Plezier in het werk hebben en voldoende verdienen om rond te kunnen dromen. Dit bescheiden ideaal had Arno Penzias toen hij als jongetje met zijn familie naar de Verenigde Staten emigreerde.
Zes lentes jong was hij toen hij en zijn gezin in 1938 met een groep andere van origine Poolse Joden van Duitsland moest verhuizen naar Polen. Maar daar waren zij niet welkom, zodat ze via Engeland uitweken naar de Verenigde Staten.
Daar raakte hij op de middelbare school in de ban van de natuurkunde. In het Amerikaanse leger diende hij als radarofficier. Hij studeerde bij Ch. Townes van Bell Labs, die een Nobelprijs had gekregen voor zijn uitvinding van de maser en de laser. Penzias wilde het promotiewerk van zijn leraar vervolgen en zocht daarom ook een baan bij Bell Labs. Daar bleef hij 37 jaar in dienst. In die periode kreeg een Nobelprijs voor zijn werk in de radio-astronomie.
Maar zijn belangstelling is veel breder. Het omvat alle vormen van computers en communicatie. Zijn droom als immigrant was meer dan uitgekomen; nu helpt hij immigranten met een overtuigend verhaal om h�n droom te realiseren.
Nobelprijs
De ontdekking van de achtergrondstraling van de Big Bang maakte hem beroemd. Dit gebeurde in 1965, een periode waarin radio-astronomie sterk in de belangstelling stond vanwege radiocommunicatie en communicatiesatellieten. Hij ontwikkelde een uiterst gevoelig systeem voor radio-astronomie en ontdekte dat er overal in de ruimte een zwak signaal bestaat. Ondanks de eliminatie van alle storingsbronnen, bleef dat zwakke signaal: de restanten van de Big Bang, goed voor een Nobelprijs in 1978.
Boeken
Naast veel artikelen schreef hij twee boeken. Ideas and Information, in Nederland verschenen onder de titel Informatie en Intelligentie, en Digital harmony.
Het eerste boek gaat over de invloed van IT op het bedrijfsleven en de maatschappij. Zijn voornaamste boodschap luidt dat mensen sterk verschillen van machines. Vooral in de Verenigde Staten heeft men de technologie altijd beschouwd als een overwinning op de natuur – wat uiteindelijk leidde tot het idee dat de menselijke hersenen een soort computer zouden zijn. "Dat is natuurlijk nonsens", stelt Penzias. "Mensen denken niet logisch of rationeel zoals een computer, maar ze zijn zich wél schuldig gaan voelen omdat ze dat niet doen."
In de logica moet iedere mogelijkheid beschouwd worden, hoe onwaarschijnlijk of onredelijk die ook is. Daarom moeten schaakcomputers alle mogelijkheden beoordelen die in een aantal zetten gedaan kunnen worden, voordat ze een beste zet kunnen bepalen. Mensen werken veel selectiever en intelligenter; wij bekijken alleen plausibele zetten. Daarom zijn mensen slecht in het uitputtend beschouwen van alle mogelijkheden en hebben we zulke problemen met het ontwerpen en testen van geïntegreerde computersystemen, bijvoorbeeld die van luchthavens als Denver en Hong Kong.
Het tweede boek, Digital Harmony, gaat over systeemintegratie. Hij beschrijft drie stadia: de alleenstaande computers, de met elkaar verbonden computers en de geïntegreerde systemen. Veel computersystemen worden nu geconverteerd naar het laatste stadium, waarbij de operationele bedrijfssystemen geïntegreerd worden met die van klanten en toeleveranciers: de re-engineered enterprise. Dat zorgt voor een lage werkloosheid, en het is dus zinvol om die richting op te gaan. Deze technologie is bovendien eenvoudig over te dragen naar andere landen; op deze manier kunnen die landen delen in onze ontwikkeling en voorspoed. Het hiervoor benodigde kapitaal is nu eenvoudig te vinden.
Complexiteit
Maar integratie vergroot de complexiteit. Zo ontstaan de problemen van het jaar 2000 doordat fouten van het ene systeem doorgegeven worden naar het volgende. Gaat het vergroten van de complexiteit door het koppelen van IT-systemen niet te snel voor mensen? Penzias is van mening dat dit sterk afhangt van de manier waarop het gebeurt. Bij Internet bijvoorbeeld is het geen probleem. Het is een uitermate complex systeem dat niemand werkelijk kan begrijpen of omvatten, en toch kunnen veel mensen er heel goed mee werken. Geïntegreerde computersystemen moeten wel volledig getest worden en mensen moeten ze makkelijk kunnen gebruiken.
