastructuur aan het opzetten om direct via satellieten te communiceren. We hebben daarvoor onder meer een militaire satelliet op het oog die net gelanceerd is. Hier in De Bilt hebben we bovendien een zwaar noodaggregaat staan; en omdat we officieel nog steeds een oorlogstaak hebben, staat een heel forse plas dieselolie klaar om dat ding te stoken."
Als het dan allemaal zo relatief eenvoudig was, is er dan niet onnodig veel energie verbruikt? "Ach," zegt Deibert, "als we niets hadden gedaan, was het gierend uit de hand gelopen. Dan was onze productie knarsend tot stilstand gekomen, binnen het half uur. En dan waren we buiten bedrijf geweest juist op een moment dat de kans op calamiteiten groter is dan ooit."