Linux en zijn applicaties luiden een nieuwe software-revolutie in. We moeten nog zien wat er gebeurt, maar we kunnen er donder op zeggen dat Linux het einde van NT betekent. Niet dat dit Microsoft zal tegenhouden; ook Linux heeft applicaties en server-software nodig, en producten als Exchange of Office kunnen zonder al te veel moeite naar Linux gepoort worden.
Linux is een Unix-variant, ontwikkeld door de Fin Linus Torvalds. Het is gratis verkrijgbaar voor iedereen die het wil hebben, inclusief de broncode. Er zijn al meer dan een miljoen gebruikers, waaronder veel academici.
Net als NT is Linux in principe overdraagbaar naar andere processoren, maar omdat Linux op het PC-platform is ontstaan, zijn beide systemen in feite op Intel gebaseerd. Voor zover ik weet is er nog geen Linux-versie die op een multiprocessor- systeem of cluster draait. Maar ook de schaalbaarheid van NT is nog steeds minimaal.
Linux is een bedreiging voor NT op PC-hardware, maar niet voor Unix-systemen als AIX, Solaris en HP/UX. Deze systemen draaien immers op hun eigen midrange-platform, met uitzondering van OS/400. Recente cijfers tonen aan dat problemen met schaalbaarheid NT nu parten beginnen te spelen; de omzet van Unix-systemen stijgt sneller dan de omzet van NT-systemen. NT dreigt te worden platgewalst door Linux en grote Unix-systemen. Organisaties zouden hun NT-strategie moeten herzien voor het te laat is. Doen ze dat niet, dan riskeren ze een grote ramp.
Linux is niet alleen een bedreiging voor NT in termen van kosten. Het is ook nog eens kleiner, en, wat belangrijker is, veel betrouwbaarder! Het is moeilijk om de betrouwbaarheid van Linux en NT onderling te vergelijken, omdat NT ook last heeft van grote, slecht gebouwde applicaties, terwijl de applicaties op Linux veel kleiner en praktischer zijn.
Ik hoor vaak dat Linux met de gratis Apache-server veel betrouwbaarder is dan NT met IIS. NT-problemen worden vaak versterkt door de extra functionaliteit die het systeem moet meetorsen (16-bit Windows ondersteuning en dergelijke). De veel bescheidener eisen die Linux aan de hardware stelt komen scherper in beeld naarmate het NT 5.0-fiasco meer publiciteit krijgt. Hoe kunnen ze ooit hopen die 30 miljoen regels code aan de praat te krijgen? En waarom, als het kleinere Linux veel beter lijkt te zijn?
Linux versus NT is niet de goede vergelijking. Iedereen kan de broncode van Linux veranderen, zodat er geen standaarden zijn. In de zakelijke wereld is dit de doodsteek voor elk besturingssysteem. Er doet zich echter een nieuw fenomeen voor, dankzij Internet. Het is altijd mogelijk geweest te beschikken over ‘shareware’ of ‘freeware’, maar het was altijd moeilijk iets te vinden waar je ook echt behoefte aan had; nu niet meer. Internet brengt vraag en aanbod bij elkaar en is op die manier een soort virtuele software-winkel. Er zijn al een heleboel Linux-applicaties in omloop. Als iemand nu de Linux-api’s zou willen veranderen, zou de Linux-gemeenschap dat nooit accepteren, omdat die applicaties dan niet meer zouden werken. Het is heel anders dan de commerciële software-wereld, waar soms opzettelijk wijzigingen in het besturingssysteem worden aangebracht om klanten te dwingen tot de aanschaf van een nieuwe versie van de applicaties. Deze wereldwijde benadering van besturingssystemen en applicaties heeft een stabiliserend effect, veel meer dan een officieel orgaan ooit zou kunnen bewerkstelligen. Hoe succesvol het kan zijn als gebruikers standaarden afdwingen, hebben we al gezien aan de groei van Internet en TCP/IP.
De aantrekkingskracht van Linux spreidt zich uit over de huidige leveranciers en applicaties. Oracle heeft versie 8 voor Linux, JVM 1.2 is beschikbaar, IBM schijnt bezig te zijn met het overdragen van DB2, BEA ontwikkelt Tuxedo en Corel komt met een kleine versie van Corel Office. Dit is nauwelijks verbazingwekkend omdat deze leveranciers toch al verschillende besturingssystemen ondersteunen om te kunnen concurreren met Microsofts ‘NT-only’-strategie. Nieuw is wel dat deze producten gratis zijn! Ze moeten er natuurlijk wel aan verdienen. Het gaat hier dus niet om liefdadigheid maar om het winnen van marktaandeel, zodat ze in de toekomst upgrades kunnen verkopen. Feit is wel dat deze trend de software-kosten in totaliteit sterk zal reduceren.
Zonder ondersteuning kan een bedrijf Linux niet introduceren. Maar welke ondersteuning levert Microsoft nu dan voor NT? We zijn sterk afhankelijk van ervaren NT-specialisten, maar hun equivalenten zullen snel afstuderen en met een heleboel Linux-ervaring op de arbeidsmarkt komen. Er zijn nu al vijf of zes bedrijven die Linux commercieel ondersteunen, terwijl bedrijven als Redhot en Caldera de nodige tools en diensten leveren. De netto productondersteuning is net zo goed als van NT, terwijl het product goedkoper en beter is. Hiermee zijn alle ingrediënten voor een revolutie aanwezig.