De laatste maanden heb ik mijzelf zogenaamd vermaakt met Windows 98. Ik vrees dat ook ik ben verleid door Internet. Een browser en e-mail zijn erg nuttig, maar het werkelijke doel is het manipuleren van foto’s. Photoshop is essentieel, had ik gehoord, en dus waren 64 MB RAM en een schijf van 8 GB absoluut noodzakelijk. (Slik – dit is een mainframe, toch?) Iedereen met een beetje verstand gebruikt hiervoor een Mac, maar ik zit zo diep in de IT-industrie dat ik besloot dat de nieuwste PC beter zou zijn. Waarom luisteren we toch nooit?
En zie, daar was mijn nieuwe PC met Windows 98. Toen ik hem opstartte, adviseerde hij me om mezelf bij Microsoft te registreren, zodat ze me dingen kunnen verkopen. Toen ik het modem probeerde, weigerde dat echter de telefoon op te nemen. De zeer hulpvaardige medewerkers van mijn leverancier – ik zou ze later nog veel beter leren kennen! – vroegen me het interne modem te verwijderen en ter reparatie op te sturen, hetgeen ik deed. En zo gebruikte ik de PC voor al die dingen waarvoor geen modem nodig is, ingewikkelde zaken als tekstverwerking en het aansluiten van mijn digitale camera. Windows 98 ging zienderogen achteruit. Er begonnen bestanden te verdwijnen (inclusief de virusdetector, wat mij wel wat zorgen baarde). Verder moest ik de ‘registry’ opnieuw configureren en twee keer opnieuw opstarten, soms zelfs drie of vier keer. Uiteindelijk had Windows 98 zelfmoord gepleegd. Toen het modem weer op zijn plaats zat, moest de software helemaal opnieuw worden geïnstalleerd. Het systeem heeft sindsdien zonder al te veel crashes gewerkt, op wat applicatiestoringen na. Leve de ‘plug-and-play’! Windows 98 bleek niet bestand tegen het verwijderen van een stukje hardware waarvan de ‘registry’ dacht dat het nog aanwezig was.
Maar dan de applicaties. Die zijn voor gewone stervelingen veel te complex. Ik hoor wel eens dat zelfs kinderen een PC kunnen gebruiken. Dat klopt helemaal. Maar kinderen zouden zich moeten concentreren op wat een applicatie doet, in plaats van 80 procent van hun tijd te besteden aan het onder de knie krijgen van verschrikkelijke gebruikersinterfaces.
Ik moet zeggen dat ik nog geen PC-applicatie heb gevonden die ik instinctief kan bedienen. Een vriend die niet zo goed met PC’s overweg kan, slaagde er na lang ploeteren in iets met Photoshop te doen – tot hij op vakantie ging, en zich drie weken later niet meer kon herinneren hoe hij dat ook alweer had gedaan! Ik heb niet kunnen ontdekken hoe je een vel wit papier in de Lotus tekstverwerker krijgt; Corel Draw bewaart je voorkeursinstellingen niet; Internet Explorer heeft de eenvoud van het Internet volkomen om zeep geholpen met een brei aan advertenties en Microsoft-instellingen; Outlook Express weet niet wanneer hij wel en niet moet inbellen, enzovoort. Niets, en ik herhaal: niets is simpel en gericht op normaal gebruik.
Het laatste fiasco heet Winfax. Mijn eerste versie van Windows 98 had een faxprogramma aan boord. De eerste fax ging zelfs goed! Maar verdere pogingen om dit programma te gebruiken liepen op niets uit, dus installeerde ik Winfax. Zelfs de minimale installatie, zonder spraak, vereiste 22 MB aan schijfruimte – voor een faxprogrammaatje! Helaas is de minimale installatie onbruikbaar. Je kunt er een voorblad mee maken. Je kunt er ook een notitie mee maken, maar die kun je alleen gebruiken in combinatie met een voorgedefinieerd voorblad – niet je eigen voorblad. Wat maakt het uit, stuur die fax toch maar, dacht ik. Mooi niet. Er zat geen bedrijfslogo in het voorgedefinieerde voorblad. Maar ik heb helemaal geen bedrijfslogo! En als ik er wel een zou hebben, zou ik geen flauw idee hebben hoe ik zo’n logo in het voorblad zou kunnen krijgen.
Ik weet zeker dat je dagen en dagen door kunt brengen en cursussen kunt volgen en op den duur in staat zult zijn om deze alledaagse problemen te omzeilen, maar welke idioot ontwikkelt zulke verbijsterend laagwaardige applicaties?
Daarom heb ik mij voorgenomen Microsoft en consorten eens te helpen en een functieomschrijving voor de ideale PC-programmeur op te stellen:
1. Moet een hekel hebben aan gebruikers.
2. Moet een enorm ego hebben en vooral niet samenwerken met andere ontwikkelaars.
3. Moet niet worden lastiggevallen met kleinigheden als specificaties, betrouwbaarheid (crashes horen er nu eenmaal bij), testen of onderhoud (nooit van gehoord).
4. Moet een adelaarsblik hebben, zodat een minimaal schermoppervlak kan worden gebruikt waar normale mensen oogpijn van krijgen.
5. Moet elke gimmick gebruiken die hij kan vinden, anders wordt het product te gebruiksvriendelijk.
6. Moet in staat zijn eenvoudige dingen moeilijk te maken.
7. Moet in staat zijn elke essentiële functie achter tien andere nutteloze functies te verbergen.
8. Moet in staat zijn fouten te maken die als functies kunnen worden verkocht.
9. Mag nooit accepteren dat goed ontworpen, goed gebouwde en gebruiksvriendelijke applicaties mogelijk zijn.
10. Moet in staat zijn 32 MB te gebruiken terwijl 2 MB voldoende is.
Nog het beste voor 1999!