Oracle domineert met een marktaandeel van bijna 40 procent de markt voor relationele databases. Microsoft ruikt de zakelijke mogelijkheden en het bijbehorende grote geld en beweegt zich steeds actiever op deze markt. Op de Comdex lanceerde het bedrijf onlangs de nieuwste versie van zijn database: SQL Server 7.0. Vol zelfvertrouwen sprak voorzitter Steve Ballmer de verwachting uit dat Microsoft binnen twaalf maanden meer databases verscheept dan aartsrivaal en onbetwist marktleider Oracle.
De Paradox van de Strijd Aanbieders vechten zich dood op de markt van bedrijfssystemen. NT, Unix, Netware. Sparc, Intel, Alpha. Oracle, SQL Server, DB2. Oorlog dus, en dan met name een publicitaire oorlog. Maar klanten relativeren, en dat doen ze al tijden. Die weten dat je systemen door elkaar moet kunnen gebruiken. Exclusiviteit, daar houden ze niet zo van. Die boodschap begint nu door te dringen. Verslaggevers Jasper Bakker en Roy op het Veld verkennen het slagveld en de strijdende partijen. En krijgen uitleg over de Paradox van de Strijd. |
Ondertussen kwelt de markt zich met de vraag voor welke database ze moet kiezen. Moeten gebruikers vertrouwen op het leiderschap dat Oracle qua technologie en qua marktaandeel heeft? Of moeten ze vertrouwen op de tientallen miljoenen dollars die Microsoft in kennisverspreiding en de marktadoptie van SQL Server investeert? Wellicht wordt SQL Server voor Oracle-database wat Windows ooit voor OS/2 was. Momenteel durft echter nog niemand zijn bedrijf volledig op één van de twee producten te laten draaien. Grote gebruikers hanteren allen een twee sporenbeleid. De strijd is nog niet gestreden en het is de vraag of er ooit vrede komt aan dit immer roerige front. Nog maar koud een jaar geleden ging Informix, dat destijds als grote belofte te boek stond en de wereld wilde veroveren met zijn Universal Server, roemloos ten onder. Momenteel speelt het bedrijf nog slechts een rol in de marge van de databasemarkt.
Dienstverlening
In de databasewereld heeft Microsoft de voor haar ongebruikelijke rol van underdog gespeeld. SQL Server heeft nooit een florissante reputatie op het gebied van snelheid, schaalbaarheid en betrouwbaarheid gehad. Databases van Oracle, IBM, Sybase en Informix overschaduwden het ‘inferieure’ product uit Seattle. Microsoft promote jarenlang een product dat een combinatie vormde tussen programmacode dat het licenseerde van Sybase en in huis ontwikkelde functionaliteit. De opmars van Windows NT heeft SQL Server vooruit geholpen als database. Het marktaandeel bedraagt volgens de onderzoekers van Dataquest echter maar 7,4 procent.
Microsoft gebruikt zijn marketingmachine om wederverkopers en gebruikers te overtuigen dat SQL Server gereed is voor serieuze toepassingen in de bovenkant van de markt. Het meest steekhoudende argument dat het bedrijf gebruikt om partners voor zich te winnen heeft niets met technologie of marketing te maken. Partners kunnen botweg goud geld verdienen aan dienstverlening rond SQL Server omdat Microsoft zelf niet of nauwelijks met consultants deelneemt in projecten bij klanten. Die kluif is voor de partners weggelegd. Verwacht wordt echter dat met de educatie-programma’s van Microsoft binnen afzienbare tijd, een maand of zes, dusdanig veel technici zijn opgeleid dat de hoge winstmarges genormaliseerd worden. Wat niet wil zeggen dat het geen interessante markt meer is. De situatie waarin Oracle zich bevindt, staat hiermee in schril contrast. Het heeft regelmatig de grootste moeite om met zijn 15 duizend medewerkers tellende consultancy-organisatie niet op de tenen te gaan staan van zijn partnerkanaal.
Volwassen versie
Microsofts strategie rond SQL Server voltrekt zich inmiddels volgens klassieke lijnen. Net als Windows NT 3.5 en NT 3.0 daarvoor, wordt SQL Server 7.0 gepromoot als de volwassen versie, die alle kinderziektes uit de vorige moet doen vergeten. Om die uitspraak kracht bij te zetten wijzen ze in Seattle op de verbeteringen ten opzichte van de vorige versie 6.5 en de voordelen die de integratie in Backoffice biedt. Omdat de database via deze productbundel eigenlijk gratis voor klanten beschikbaar is, is het economisch gezien logisch om het product ook te gebruiken.
