Sport7: een van die verschijnselen die je doen beseffen dat de tijden veranderd zijn. Was voetbal niet sinds jaar en dag de vulling van onze zondag, met Frits van Turenhout en Sport in Beeld en Studio Sport?
Het voetbal was van ons allemaal en dat dat op zondag werd uitgezonden, was niet meer dan normaal. Het weerbericht kregen we toch ook gratis, en het nieuws. Maar ineens blijkt dat voetbal in weinig verschilt van een quiz of een show van Endemol met een groepje dansmeisjes en een paar zangers van het tweede garnituur. Dus waarom zou je daar dan niet voor hoeven betalen? De omroepen, de Knvb en zelfs de clubs zien het licht: wij hebben een gouden product in huis! Handel!
Vervolgens wordt er maandenlang gehandjeklapt rond de uitzendrechten van het betaald voetbal. De NOS voert een achterhoedegevecht, maar biedt de Knvb een bom duiten. De Knvb-bestuurderen evenwel zijn harde zakenlui, mannen met heel grote ballen. Deze beginnen prompt voor zichzelf – nou ja, een beetje dan, want Endemol, Willem van Kooten en Philips en nog een paar investeerders doen ook mee. Ze beginnen meteen een eigen zender, waarop alles zal worden uitgezonden. De kabelbedrijven houden dan gewoon per abonnee twee gulden in; iedereen gelukkig en blij.
Op 18 augustus bekijkt half Nederland de openingswedstrijd Ajax-PSV. Iedereen kijkt nog voor niks ook, want de kabelmaatschappijen hebben helemaal geen zin om die twee gulden te innen. Dus is het een paar maanden gratis – een soort proeftijd, waarna iedereen wel zal willen betalen. Maar dat pakt anders uit: Nederland kijkt niet, Nederland houdt het voor gezien.
Twee maanden later gaat Sport7 in een paar grote steden al weer van de kabel. Bovendien laten de clubs weten dat de Knvb weliswaar de uitzendrechten aan Sport7 heeft verkocht, maar dat die rechten helemaal niet van de Knvb zijn. Zij, de clubs, zijn eigenaar. De rechter vindt dat ook. Als in december de winterstop eraan komt en de verliezen zijn opgelopen tot tegen de honderd miljoen gulden, valt het doek.
Open
Na jaren van gebakkelei en gedebatteer, mag de detailhandel zich aanpassen aan maatschappelijke ontwikkelingen die al tientallen jaren gaande zijn: de Winkelsluitingswet gaat op de schop en voortaan mogen de winkels ook ’s middags na zessen open blijven. De kleine winkeliers en de bonden hebben het langst en hevigst verzet geboden; want waar voor de één langer openblijven, langer boodschappen doen betekent, is het voor de ander ‘langer werken’.
Dat het hoog tijd werd dat de sluitingstijden werden aangepast, blijkt wel uit het feit dat het na zessen wel degelijk flink druk is in de supermarkt – en dat de afhaalpizzeria’s hun handel zien teruglopen.
Godentempel of plaggenhut?
Het kostte 250 miljoen, maar daar heb je dan ook wat moois voor: de Amsterdam ArenA wordt in augustus geopend. Wat is Amsterdam trots: de mooiste, grootste, nooit geëvenaarde en nooit meer te evenaren tempel voor zijn eigen ‘godenzonen’ is ingewijd. Een geschenk aan alle Amsterdammers, die er een fantastisch stadion bij krijgen, met ook nog een hele entertainmentwereld eromheen, met honderden bioscopen, tientallen theaters, twee dozijn music-hallen – eindelijk blies Amsterdam op niveau zijn partijtje mee. Zelden is er rond de ingebruikname van een gebouw zo stuitend geronkt.
Het loopt dan ook meteen mis: de koffie blijkt niet te zuipen en als je er na een voetbalwedstrijd vandaan komt, heb je het gevoel dat je beroofd bent. En wat staat daar tegenover? De akoestiek blijkt waardeloos, zodat concerten vooral een schouwspel zijn, maar bovenal: in deze voetbaltempel, dit Walhalla voor Ajax, blijkt niet te voetballen! Althans, de thuisclub, die gewend is ‘de bal het werk te laten doen’, kan er niet op uit de voeten. Dat komt vooral door het gras, dat niet wil groeien. Nu niet, straks niet en nooit niet. In de jaren erna zal de mat om de paar maanden worden vervangen door een nieuwe. Die ook niet wil groeien.
Toch zuur, een kwart miljard uitgeven en dan moeten constateren: hij doet het niet!
Altijd maar weer tekort
De techniek schrijdt voort – en het personeelsgebrek wandelt in hetzelfde tempo mee. In Computable van 3 mei waarschuwt scheidend hoogleraar Krul voor het snel toenemende tekort aan – nee, al lang geen programmeurs meer en ook geen systeemanalisten, maar: – telecom-specialisten. In heel Europa staat het tekort op vierduizend. In Nederland blijft bij een toenemende vraag het aanbod gering. De vooruitzichten van de mensen die aan Kruls postdoctorale opleidingsinstituut Toptech Studies van de TU Delft afstuderen als Master of Business Telecommunications zijn dan ook ‘bijzonder rooskleurig’.
Hoe hoog de nood is, zien we een paar weken later, onder de kop ‘Salaris jonge hbo-ingenieur telecommunicatie gedaald’. Daar lezen we: ‘Een jonge hbo-ingenieur in de telecommunicatietechniek blijkt tegenwoordig 10 procent minder te verdienen dan in 1993. Zijn collega die informatica heeft gestudeerd, is er in salaris niet op achteruit gegaan.’
Zo zie je maar: je kunt maar beter iets gaan studeren omdat je de studie leuk vindt, want studeren om een gat in de arbeidsmarkt op te vullen, is ondoenlijk. Niets beweegt zo snel als juist die gaten.
Internetje
Lazen we vorig jaar nog dat het bureau Trendbox had vastgesteld dat er in Nederland al 700.000 mensen af en toe op het Internet rondhingen, van wie er 250.000 tot de ‘zware gebruikers’ mochten worden gerekend, eind juni van dit jaar – 1996 – moeten we vernemen dat Nederland 175.000 Internet-gebruikers telt. Ergens is iemand de tel kwijtgeraakt, zoveel is wel duidelijk.
Die 175.000 Internet-gebruikers staan 4400 modems ter beschikking bij de providers, en dat is, aldus Moret Ernst & Young, die het onderzoek verrichtte, veel te weinig. De service door de providers laat sowieso te wensen over. ‘Om voldoende service aan abonnees te bieden, dient een provider ten minste dagelijks 10 tot 12 uur bereikbaar te zijn. Ruim 30 procent van de aanbieders voldoet niet aan dit criterium.’ Hoeveel uur zei u?