Microsofts vice-president Paul Maritz heeft gisteren voor de rechtbank toegegeven dat zijn bedrijf Internet Explorer heeft opgenomen in Windows 98 om het aandeel op de browsermarkt te vergroten.
Hiermee weersprak de getuige eerdere verklaringen van Microsoft die erop duidden dat de integratie een technologische achtergrond had. Advocaat Boies van het ministerie van Justitie verliet na afloop lachend de rechtbank.
"De getuigenis maakte duidelijk dat Microsoft in eerste instantie de browser en Windows gescheiden wilde leveren. Uiteindelijk besloot het bedrijf Internet Explorer toch te integreren in het besturingssysteem om een groter marktaandeel te krijgen. Dit was een belangrijke getuigenis. Hier zal Microsoft niet makkelijk mee wegkomen", verklaarde hij.
Maritz gaf eveneens toe dat Microsoft heeft geprobeerd Netscape ervan te overtuigen de concurrentiestrijd te verminderen. De getuige vertelde dat de twee partijen in 1995 bijeenkwamen om te zoeken naar "gemeenschappelijke belangen". Volgens het ministerie van Justitie hadden de gesprekken grote gevolgen. Nadat de onderhandelingen zonder succes waren afgebroken, zou Microsoft zijn concurrent verschillende malen hebben gedwarsboomd.