Eigenlijk zouden we alle bestaande Windows-applicaties moeten weggooien en opnieuw moeten beginnen met vervangers die goed ontworpen en goed getest zijn. Dit is helaas praktisch onhaalbaar. Nieuwe applicaties kunnen worden ontwikkeld op basis van het dunne client-model, maar het zal nog lang duren voordat we eindelijk van de Windows-erfenis af zijn.
De meeste mensen gaan nu over op Java en Internet-technologie voor hun volgende generatie dunne client-applicaties, maar onthoud dat ook conventionele technieken voor dunne clients gebruikt kunnen worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van ‘remote procedure call’-technieken, zoals Cics-client EPI of Dcom/Dole. Er zijn al enkele grote applicaties op dit drielagenmodel gebouwd die waarschijnlijk niet vervangen hoeven worden.
De slimste strategie is je geduld te bewaren. Evalueer je bestaande applicaties. Concentreer je op die applicaties met de hoogste toegevoegde waarde, niet de applicaties die technisch het interessantst zijn. Helaas wordt er tegenwoordig een hoop tijd in NT gestopt, terwijl dat toch niet meer is dan een besturingssysteem zonder duidelijke toegevoegde waarde. De meeste energie wordt gestoken in technologie om de technologie – er wordt niet nagedacht over de waarde van die technologie voor het bedrijf. Het is veel lonender om bestaande systemen te herontwerpen, om hun bruikbaarheid te verhogen zonder dat ze helemaal opnieuw ontwikkeld hoeven te worden. Dat is niet zo leuk als worstelen met de tekortkomingen van NT en niet zo goed voor je cv, maar het is wel de goede weg.
Welke weg ook gevolgd zal worden, het is duidelijk dat de PC-puinhoop eens opgeruimd zal moeten worden. Een goede oplossing is het investeren in PC-beheertools en help desks. Het beheren van PC’s was in de oude DOS-dagen pure tijdverspilling, maar inmiddels niet meer. De ‘multitasking’ in Windows 95 heeft ervoor gezorgd dat beheerprocessen op de achtergrond mee kunnen draaien. Nieuwe hardware die voldoet aan de PC-98 specificatie kan steeds beter gebruik maken van ‘plug and play’, maar er zijn nog veel oude PC’s in omloop. Zero-administration toolkits (ZAK) kunnen ook nuttig zijn, maar verwacht hier geen wonderen van. De meeste PC-applicaties crashen nog steeds om onduidelijke redenen. Windows 98 crashte zelfs toen Gates het introduceerde.
De andere aanpak is de introductie van Windows-terminals. Dit op X Windows geïnspireerde concept kan bestaande Windows-applicaties aan, terwijl op X-terminals alleen Motif-applicaties draaien. Het belangrijkste product is Citrix Winframe; er is ook een kleinere versie, Terminal Server, van Microsoft. Het product vereist een grote NT-server (eigenlijk een verzameling virtuele clients, geen server) en door de prijsstelling van Microsoft is het niet goedkoop. Bestaande 386/486 PC’s zijn als terminal te gebruiken, dit in tegenstelling tot Java, waarvoor Pentium PC’s nodig zijn. De eigendomskosten zijn lager, doordat het beheer eenvoudiger is. Er is ook nog de kwestie van applicatielicenties; een netwerk met vijftig PC’s vereist vijftig licenties voor Office, vijftig 50 gebruikers op één Citrix Winframe-server ongeveer twintig licenties nodig hebben (namelijk alleen voor die gebruikers die gelijktijdig werken). Dit probleem is nog niet opgelost.
In theorie zouden we de Citrix-oplossing niet nodig hoeven hebben, omdat goed ontworpen client/server-applicaties het netwerk slechts licht zouden belasten (een sessie-‘handshake’, een SQL-‘string’ en een antwoord is niet meer dan een paar duizend bytes), maar de meeste applicaties schuiven dikke bestanden heen en weer. In sommige gevallen is dit acceptabel (met een paar gebruikers op een lokaal netwerk), maar de beperkte capaciteit van inbelverbindingen maakt het probleem pijnlijk zichtbaar. De efficiëntie van het Citrix ICA protocol lost dit probleem op.
Het bedrijf Moon Software heeft het product Liftoff op de markt gebracht (hoe komen ze toch op die prachtige namen?). Dit product volgt een andere benadering: bestaande PC-applicaties zoals Office worden in stukjes gehakt. Een deel van de applicatie draait op de client, een ander deel op de server. Door Active X of Netscape plug-ins te gebruiken kan het deel van de PC-client met een browser worden verspreid, waardoor geen code op de PC meer onderhouden hoeft te worden. Net als Winframe claimt Liftoff een minimale netwerkbelasting zodat het over een normaal internet-modem kan draaien. Voor Liftoff is een lichtere server voldoende, als de PC tenminste krachtig genoeg is, terwijl Winframe een server nodig heeft die alle kopieën van de Windows-applicaties tegelijk kan uitvoeren. Ik heb Liftoff nog niet gezien, en ik heb weinig vertrouwen in de onderhoudbaarheid en betrouwbaarheid van zulke gepartitioneerde PC-applicaties. Die van mij crashen al zonder partitionering!
Winframe geeft organisaties de tijd om zich te concentreren op het bouwen van nieuwe dunne client-applicaties. Het is een uitstekende tactische optie, die ook migratie van PC naar NC mogelijk maakt.