Microsoft heeft de productontwikkeling in ieder geval serieus genomen en noemt Baan één van de belangrijkste bedrijven die input hebben geleverd aan de specificaties van SQL Server 7.0. Dat heeft een grondige herbeschouwing van de database-architectuur tot gevolg gehad, maar de positieve consequentie is dat SQL Server daarmee een database is geworden voor bedrijfskritische toepassingen, zoals Microsoft het zelf uitdrukt.
Een goede indicator van de verbeteringen in versie 7.0 ten opzichte van 6.5 is bij Microsoft zelf te bewonderen. Het bedrijf volgt overigens het bewonderenswaardige beleid dat softwareproducten eerst intern succesvol in gebruik moeten worden genomen, voordat ze op de markt verschijnen. Een kritische vuurproef dus. Dit jaar voerde Microsoft de afsluiting van het financiële jaar uit met zijn financiële systemen (van SAP) die draaien op een bèta-versie van SQL Server 7.0. Binnen enkele uren was de klus geklaard, wat voorheen met versie 6.5 nog enkele dagen in beslag nam. Microsoft noemt zichzelf met 25 duizend medewerkers – niet ten onrechte – een representatieve referentie-organisatie, wat zeker niet ongefundeerd bèta mag worden.
Mogelijkheden
In verband met eenvoud in gebruik is SQL Server 7.0 uitgevoerd met ‘auto-configuratie’. Een operationeel databasesysteem configureert zichzelf en blijft zichzelf tunen. SQL Server 7.0 voert bijvoorbeeld zelfstandig aanpassingen in het geheugen en bestanden uit. Veder kan het beheer plaatsvinden vanuit één geïntegreerd console, ten behoeve van Windows NT, de mailserver Exchange en SQL Server. De database moet bruikbaar zijn zowel voor eindgebruikers als voor grote bedrijven.
De verbeteringen rond gegevenspakhuizen en beslissingsondersteuning hebben het afgelopen jaar waarschijnlijk de meeste aandacht opgeëist. Onder codenaam Plato heeft Microsoft een aantal Olap-diensten (online analytical processing) ontwikkeld waarmee gegevenspakhuizen ontsloten kunnen worden. Leveranciers van analysetools, als Cognos, Business Objects en Brio, hebben allemaal als een razende roeland ervoor gezorgd dat hun front-end hulpmiddelen, voor het maken van rapportages en analyses, werken met Plato.
Een belangrijke technologische ontwikkeling die met SQL Server 7.0 beschikbaar komt, is Microsoft Repository, die grotendeels door Platinum is ontwikkeld. De repository is een database die software-componenten en hun beschrijvende informatie bevat. Ook de onderlinge relaties tussen de componenten worden door de repository beheerd. Deze technologie maakt het mogelijk metadata (informatie over de structuur waarin gegevens zijn opgeslagen) te integreren uit verschillende bronnen, waaronder SQL Server en Olap Server.
Oracle heeft gekozen voor de mogelijkheid alle typen data (relationeel, tekst, video, audio, etcetera) in één database managementsysteem op te kunnen slaan. De zogenoemde universele dataserver. Microsoft predikt een ander verhaal voor de structuur van zijn database. Niet in de laatste plaats omdat z’n technologie voor een universele-serverstrategie niet geschikt is. Het softwarebedrijf heeft dan ook de mond vol over universele datatoegang. Gegevens hoeven niet perse allemaal in één opslagmedium te passen, maar moeten volgens Microsoft op een universele manier te benaderen zijn, ongeacht de bron. In eerste instantie hanteerde Microsoft odbc (open database connectivity) voor de koppeling van SQL Server met andere databases die op Windows draaien. Daarna werd Ole DB ontwikkeld, dat als het ware een universeel venster biedt op verschillende gegevensbronnen, SQL Server, Office-documenten, platte tekstbestanden en e-mail berichten. Bovenop OLE DB definieert Microsoft een DTS-laag (Data Transaction Services), die niet-SQL Server gegevens converteert in SQL Server-formaat. Deze technologie is met name voor gegevenspakhuizen nuttig.
