Het aantal automatiseerders dat een examen in een IT-opleiding aflegt, neemt fors toe. Het gemiddelde kennisniveau van de Nederlandse IT-branche daalt echter. Dit zegt commercieel directeur Roland van Houdt van opleidingsinstituut Global Knowledge Network.
Volgens Van Houdt komt de groei van het aantal certificaten voornamelijk op het conto van de nieuwkomers in de IT-branche. Dit zijn meestal mensen met een andere achtergrond, die een kans ruiken op de krappe arbeidsmarkt voor automatiseerders. Zij volgen eerst een opleiding, alvorens ze aan de slag kunnen. Van Houdt merkt dat ervaren automatiseerders minder vaak naar trainingen gaan. "Heel veel IT’ers krijgen door de drukte op het werk geen tijd om zichzelf bij te scholen. Ook de millenniumproblematiek heeft hierop een negatieve invloed." Hij denkt dat teveel automatiseerders op deze manier specialisten blijven op een bepaald onderdeel. Ze kunnen zich niet bijscholen op andere gebieden. "Hierdoor loopt regelmatig de integratie en migratie van technieken spaak. Dit vereist namelijk kennis van meerdere onderdelen."
Toename certificaten
De opleidingsinstituten hoeven echter over de algemene vraag naar IT-opleidingen niet te klagen. Bij Global Knowledge Network legde onlangs de tienduizendste kandidaat haar examen af. Het afgelopen jaar nam het aantal examens bij dit bedrijf toe met 50 procent. Nederland is volgens de onderneming wereldwijd koploper wat betreft de belangstelling voor certificatie. Volgend jaar zullen naar verwachting meer dan dertigduizend mensen in Holland een certificatie-examen afleggen. De reden voor deze grote belangstelling in de lage landen is moeilijk aan te geven, vindt Europees manager Jan Blok van examen-distributeur Sylvan Prometric. "In de noordelijke landen is de acceptatie van certificaten veel groter." Van Houdt denkt dat Nederlanders gevoelig zijn voor aantoonbare kennis. Bovendien is ons land bezig met een inhaalslag op IT-gebied. Verder blijkt dat het algemene informatica-onderwijs een basis legt, maar dat de specifieke productkennis in een later stadium wordt bijgespijkerd door commerciële opleiders.
Consolidatie
Van Houdt verwacht dat de markt voor IT-opleidingen zich spoedig zal consolideren. Hij denkt dat de kleinere aanbieders binnen enkele jaren het veld moeten ruimen. "Instituten moeten een omzet van vijftien tot twintig miljoen gulden hebben om een rol van betekenis te spelen in de markt." Volgens de directeur is het voor de kleinere opleiders op den duur niet meer vol te houden. "Over een paar jaar zijn er alleen nog maar grote opleidingsinstituten. De laatste maanden gaan steeds meer van deze instellingen pan-Europese samenwerkingsverbanden aan." Als voorbeeld van de problemen die voor kleine concurrenten ontstaan, geeft de directeur de tijd en het geld dat Global Knowledge Network kwijt is aan het bijhouden van de technologische ontwikkelingen in de IT-branche. "We hebben een team samengesteld dat in de gaten moet houden wat er op de markt gebeurt. De teamleden maken we één week per maand vrij voor deze taak." De kleine instituten kunnen zich dit niet veroorloven. De trendvoorspellers van Global Knowledge verwachten dat de komende maanden de vraag naar trainingen over de integratie van IT en telecom toeneemt. Cursussen over systeembeheer zullen langzamerhand wijken voor netwerkbeheer.
Autorisatie
De concurrentiestrijd op de markt van IT-opleiders is hard. Voor bedrijven die opleidingen inkopen, is het lastig om door de bomen het bos te zien. Volgens Van Houdt ligt de grens voor een officiële autorisatie als opleidingsinstituut te laag. "Sommige instellingen leiden snel hun docenten op en kunnen zich dan voordoen als een geautoriseerde opleiding. Ze krijgen dezelfde autorisatie als een instituut dat van de docenten een certificatie in twee vakgebieden eist. Op deze manier kan een klant moeilijk zien waarin de instellingen zich onderscheiden. Van buitenaf is dit lastig te beoordelen. Het examen dat de kandidaten afleggen, is weliswaar overal hetzelfde, maar de service verschilt wel degelijk."
Slagingspercentage
Van Houdt geeft aan dat sommige opleiders de concurrentiestrijd aangaan met slagingspercentages die niet kloppen. Een instituut kan namelijk niet weten hoe hoog dit percentage is. De opleider ziet wel hoeveel mensen geslaagd zijn voor een examen, maar daar zitten ook kandidaten tussen die elders een opleiding hebben gevolgd. De informatie is in handen van Sylvan Prometric, dat namens bedrijven examens distribueert aan opleidingsinstituten. De onderneming heeft ook de beschikking over een examenruimte bij Global Knowledge.
"Instellingen die schermen met slagingspercentages doen voorkomen alsof ze over informatie beschikken die niet van hen is", zegt Europees manager Jan Blok van Sylvan. "Als we dit in de gaten krijgen, geven we een waarschuwing." Van Houdt spreekt in deze context over het "opgeblazen kikkerprincipe", waarbij kleine partijen zich met hun slagingspercentages groter voor doen dan ze in werkelijkheid zijn. Blok bevestigt de ondoorzichtigheid van de markt. "Het kost ons veel tijd en moeite om te doorgronden of een instituut aan de minimumeisen voldoet."