De meeste organisaties hebben de laatste jaren flink in datawarehousing geïnvesteerd om hun informatie- en kennissystemen te verbeteren. Niet alle projecten waren even succesvol, maar er is genoeg ondersteunend bewijsmateriaal voor de suggestie dat succesvolle projecten een grote impact op de bedrijfsvoering hebben.
De aandacht verschuift nu van het aansluiten van IT-systemen op bestaande bedrijfsprocessen naar nieuwe concepten waarbij de klant centraal staat en IT een integraal onderdeel vormt. Het is onvermijdelijk dat in de eerste fase een nieuw informatiesysteem aan bestaande gegevensverwerkende applicaties wordt gekoppeld. Maar het is essentieel dat die ontwikkeling wordt doorgezet, zodat het datapakhuis een integraal element in het hele IT-systeem wordt. In de toekomst moeten IT-systemen een gesloten systeem vormen.
De kernfuncties worden aangestuurd door gegevensverwerkende applicaties en kantooromgevingen, die verantwoordelijk zijn voor de basisgegevens als invoer voor de informatiesystemen. Het informatiesysteem wordt op zijn beurt ingezet om kennis te verwerven en sneller en accurater beslissingen te kunnen nemen. Maar daarna moet de beslissing ook worden geëffectueerd, waarvoor weer een terugkoppeling naar de kernsystemen nodig is. De integratie van afzonderlijke systemen tot een gecoördineerd geheel is dé uitdaging voor de lange termijn. Begrijpelijk genoeg is het feedback-gedeelte zelden of nooit geïmplementeerd. Als we hier vooruitgang willen boeken, dan moeten we veel meer aandacht besteden aan workflowmanagement. We kunnen veel leren van ‘document image processing’-systemen (DIP) en just-in-time manufacturing (JIT), die op veel grotere schaal toepasbaar zijn.
Tegenwoordig zijn er bepaalde ontwikkelingen die op de lange termijn een grote impact zullen hebben op de ontwikkeling van deze cybernetische systemen. Sommige zijn positief, andere negatief. We beschouwen technologie nog te veel als een doel op zich. (Ga maar na hoeveel energie uw organisatie stopt in de introductie van NT, in plaats van de kernapplicaties te verbeteren.)
Recente ontwikkelingen zijn:
(a) ‘Enterprise resource processing’-pakketten (erp). Een echte hype. Het komt er op neer dat afzonderlijke gegevensverwerkende applicaties worden vervangen door een integraal pakket, dat is ontworpen rond een centrale database. Dit is een natuurlijke ontwikkeling van concepten die zich al lang in de praktijk hebben bewezen. Het is ook een wenselijke ontwikkeling, maar erp-pakketten zijn uiterst leveranciersspecifiek en sluiten de klant meer dan ooit op in één specifieke oplossing. Naarmate flexibele producten op basis van componenten volwassener worden, zullen erp-pakketten de vooruitgang juist in de weg staan. Een voorbeeld. Erp-pakketten bieden nu datapakhuis-modules. Dit is volstrekte onzin, omdat het pakhuis informatie uit alle mogelijke bronnen moet bevatten; het erp-pakket is slechts één van die bronnen. Erp-pakketten zijn nu nuttig, maar zullen over een paar jaar een enorm legacy-probleem vormen.
(b) Het Internet. De meeste applicaties van vandaag automatiseren de interne eisen van de onderneming, maar business-to-business en business-to-consumer applicaties liggen nu binnen ieders bereik. Wie de goederenstroom wil beheersen, moet samenwerken met andere organisaties en heeft dus meer behoefte aan gemeenschappelijke standaarden; er zal veel minder vrijheid zijn dan voorheen. Het is duidelijk dat zulke systemen niet aan één specifieke technologie gekoppeld moeten zijn; heterogene systemen laten de deur open voor nieuwe ontwikkelingen en vooruitgang.
(c) Betere tools. De beschikbaarheid van software-componenten voor zakelijke toepassingen zal sterk verbeteren door nieuwe tools, waarmee oude applicaties kunnen worden opgelapt. Kennistools voor datamining, trendanalyse en dergelijke worden steeds beter. Groupware en workflowmanagement, gekoppeld aan simulatietools, zijn al redelijk volwassen en zouden meer ingezet moeten worden. Java, Linux en het Internet zullen software-kosten drukken en de ontwikkeling van nieuwe producten versnellen.
(d) Repositories. Dankzij Microsoft/Platinum aan de ene kant en XML aan de andere kant zijn efficiënte repositories eindelijk een feit. In tegenstelling tot eerdere mislukkingen als AD/Cycle zullen de nieuwe repositories ook efficiënte hardware kunnen gebruiken (mijn PC heeft een schijf van 8 gigabyte!). De repository is een essentieel onderdeel van elk geïntegreerd systeem, omdat het coördinatie van regels en definities mogelijk maakt voor Case-systemen, datapakhuizen, analysetools en dergelijke. Repositories zijn essentieel om de nieuwe generatie softwarecomponenten goed te kunnen beheren.
Samenvattend: de toekomst is aan componenttechnologie, repositories en workflow management, gekoppeld aan een betere kennis over nieuwe bedrijfsprocessen die zich meer richten op de externe klant/leverancier-relatie dan op de interne gegevensverwerking. De fuik van de huidige pakketten vormt het volgende obstakel. Organisaties die hun eigen bestemming in de hand hebben – dat betekent: beperkt outsourcen – zijn in het voordeel. Ik vraag me af of iemand zich realiseert wat de gevolgen kunnen zijn van onstabiliteit in een teruggekoppeld systeem.