De studie bestuurlijke informatica biedt een bredere basis voor een carrière in de IT-sector dan een opleiding tot informatica-ingenieur. Afgestudeerden met kennis van bedrijfsadministratie hebben de noodzakelijke basis om te functioneren in praktisch alle IT-functies.
Dit valt op te maken uit het onderzoek ‘Informatica-ingenieurs en bestuurlijke informatici in het ICT-tijdperk: substitueerbaar of complementair?’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) in Maastricht. Bestuurlijke informatici moeten aan meer eisen voldoen, zeker in functies waarin kennis van organisaties en bedrijfsprocessen een rol speelt. Als het aankomt op technisch inzicht, voldoen zij echter net zo zeer als de informatica-ingenieurs.
Dit heeft geen consequenties voor de salarissen, zo concluderen de onderzoekers prof. dr. Hans Heijke en drs. Ger Ramaekers. Studenten van de beide studierichtingen vinden hun weg in een baan die het meest is toegesneden op hun opleiding. Technisch ingestelde IT-ers komen vaker aan het werk als systeemanalist of -ontwerper, terwijl bestuurlijke informatici meer terechtkomen in functies als automatiserings- of projectadviseur.
Kwaliteiten
Uit het onderzoek komt naar voren dat een aantal kwaliteiten als belangrijk worden beschouwd. Dit zijn professionele kennis, op de hoogte zijn van recente ontwikkelingen in het vak, kennis van informatie- en communicatietechniek, organisatie- en sociale kwaliteiten, onafhankelijk kunnen werken, initiatief en creativiteit, accuraatheid en precisie en stressbestendigheid.
Tenminste driekwart van de ondervraagde bestuurlijke informatici en informatica-ingenieurs noemde bovenstaande kwaliteiten belangrijk voor de beroepsuitoefening. Opvallend was dat bestuurlijke informatici daarnaast een aantal zaken vaker noemden: ‘begrip van management’, ‘juridisch begrip’ en ook algemene vaardigheden als het toepassen van kennis, plannen en het schriftelijk en mondeling uiten.
De ROA-onderzoekers concluderen dat ‘bestuurlijke informatici aan meer eisen moeten voldoen en dat hun studie in deze aspecten complementair is aan de technische informatica-studie’.
Hiaten
De IT-ers die pas kort aan het werk zijn – ook de bestuurlijke informatici – onderkennen de nodige tekortkomingen in hun opleiding. Zo zegt meer dan de helft van de 99 ondervraagde informatica-ingenieurs die studeerden aan een van de Technische Universiteiten, dat de opleiding meer aandacht moet besteden aan financiële en organisatorische zaken. Een kwart van de deelnemende 133 bestuurlijke informatici, opgeleid aan de universiteiten van Tilburg en Rotterdam, geeft hen daarin gelijk. 38 Procent van de afgestudeerden van KUB en Erasmus meldt een jaar tot anderhalf jaar na de studie, hiaten te hebben in onderwijs in de techniek. Van de ingenieurs zegt 19 procent hetzelfde. Opvallende genoeg constateren beide groepen afgestudeerden de grootste tekorten in hun opleiding op de vlakken ‘recente ontwikkeling van de sector’ en zaken als schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid en (onder)handeltechnieken.
Merkwaardig genoeg sluiten de gevolgde cursussen veelal niet aan op deze tekorten. Driekwart van de bestuurlijke informatici en tweederde van de informatica-ingenieurs blijkt ruim een jaar na afstuderen al aan een cursus of training te hebben meegedaan. Het overgrote deel van de gevolgde cursussen liggen op het gebied van informatie- en communicatietechniek. Bij ingenieurs was dat zelfs in 72 van de honderd keer het geval. "Verrassend genoeg hangt de deelname aan IT-cursussen niet af van de in het werk vereiste kennis van ICT noch van de kennis die tijdens de studie werd verworven", aldus de onderzoekers.
Hobbyisme
Is er dan zo vaak sprake van hobbyisme? "Ik denk dat ingenieurs mogelijk toch niet zien waar extra opleiding nodig is", meent Hans Heijke. "De verschillen in functies in de informatietechniek zijn erg groot. Als je met bepaalde facetten nooit in aanraking komt, is het onwaarschijnlijk dat je op dat gebied een cursus gaat volgen. Verder wordt in de bedrijven toch een ander beroep gedaan op BI-ers (bestuurlijke informatici) dan op IE-ers (informatica-ingenieurs)."
Als het om scholing gaat, verschilt de IT-sector volgens Heijke aanzienlijk van andere beroepsgroepen. "Uit een ander onderzoek bleek bijvoorbeeld dat economen in het algemeen vaak kennis-tekorten ervaren in ICT. Daar moet veel worden bijgeschoold. Dit heeft gevolgen voor het salaris. De econoom blijkt nog niet klaar voor ‘het beroep’ en bovendien kosten cursussen geld. Het aanvangssalaris ligt derhalve laag. Pas na scholing wordt het opgetrokken", aldus Heijke.
In de IT-sector werkt dat zo niet. "Scholing wordt daar veel meer positief beoordeeld, niet als een gebrek. Men verwacht in de IT dat je gaat ‘studeren’. Dat heeft dan ook geen repercussies voor de beloning."