SQL Server 7.0 is ontworpen om op het Windows-platform de beste prijs/prestatie-verhouding te leveren. Dat criterium was belangrijker dan de releasedatum. Ook de prestaties van de erp-pakketten moesten op NT en SQL Server beter zijn dan die van concurrenten. Door het leveren van een concurrerende database, wil Microsoft dat erp-klanten naast Windows NT ook in toenemende mate gaan kiezen voor SQL Server. Hoe de verschillende prestatieniveaus van de verschillende databases op NT liggen, is volstrekt onduidelijk. Elke leverancier is in staat grafieken te presenteren die één duidelijke winnaar tonen: zichzelf.
Keuzecriteria
Cruciaal in de adoptie van een database is de rol van softwareleveranciers. Laten deze hun applicaties aansluiten op de database of bouwen ze nieuwe toepassingen of functionaliteit die gebruik maakt van de mogelijkheden van de nieuwe database, dan krijgt het product praktische waarde. Via workshops worden softwareleveranciers ingelicht over nieuwe versies. Microsoft heeft meer dan duizend softwareleveranciers zover gekregen gelijktijdig met het uitkomen van SQL Server 7.0 applicaties beschikbaar te hebben die op SQL Server kunnen draaien.
Tot de keuzecriteria horen, ook bij grote klanten, de prijs/prestatie-verhouding van de database. Niet alleen de aanschaf, maar ook de kosten per gebruiker om de database in de lucht te houden. Daarnaast is de functionaliteit in het algemeen (schaalbaarheid, replicatiemogelijkheden, etcetera) van belang. Zeer belangrijk zijn tot slot de beschikbaarheid van applicaties op en kennis over de database. Op deze laatste twee punten scoort Microsoft hoog. Het bedrijf concurreert niet in de eerste plaats met de traditionele argumenten, waarvan functionaliteit altijd het belangrijkste is geweest. Hoewel Microsoft op dat gebied de afgelopen jaren een behoorlijk inhaalslag heeft gepleegd, zijn de ‘voorwaardescheppende punten’, zoals beschikbaarheid van applicaties en gebruiksgemak, de argumenten waarmee Microsoft de strijd wint. Wellicht bestaat er voor elk willekeurig stukje Microsoft-technologie concurrerende technologie die beter, sneller en geavanceerder presteert. Maar Microsoft lijkt onverslaanbaar als het aankomt op het snel en eenvoudig in gebruik nemen van toepassingen. Dat is als eerste aan de onderkant van de markt aangeslagen. Maar ook in de middenmarkt, waar Windows NT inmiddels drie keer zo hard groeit als Unix, omarmt de markt in toenemende mate toepassingen die op Microsoft-technologie gebaseerd zijn. De bovenkant van de markt kijkt de kat vooralsnog uit de boom. Het prestatieniveau is nog onvoldoende om Windows of SQL Server in te zetten in het hart van de IT-infrastructuur van een grote bank, verzekeraar of telecomaanbieder. Toch houden dergelijke bedrijven wel continu de vinger aan de Microsoft-pols, door op afdelingsniveau NT-machines te gebruiken in combinatie met SQL Server, MS Exchange of bedrijfsapplicaties van andere softwareleveranciers. Wat overigens niet betekent dat deze systemen uitsluitend als proeftuin dienst doen en geen volwassen functie in de productie-omgeving hebben.
