Wat de millennium-bug ook moge gaan uithalen met onze elektronica, wij stervelingen krijgen er in ieder geval al fors buikloop van. Dat komt van de schrik. Want wat is ons allemaal niet beloofd aan ellende rond de eeuwwende?
Een greep uit het aanbod: vliegtuigen zullen omlaag komen; liften vertonen kunsten die Dick Maas niet had kunnen verzinnen; wij krijgen allen miljoenen guldens aan achterstallige hypotheekrente te betalen, terwijl we juist geen salaris meer krijgen overgemaakt; de kassa’s in de supermarkt zullen hun bliep-bliep staken – en dat komt niet alleen maar doordat het energiebedrijf geen stroom meer levert; treinen zullen niet meer lopen, of de verkeerde kant op – en vooral ook veel botsen; wij zullen iedere ochtend de verkeerde kleren aantrekken omdat het Knmi de avond tevoren het weer van een eeuw geleden heeft voorspeld. En velen van ons zullen ophouden administratief te bestaan.
Stinkend rijk
Maar het kan ook een heel andere kant op. Wij worden misschien allemaal stinkend rijk, omdat de computer van de Belastingdienst in de ochtend van 1 januari 2000 vaststelt dat we tientallen jaren vooruitbetaalde inkomstenbelasting moeten terugkrijgen?
Kijk, daar hoor je niemand over.
Het enige dat wij te horen krijgen, is dat het leven zoals wij het kennen knarsend tot stilstand zal komen. Mensen, sla bonen in en brandstof en blijf thuis het komend Oudjaar!
En of we al niet bang genoeg zijn gemaakt, heeft de overheid een stel geleerde of anderszins bovengemiddelde heren bijeengebracht – dit keer niet in een Commissie of een Werkgroep, maar in een heus Platform – om ons nog verder de stuipen op het lijf te jagen. Als het moet via Postbus 51.
Angst
Over de aard van het probleem hoeven we het hier niet te hebben. Over de aard van de angst misschien wel. Het is de angst van kinderen in een donker bos bij slecht weer: je ziet niks, maar achter iedere boom kán een man staan met draadnagels door zijn hoofd en een bebloede bijl in de rottende vuist; erger nog: hij staat vlak achter je, loopt achter je de trap op en reikt al naar je enkel.
De angst wordt alleen maar reëler al je diep van binnen weet dat jij zelf in een grijs verleden zulke enge mannen in het bos hebt neergezet; en al je collega’s ook. Alleen is iedereen vergeten waar ook weer precies. Een aantal weten we er nog wel te staan, en die hebben we bij daglicht dan ook resoluut het bos uitgejaagd. Maar er zullen er toch nog wel meer zijn? En zoals het gaat met alle ongeziene vijanden, wordt hem een kracht toegeschreven die weldra mythische vormen aanneemt. Door zijn onzichtbaarheid wordt het ding groter dan zichzelf.
Krijgshaftig
Onze angst wordt nog verder aangejaagd door de krijgshaftige manier waarop personeel in het geweer wordt geroepen om de bug te lijf te gaan. Het staande leger kan het tij niet meer keren en het land lijkt reddeloos verloren als niet het hele volk – kinderen en grijsaards gelijk – onder de wapenen komt. Voor de bestrijding van geen enkel ander virus zijn zoveel mensen bij- en omgeschoold.
Het lijdt geen twijfel: we hebben elkaar, zo aan het fin de siècle, goed de schrik in de benen gejaagd, daar waar enige voorzichtigheid waarschijnlijk had volstaan. Er zullen door de millennium-bug heus geen vliegtuigen uit het zwerk naar beneden storten. Vliegtuigen worden in de lucht gehouden door vleugels, niet door kalenders. En te eten zullen we ook nog wel hebben als de oliebollen eenmaal op zijn.
Maar is alle vrees dan ongegrond? Is de millennium-bug een fantoom, bedacht door softwarebedrijven die groot geld ruiken? Nee, dat toch ook niet. Er kunnen wel degelijk dingen mis gaan als de bugs niet worden verwijderd. Het is alleen de mate waarin, die ter discussie staat.
Vijand met en gezicht
Vermoeden en vrezen doen we van alles, maar wat weten we van die millennium-bug? Wie heeft er inmiddels bugs gevonden en wat zouden die bugs hebben gedaan als ze bij de opening van de volgende eeuw nog in de coulissen hadden gestaan? Op deze vragen gaat Computable in het verloop van dit jaar om de twee weken een deel van de antwoorden geven. We praten met bedrijven en instanties, met probleemzoekers en probleemoplossers. Want een vijand met een gezicht is een stuk minder eng.