Over de vraag of er grenzen zijn aan de groei van de complexiteit, zegt Penzias dat we leven in een vrije wereld met een toenemend aantal keuzes. Als iets niet langer gemakkelijk te gebruiken is, wordt het vervangen door iets dat wel eenvoudig te gebruiken is. Complexiteit is de prijs die we moeten betalen voor diversiteit. Hij denkt dat er nog veel mogelijkheden zijn om het gebruik van dingen te vereenvoudigen.
Toekomst
Dr. Penzias schreef een artikel in het nummer van Bell Labs Technical Journal ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de transistor – in 1947 uitgevonden in het toen al befaamde Bell Labs. Hij moest voorspellingen doen over de komende vijftig jaar. Hij beperkte zich tot de volgende 25 jaar en hij is er nu vrij zeker van dat de meeste daarvan nu binnen tien jaar verwezenlijkt zullen zijn. Zijn twaalf voorspellingen uit 1997 zijn:
(1) Voor silicium zullen de meeste ontwikkelingen nog komen. Gemiddeld kunnen we een miljoenvoudige vergroting tegemoet zien in de kracht van micro-elektronica. Kleine computers worden gemaakt voor de prijs van een postzegel, en in dezelfde grote aantallen geproduceerd. Toepassingen zijn onder andere spraakherkenning en communicatie.
(2) De bandbreedte wordt veel goedkoper. Per bit zal datacommunicatie duizend keer zo goedkoop worden; enerzijds door goedkope microprocessoren voor de switching, anderzijds door een duizend maal grotere bandbreedte van glasvezelkabels.
(3) Gekoppelde producten en diensten vinden veel meer ingang en minder kosten. Draagbare apparaten worden ontworpen voor interconnectie en communicatie, en zullen veel nuttiger en goedkoper worden.
(4) Thuisnetwerken worden gemeengoed. Toekomstige huishoudens krijgen een eigen lokaal netwerk en worden digitaal aangesloten op het openbare netwerk.
(5) Internet, telecommunicatie en radio- en tv-uitzendingen worden in één elektronische omgeving gecombineerd, waar mensen bijeenkomen, informatie opvragen en gezamenlijk acties ondernemen.
(6) Elektronisch winkelen groeit enorm. Er komen veel nieuwe diensten, met als sleutelwoorden: op maat bestellen, één-op-één marketing, gecombineerde aanbiedingen, en dergelijke.
(7) Leven in een glazen dorp. Veel van onze huidige privacy zal verdwijnen in de nieuwe elektronische wereld, behalve voor diegenen die daarvoor veel moeite en kosten over hebben.
(8) Mijn eigenste PC. Echte personal computers zullen net zo’n onderdeel van onze kledij worden als het huidige polshorloge. Sterk dalende kosten en kleinere afmetingen maken nieuwe vormen en functies mogelijk.
(9) Files verdwijnen. Dankzij verbeterde netwerken en elektronische communicatie zal onze fysieke aanwezigheid steeds minder vaak noodzakelijk zijn.
(10) Bedrijven gaan zich specialiseren. Horizontale integratie vervangt verticale integratie. Leveranciers worden bereikbaar via diensten op de applicatielaag van het openbare telecommunicatienetwerk.
(11) De oorlog tegen ziektes winnen. Nieuwe mogelijkheden zullen de grenzen van het medische verschuiven van de vraag hoe we een ziekte kunnen genezen naar de problemen van ouder worden.
(12) Voorspellingen over de toekomst, ook deze, onderschatten meestal de snelheid waarmee de technologie verandert en de invloed die technologie heeft op de menselijke gemeenschap.
Kostbare gave
Speurwerk op het gebied van radio-astronomie is eigenlijk altijd slechts een onderdeel van zijn werk geweest. Penzias was altijd in van alles geïnteresseerd. Interesse beschouwt hij als een kostbare gave die we meestal niet voldoende op waarde schatten. Als experimenteel fysicus wilde hij dingen combineren en uitproberen, om de technologie van zijn bedrijf te verbeteren. Nu is hij gepensioneerd en zet hij zijn uitgebreide kennis en ervaring in voor de dromen van anderen.