Bedrijfskritische toepassingen
Representatieve voorbeelden van bedrijfskritische toepassingen op basis van SQL Server schudt Microsoft niet uit zijn mouw. Wel schetst het bedrijf de situatie van een selectietraject van een database voor een bedrijfskritische toepassing. Zonder de potentiële klant te noemen praat Microsoft over een gegevenspakhuis met een omvang van enkele terabytes (10 tot de twaalfde = 1 biljoen bytes) bij een groot Nederlands bedrijf. De lijst met specificaties voor de database omvat 3 à 4 A4-tjes. In een laboratorium van Compaq werden verschillende producten op Compaq-hardware getest. Microsoft heeft de uitkomst van die testen nooit mogen aanschouwen, maar weet wel dat de bèta-versie van SQL Server 7.0 ze doorstond. De definitieve keuze is nog niet vastgesteld. Potentiële klanten toetsen producten in de eerste plaats op hun technisch kunnen. Daarna gaan andere criteria gelden, waaronder prijs. Maar vooral ook het tempo waarin de organisatie went aan de technologie. Zeker in de overspannen arbeidsmarkt van tegenwoordig is dat een zwaarwegend criterium, waar Microsoft goed op scoort. En natuurlijk speelt ondersteuning door de leverancier een rol. En dat is een gebied waar Microsoft niet of nauwelijks ervaring heeft en het de spreekwoordelijke hakken van concurrenten als Oracle en IBM niet eens kan zien. Naast de eigen bescheiden consultancy-organisatie wordt Microsoft echter uit de brand geholpen door zijn partners, die terecht brood zien in het adviseren en implementeren van toepassingen rond Microsoft-technologie. Applicatiepartners als SAP en Baan, die plotseling een gat in de middenmarkt zien, zorgen voor een forse omzetstroom naar Microsoft. De implementatiepartners van die softwareleveranciers nemen vervolgens ‘more than happy’ de implementatiediensten en onderhoudsactiviteiten voor hun rekening. En op deze manier ontstaat er een enorme hoeveelheid Microsoft-kennis in de ‘serieuze applicatie’-markt. Op het gebied van hardware en dienstverlening noemt Microsoft Hewlett-Packard en het door Compaq overgenomen Digital als zijn belangrijkste wereldwijde partners. Verder spelen ook Wang Global en Kpmg een grote rol.
Strategie
De filosofie van Microsoft is er ook op gericht om zoveel mogelijk dienstverlening over te laten aan partners, en zelf alleen een rol te spelen in een voortraject, waar het de functionaliteit en de technische ontwikkeling rond een bepaald product kan toelichten. Voor die functie is het bedrijf echter nog wel met een inhaalslag bezig. Begin jaren negentig vestigde Microsoft Consulting Services (MCS) zich in Nederland. Inmiddels bestaat deze groep uit ruim veertig consultants. Deze medewerkers draaien op een of andere manier mee bij meer dan 70 projecten in de bovenkant van de markt. Tot deze bovenkant rekent Microsoft in Nederland en België niet alleen private ondernemingen als Akzo en Reed Elsevier, maar ook een aantal ministeries en andere overheidsinstellingen, de Nato en de Europese Commissie.
Als belangrijk marktvoordeel geldt het aantal strategische allianties dat een leverancier heeft. Er is geen IT-leverancier meer te vinden die geen samenwerkingsovereenkomst heeft met Microsoft, gericht op het gezamenlijk ontwikkelen, verkopen en marketen van IT-oplossingen. Wellicht is het fel anti-Microsoft gekante Sun Microsystems de enige uitzondering, maar verder gaan zelfs bedrijven als Oracle graag in zee met Microsoft op het gebied van NT. Het laatste bedrijf claimt zelfs de marktleiderspositie wat databases betreft op het Windows NT-platform.
Microsoft is zeer actief in kennisoverdracht naar de markt. Het bedrijf organiseert seminars en workshops voor partners, die gretig kennis opslorpen en verder toepassen in de markt. Het bedrijfsmodel van Microsoft, dat eigenlijk alleen als technologieleverancier optreedt en een dominante positie op het gebied van besturingssystemen heeft verworven, brengt ook met zich mee dat partners het bedrijf niet links kunnen laten liggen.
Hoewel concurrenten vaak het tegendeel beweren, staat Microsoft te boek als goedkoop. Vaak zijn de initiële kosten lager dan voor concurrerende producten betaald moet worden. Maar, zo zeggen de concurrenten in koor, het beperkte aantal gebruikers dat op één enkele server aangesloten kan worden en de kosten die verbonden zijn met het in de lucht houden van de ‘onvolwassen’ technologie (aldus de concurrenten nog steeds) maken, alles bij elkaar, Microsoft een dure leverancier van bedrijfssoftware.
Het bedrijf gaat de concurrentie echter op geen enkel punt uit de weg en poogt met grote klanten ‘enterprise’ contracten af te sluiten, waarin voor de totale afname aan Microsoft-technologie een prijs bedongen wordt.
Roy op het Veld en Jasper Bakker, redacteuren