Intel liep in het verleden flinke littekens op met de ontwikkeling van eigen technologie voor signaalverwerking. De chipgigant went zich uiteindelijk tot kabouter Analog Devices, een specialist in digitale signaalverwerking en analoge elektronica.
Al steek je met kop en schouders boven iedereen uit, je kunt niet alles zelf ontwikkelen. Dat geldt ook voor Intel, het chipbedrijf dat is uitgegroeid tot een reus met fenomenale proporties. De high-tech onderneming uit Santa Clara maakte volgens Dataquest vorig jaar een omzet van 22,7 miljard dollar. Dat is bijna drie maal zoveel als NEC, met 8,3 miljard tweede op de wereldranglijst van chipproducenten. Intel ging shoppen in Norwood, Massachusetts, bij het relatief kleine chipbedrijf Analog Devices (1,3 miljard dollar omzet in 1998).
Ontwerpcentrum
Het tweetal gaat de technologie ontwikkelen voor de draagbare computer- en communicatieapparatuur van de toekomst. Samen willen ze een nieuwe digitale signaalprocessor ontwikkelen en zetten daarvoor een speciaal ontwerpcentrum op in Austin, Texas. Digitale signaalverwerking (dsp) is goed in het verwerken van natuurlijke informatie in digitale vorm, zoals audio, communicatie, video en spraakverwerking. Het gaat beide bedrijven om de ontwikkeling van een nieuwe architectuur die in vele vormen als ingebedde processor in elektronica kan worden ingebouwd.
Intel grijpt alle mogelijkheden aan om zijn groei te handhaven. Het bedrijf is in toenemende mate geïnteresseerd in draagbare rekenkracht. Vorig jaar kreeg het de rechten in handen van de energiezuinige Strongarm microprocessor met de overname van DEC’s chipfabriek. Momenteel zitten de meeste dsp-chips in harde schijven, zaktelefoons en modems. De technologie wordt echter in steeds meer producten gecombineerd met microprocessoren. Video, communicatie en spraak draaien daarbij op de digitale-signaalprocessor, controletaken worden uitgevoerd door de microprocessor.
Neus gestoten
Intel heeft in het verleden vaak zijn neus gestoten als het in een nieuwe technologie wilde stappen. Begin 1994 lanceerde toenmalig Intel-topman Andy Grove een project om van de Pentium microprocessor een communicatiewonder te maken. Hij investeerde 200 miljoen dollar met het doel software te ontwikkelen om digitale signaalverwerking op de Pentium mogelijk te maken – het zogenaamde ‘native signal processing’. Intels NSP mislukte jammerlijk. Microsoft stond niet toe dat Intels NSP-software inbreuk zou maken op ‘ring 0’ van Windows (om video en geluid voorrang te kunnen geven boven besturingstaken). Deze gegevens zijn met de rechtszaak tegen Microsoft opnieuw in het nieuws gekomen, maar minder bekend is dat NSP een volslagen mislukking was.
De processorfabrikant vaart de laatste jaren een andere koers. Het investeerde in Rambus om snelle geheugentechnologie veilig te stellen. De aankoop van Chips & Technologies verschafte Intel de kennis om de PC- en werkstationmarkt met grafische processoren te bedienen. Ook digitale signaalverwerking is een zeer specialistische technologie. Intel laat zien dat het geleerd heeft van zijn fouten en neemt Analog Devices in de arm voor digitale signaalverwerking. Analog Devices is na Texas Instruments, Lucent Technologies en Motorola de vierde speler op het gebied van digitale signaalverwerking. Met 40 procent omzetstijging vorig jaar is het de snelste groeier op de dsp-markt.
Concurrentie
Ook Motorola en Lucent Technologies besloten vorig jaar een dsp-technologie te gaan ontwikkelen. Dit tweetal richt zicht in het Starcore-project echter vooral op ingebouwde toepassingen van de Power-PC voor netwerken en telefooncentrales. Het verbond tussen Intel en Analog Devices zal op den duur vooral Texas Instruments onder druk zetten. TI is marktleider in programmeerbare dsp’s, het heeft bijna 45 procent van de dsp-markt die 3,3 miljard dollar groot is. Het biedt tal van oplossingen, van high-end tot zeer goedkope dsp-chips voor motorcontrole, draadloze telefoons en modems. Juist op dat laatste segment heeft ook Intel de ogen gericht.